Scroll Top

Kinderen met problemen met lezen en spellen moeten al aan het begin van hun lees- en spellingontwikkeling (groep 2, 3 of 4) preventieve én specialistische zorg krijgen. Dit kan volgens Ria Kleijnen op school, door professionals uit onderwijs, zorg en ouders nauw samen te laten werken volgens de methodiek Preventieve Dyslexiezorg.

Lees hier het artikel ‘Bewustwording, kennis en ervaring – Project Preventieve Dyslexiezorg heeft tot inzicht geleid’ van Preventieve Dyslexiezorg Regio Westelijke Mijnstreek met meer uitgebreide antwoorden op de vragen en links naar meer informatie en filmpjes.

Hoe werkt het behandeltraject Preventieve Dyslexiezorg?
‘De methodiek Preventieve Dyslexiezorg (PD) voorziet in een samenwerking van leerkracht en een behandelaar uit de zorg. Gedurende een halfjaar komt de behandelaar één keer per week naar school en werkt samen met de leerkracht met de leerling(en) in de klas.
Nadat scholen een leerling hebben aangemeld bij een centraal aanmeldpunt, bezoekt de casemanager de school om de aanmelding te bespreken en uit te leggen wat de bedoeling is. Een casemanager is iemand die zelf intern begeleider of leesspecialist is op de eigen school en vier of vijf andere scholen begeleidt bij het PD-traject. Behalve dat de casemanager samen met de school bepaalt of de juiste kinderen worden geselecteerd (aan de hand van toelatingsrichtlijnen), monitort zij/hij de PD-leerlingtrajecten op de scholen. Ook begeleiden casemanagers de scholen in hun verdere ontwikkeling van het lees- en spellingonderwijs, waarbij het accent ligt op Ondersteuningsnive

Start

Het PD-leerlingentraject start met een startgesprek op school, waarbij de ouders, leerkracht(en), ib’er/rt’er/leesspecialist, de behandelaar en de casemanager aanwezig zijn. De behandelaar heeft op basis van de beschermende en belemmerende factoren van de leerling, de school, de thuissituatie en zichzelf een voorzet gemaakt voor het Geïntegreerd Behandelplan Preventieve Dyslexiezorg. Dat plan wordt tijdens het startgesprek besproken en samen met de aanwezigen aangevuld. Op basis daarvan worden afspraken gemaakt hoe de preventieve aanpak (met bijbehorende doelen) voor de desbetreffende leerling wordt gerealiseerd.

Samenwerking

Zoals hiervoor al aangegeven, werkt de behandelaar samen met de leerkracht één keer per week aan het maatwerktraject voor de leerling. De leerkracht voert het traject (met ondersteuning van ib’er/rt’er/leesspecialist) in de loop van de week verder uit. De ouders werken samen met de school met het ICT-programma Bouw! (idealiter twee keer thuis en twee keer op school). De behandelaar maakt van iedere sessie een verslag en stuurt dit naar de ouders en de school. Op basis daarvan vindt interactie plaats met ouders en leerkrachten. Op de helft van het traject (na acht à negen wekelijkse sessies) vindt een tussentijdse evaluatie plaats (met dezelfde deelnemers als die van het startgesprek) en wordt besproken in hoeverre de doelen zijn bereikt en wat in de volgende periode nodig is om deze optimaal te bereiken. Ook wordt een eerste inschatting gemaakt van een mogelijk vervolgtraject voor de leerling. Na de tweede periode van begeleiding (wederom acht à negen wekelijkse sessies) vindt de eindevaluatie plaats (met dezelfde personen), waarin op basis van de resultaten (behandelaar én school hebben toetsresultaten verzameld, waaronder de logboekgegevens van Bouw!) wordt besproken wat – op basis van de resultaten – het juiste vervolgtraject voor de leerling is.

Co-morbiditeit

Zoals de data uit het project laten zien, zet ruim de helft van de risicoleerlingen de begeleiding voort op school, wordt ongeveer een derde van de leerlingen verwezen naar de vergoede dyslexiezorg en krijgt de rest van de leerlingen een ander advies of onderzoek, afgestemd op hun specifieke leerlingkenmerken (bijvoorbeeld taalontwikkelingsstoornissen, gedragsproblemen (ADHD, autisme), hoogbegaafdheid, meertaligheid). Met deze methodiek wordt dus ook mogelijke co-morbiditeit in kaart gebracht, omdat daar na een halfjaar werken met de leerling goed zicht op verkregen is. Dit laatste mede door de kennis die behandelaren uit de zorg daarvan hebben.

