Scholen werken met elkaar in regionaal ingedeelde samenwerkingsverbanden. Er zijn in totaal 152 samenwerkingsverbanden geformeerd, 77 in het primair onderwijs en 75 in het voortgezet onderwijs. Hierin werken regulier en speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) samen.
Deze samenwerkingsverbanden krijgen geld om het onderwijs te regelen voor alle kinderen, ook voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Zij krijgen ook geld voor de ondersteuning op speciale scholen (cluster 3 en 4), het speciaal basisonderwijs, leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs (pro).
Een samenwerkingsverband heeft verschillende taken. Er is een ondersteuningsplan opgesteld waarin onder meer wordt aangeven:
- welk niveau van basisondersteuning de scholen binnen een samenwerkingsverband bieden;
- hoe zij met elkaar een samenhangend geheel aan ondersteuningsvoorzieningen creëren;
- hoe de beschikbare middelen worden verdeeld;
- op welke wijze verwijzing naar het (voortgezet) speciaal onderwijs plaatsvindt;