Scroll Top

TEKST: WIED RUIJSSENAARS

Wied (A.J.J.M.) Ruijssenaars studeerde Orthopedagogiek in Nijmegen en promoveerde bij prof. Dumont. Hij was hoogleraar Orthopedagogiek aan de KU-Leuven (1987), Universiteit Leiden (1993) en Rijksuniversiteit Groningen (2004-2021), maar bleef actief in de praktijk. Was voorzitter van de Commissie Dyslexie van de Gezondheidsraad, de Stichting Dyslexie Nederland en de beroepsvereniging NVO. Wied publiceert artikelen en handboeken over onder andere dyscalculie, dyslexie en diagnostiek.

Moed 1

Het symposium op 11 februari jl. in Den Bosch prees de uitgave Preventieve Dyslexiezorg (zie artikel in BalansMagazine 012023. Een completer handboek over het ‘waarom’ en ‘hoe’ van preventieve dyslexiezorg bestaat niet: spotgoedkoop met veel QR-links én gratis te downloaden (via dyslexiecentraal.nl. Een resultaat van veel moed in 2015: onderwijs- en zorgprofessionals die in de klas samen lees- en spellinghulp geven. Niet wachtend tot de problemen (te) ernstig worden, maar vroegtijdig aanpakken. Met veel overleg en hobbels opruimen lukt het om de grenzen tussen de gescheiden systemen van onderwijs en zorg te doorbreken. De ondertitel Eerder, beter en kosteneffectiever betekent: leerlingen profiteren, ouders zijn dik tevreden, leerkrachten vergroten hun professionaliteit en zorgspecialisten werken veel gerichter. En: voor hetzelfde geld krijgen meer leerlingen de beste zorg! Advies aan de politiek: garandeer dat zo’n aanpak landelijk mogelijk blijft. Bedenk geen nieuwe stelsels, maar oormerk de al bestaande middelen. Beloon de moed waar iedereen aantoonbaar beter van wordt.

Moed 2

Bezuinigers roepen soms: ‘Dyslexie bestaat niet’. Dat klopt. Intelligentie bestaat ook niet, net zomin als bijvoorbeeld faalangst en motivatie ‘bestaan’. Het zijn namen voor wat we zien en horen. Je mag ‘dyslexie’ vervangen door ‘het niet vlot en goed leren lezen/spellen, ondanks langdurige oefening en gedegen lees-/spellinghulp, en zonder aantoonbare redenen die het leerproces belemmeren’. Of zoiets. Maar reageer altijd zo vroeg mogelijk op risicosignalen, geef gerichte specialistische hulp (zie Moed 1) en durf het soms toch maar gewoon ‘dyslexie’ te noemen. Vroegtijdig onderkennen, durven benoemen, erkennen en aanpakken, pakken op termijn gunstig uit. Ook onderzoek bij volwassenen bevestigt dat. Het heeft meer invloed dan kleinere klassen en een strakker didactisch klimaat. Er is moed nodig, geen bezuiniging.

Moed 3

Er zijn zorgen over het algemeen (!) dalend lees- en spellingniveau van leerlingen. Aan hen kan het niet liggen. Er zijn twee aannemelijke oorzaken: de opleidingen van onderwijsprofessionals en lesmethodes. Arme leerkracht! Die is van beide afhankelijk. En laat de verantwoordelijke minister van Onderwijs over alle twee nou geen zeggenschap hebben! Mijn voorstel aan hem is: heb de moed om enkele verstandige mensen te vragen wat élke onderwijsprofessional moet weten over de fundamenten van de basisvaardigheden technisch lezen en spellen (en rekenen). En vertaal dat naar opleidingen en methodes. Tot dan toe dweilen we met de onderwijskraan open.

Lees hier ook het artikel van Ria Kleijnen, ‘Dyslexiezorg, eerder én samen!’.

Privacy Preferences
When you visit our website, it may store information through your browser from specific services, usually in form of cookies. Here you can change your privacy preferences. Please note that blocking some types of cookies may impact your experience on our website and the services we offer.