Randvoorwaarden

Gemeenten en schoolbesturen zorgen voor de randvoorwaarden voor dit domeinoverstijgend traject en dragen in co-financiering de kosten. De gemeente betaalt het preventieve werk van de behandelaar en onderwijs (schoolbestuur of samenwerkingsverband) betaalt de additionele personeelsinzet (casemanagers), de professionalisering en de materialen (Bouw!).

Filmpje

In de volgende video die opgenomen is aan het eind van het derde ontwikkeljaar (nu ruim vier jaar geleden) komen de werkwijze, de taken en rollen aan de orde. Het project had toen nog de naam Dyslexie in Transitie en is nu geëvolueerd tot de methodiek Preventieve Dyslexiezorg.’

Bekijk hieronder het filmpje Dyslexie in Transitie (korte en lange versie).

Dyslexie in Transitie (kort)

Dyslexie in Transitie (lang)

Leerkrachten en dyslexiebehandelaar uit de zorg werken bij deze aanpak nauw samen nog voor er vastgesteld kan worden of een kind mogelijk dyslexie heeft. Waarom is gewoon goed leesonderwijs door de onderwijsprofessional niet goed genoeg?
‘Hardnekkige lees- en spellingproblemen kenmerken zich door ernstige automatiseringsproblemen die zich al tijdens het leren lezen en spellen voordoen. Als jonge kinderen niet in staat zijn om in voldoende tempo klanken aan tekens te koppelen (en andersom) is dat een groot signaal. De meeste leerlingen lukt dit immers in de eerste periode van het lees- en spellingonderwijs. Die kinderen die dat niet lukt, hebben bij de eerste signalen specifieke hulp nodig. Ook als er heel goed leesonderwijs wordt verzorgd, doet dit probleem zich bij bepaalde leerlingen voor. Dan is er specialistische kennis nodig om goed te kunnen inschatten waarom de automatisering niet op gang komt. En wat nog veel belangrijker is, meteen – als het probleem zich voordoet – gerichte hulp te bieden die de leerling op dat moment helpt om de klank-tekenkoppeling wél te automatiseren.

Onderwijsprofessionals zijn opgeleid om goede lees- en spellinginstructie te geven en hebben veelal onvoldoende specialistische kennis in huis om adequaat te acteren op deze problematiek. Daar zijn ze ook niet voor opgeleid en dan is er kennis en hulp nodig van professionals die daar wél voor opgeleid zijn. Gedragsspecialisten en dyslexiespecialisten hebben kennis van specifieke kenmerken en behandelingsmethodieken die van meet af aan ingezet kunnen worden. In het boek spreek ik van een alliantie tussen ‘directe instructie’ en ‘behandelingscyclus’ en van een deskundigheidscontinuüm dat nodig is om ervoor te zorgen dat de problemen van jonge risicokinderen geen ernstige(r) proporties aannemen. Dat betekent tevens dat het zelfvertrouwen geen knak krijgt en kinderen als gevolg geen sociaal-emotionele problemen ontwikkelen. Er is dus zowel goed leesonderwijs als gespecialiseerde kennis van dyslexie nodig om de klus op tijd te klaren.

Je kunt het vergelijken met wat we zien in de medische wereld, waar intensieve samenwerking plaatsvindt tussen huisartsen en medisch specialisten buiten de muren van het ziekenhuis. Medisch specialisten zien de patiënt en bepalen samen met de huisarts (die de regie houdt) het behandeladvies. Dit wordt ‘anderhalvelijnszorg’ genoemd en de resultaten zijn veelbelovend: een aanzienlijke daling van de zorgkosten per patiënt, kortere wachttijden en daarnaast ook een toename van de tevredenheid bij patiënten zonder nadelige gevolgen voor de gezondheid. Uit de evaluaties blijkt dat slechts één op de vijf patiënten wordt doorverwezen naar het ziekenhuis, nadat ze een consult hebben gehad in de anderhalvelijnszorg.’

