Scroll Top

Sofie is super-anders

Josje en Heino zijn de ouders van Sofie (15 jaar). Beiden werken als docent in het hoger beroepsonderwijs. ‘Wat we proberen bij studenten die bekwaamheden moeten halen, is inzetten op kernkwaliteiten. Verder bouwen op wat de student al heeft ontwikkeld,’ vertelt Josje. De boodschap uit het boek De Bende van Super-Anders vindt ze hier mooi op aansluiten én passen bij hun dochter. Sofies uitdaging ligt in het structureren en verwerken van alle informatie die dagelijks op haar afkomt.

Wat spreekt jullie aan in de super-anders-boodschap?

Heino: ‘De super-anders-boodschap spreekt me aan, omdat het niet denkt in beperkingen maar in talenten. Dat is mooi aan super-anders; het biedt een complete manier van kijken.’ Josje vult aan: ‘Je moet wel gekend willen worden in je ‘beperking’ om je compensatievaardigheid te herkennen. Dat vraagt van je dat je je kwetsbaar durft op te stellen.’

Kunnen jullie een voorbeeld geven van hoe jullie merk(t)en wat lastig is voor Sofie?

Heino: ‘Het is een uitdaging voor haar om veel informatie op te nemen, zoals in het verkeer. Omdat we haar zelfstandigheid altijd wilden stimuleren, zijn we al vroeg gaan oefenen met het naar school fietsen. Dit deden we niet door aan tafel te praten over verkeersregels, maar door achter haar aan te fietsen met een Go-Pro (klein cameraatje). We filmden haar tijdens het fietsen en keken naderhand samen het filmpje terug. ‘Wat zie je hier gebeuren? Wat gebeurde daar?’ vroegen we dan. Zo konden we lastige punten bespreken en werd het inzichtelijk voor haar.’ Josje: ‘Op deze manier kregen we allemaal meer vertrouwen in Sofies autonomie in het verkeer. Beelden helpen Sofie. Zo hadden we voor haaientanden het ezelsbruggetje: De tanden bijten je banden stuk! Op tijd stoppen dus.’

 

Met super-anders willen we laten zien dat als je ergens mee worstelt, je daardoor ook juist extra goed wordt in iets anders. Herkennen jullie die compensatievaardigheden ook bij Sofie?

Josje: ‘Zeker. Sofie is erg goed geworden in sociale vaardigheden. Die zijn ontwikkeld omdat ze liever van andere mensen leert in praktijksituaties zoals een stage in de supermarkt, dan zittend in een klaslokaal. Door vragen te stellen en uit te proberen leert ze op haar eigen manier en blijft de informatie beter hangen. Leeftijdsgenoten van Sofie vinden het vaak lastig om vragen te stellen aan onbekenden, zoals de klanten, waar Sofie gelijk op ze afstapt en aanbiedt te helpen.’
Heino: ‘Sofie is ook een doorzetter. Ze snapt dat leren niet vanzelf gaat en dat ze haar best moet doen om ergens beter in te worden. Dat offer maakt ze dan ook, bijvoorbeeld door nu al extra rekenlessen te volgen om na haar school de opleiding van baliemedewerker te kunnen volgen. Wellicht was ze niet zo’n doorzetter geweest als het leren haar makkelijker afging.’

Hebben jullie het idee dat anderen ook zien waar Sofie super-anders in is?

Josje: ‘Sofie is verbaal sterk, sociaal en kan goed benoemen wat er in haar omgaat. Ook durft ze te benoemen wat ze nog lastig vindt en vraagt daarin hulp van anderen. Dit is voor ons als ouders maar ook andere mensen in haar omgeving erg fijn. Zo laat ze zelf zien waar Sofie super-anders in is.’

Hoe proberen jullie als ouders bij te dragen aan dat zelfvertrouwen?

Josje: ‘We hanteren dezelfde drie pijlers in de opvoeding van Sofie als die van haar broer: contact, autonomie en je competent voelen. Als je leren in het klaslokaal lastig vindt, kan dit je een gevoel van incompetentie geven, terwijl het misschien ligt aan de vorm waarin je prettig leert en niet aan óf je kan leren. Het is belangrijk om dat onderscheid te maken.’ Heino: ‘Daarom zoeken we doorlopend naar andere, creatieve manieren om onze kinderen te helpen ontwikkelen. Zo bereidden we een spreekbeurt over Arnhem niet achter de computer voor, maar door samen langs plekken in de stad te fietsen en daar foto’s te maken. Die foto’s waren vervolgens haar houvast bij het vertellen van het verhaal. En deze zomer heeft ze een grote reis naar Italië en de Balkan gemaakt met haar moeder. Dit deden ze bewust met de trein, zodat Sofie continu informatie leerde verzamelen en keuzes moest maken. Een geweldige leerschool.’

De term super-anders komt uit het boek De Bende van Super-Anders. Hierin ontdekt de hoofdpersoon dat hij door zijn slappe linkerbeen juist een extra sterk rechterbeen heeft gekregen. De schrijvers Haim Dror en Maya Lievegoed willen met het boek laten zien hoe je juist door een beperking, ergens anders extra goed in wordt. ‘Compensatievaardigheden’ noemen ze dat. In deze rubriek stellen zij ouders van kinderen voor die super-anders zijn én het boek hebben gelezen.
Lees hier meer informatie.

Lees hier meer over het boek De Bende van Super-Anders. Lees verder welke tips Josje en Heino hebben voor de minister van Volksgezondheid op het gebied van super-anders zijn.

Sofie werd zelf ook geïnterviewd, lees hier haar verhaal.

Dit artikel verscheen eerder in Balans Magazine 3 2023. Wil je ook ons magazine ontvangen? Word dan nu lid. Bekijk hier de voordelen.

 

Privacy Preferences
When you visit our website, it may store information through your browser from specific services, usually in form of cookies. Here you can change your privacy preferences. Please note that blocking some types of cookies may impact your experience on our website and the services we offer.