Bron: Mumc

Ouders worden tijdens het traject als educatieve partners betrokken samen met school en zorg. Hoe ziet dat er in de praktijk uit? En waarom is dit zo belangrijk?
‘Bij de methodiek Preventieve Dyslexiezorg zijn ouders van meet af aan partner in het geïntegreerde behandeltraject. Zij spreken niet afzonderlijk met school en afzonderlijk met de behandelaar op het zorginstituut, maar spreken vanaf de start van het traject met hen samen. De school brengt de ouders op de hoogte van de overweging om hun zoon of dochter aan te melden voor het PD-traject. Als de ouders het daarmee eens zijn, weten ze ook dat er eerst nog een intake gaat plaatsvinden en dat hun dochter of zoon al dan niet toegelaten kan worden. Als hun kind in aanmerking komt voor het PD-traject worden de ouders daarvan op de hoogte gesteld en worden ze door de school uitgenodigd voor het startgesprek. Tijdens dat gesprek maken de ouders kennis met de professionals en krijgen ze uitleg over de precieze werkwijze. De ouders krijgen ruim de kans om ‘het verhaal’ over hun kind te vertellen en wat zij tot dan toe allemaal gedaan hebben. Hun informatie wordt samen met het verhaal van de school en de toetsdata die de behandelaar verzameld heeft, samengevoegd tot een ‘integraal beeld’ op basis waarvan het geïntegreerd behandelplan wordt opgesteld.

Met de ouders worden afspraken gemaakt over welke bijdrage zij kunnen leveren aan de behandelaanpak. Ouders zijn evenwaardige partner in de PD-methodiek, omdat zij een belangrijke pijler zijn voor het welslagen daarvan. Als de ouders de mogelijkheid zien om thuis te werken met Bouw!, krijgen ze daar op korte termijn informatie over en volgen ze een training tot tutor. Zij houden contact met de school over de voortgang via een contactpersoon. Zien ouders – om welke reden dan ook – geen kans om thuis te werken met Bouw! dan zorgt de school voor de vier trainingsmomenten en wordt besproken met de ouders wat er wel mogelijk is. Redenen voor mindere daadwerkelijke participatie van ouders kunnen gelegen zijn in allerlei factoren. Hoogopgeleide ouders die beiden een drukke baan hebben, zien vaak geen kans om een rustig moment te vinden om twee keer per week met hun kind te werken. Ouders die zelf problemen hebben met lezen en spellen achten zich vaak niet capabel om met hun kind te werken. In de meeste gevallen wordt er op de een of andere manier een vorm gevonden om ouders bij de aanpak te betrekken. Door goed naar de ouders te luisteren en begrip te hebben voor hun standpunt, is er altijd wel een oplossing; ouders willen tenslotte allemaal het beste voor hun kind. Door ouders iedere week op de hoogte te houden via het sessieverslag en bij de evaluaties te betrekken, ervaren zij hoe het gaat met hun kind en zijn zij optimaal betrokken bij de besluitvorming over het vervolgtraject. Tevredenheidsmetingen hebben aangetoond dat ouders blij zijn met deze aanpak en dat ze in de meeste gevallen meer van hun kind zijn gaan begrijpen en daardoor ook hun kind beter kunnen ondersteunen.’

Met de methodiek Preventieve Dyslexiezorg (PD) krijgen veel meer leerlingen hulp van een dyslexiebehandelaar terwijl we nog niet weten of ze dyslexie hebben. Hoe kan dit kosteneffectiever zijn dan het huidige systeem? En wie moet deze zorg op school gaan betalen?
‘Het preventieve traject bedraagt een derde van de kosten van een volledig standaard dyslexietraject (diagnose en behandeling). Een school meldt per jaar twee leerlingen aan voor een preventief traject. De reden waarom dit is gelimiteerd, is dat de preventieve aanpak betaalbaar en uitvoerbaar moet zijn. De school bepaalt welke twee leerlingen dit zijn en houdt daarbij rekening met de ernst en hardnekkigheid van de problematiek van de leerling, de leerkansen voor de professionals en de mogelijkheden van de ouders. Het gaat bij de PD-methodiek – met het succes voor het kind voorop – dus ook om deskundigheidsbevordering van de professionals en het vergroten van de ondersteuningsmogelijkheden van de ouders. Het idee erachter is, dat – doordat er ook schoolontwikkeling en deskundigheidsbevordering plaatsvindt – ook andere leerlingen daarvan profiteren. Dat is ook in de praktijk gebleken.

De resultaten van zes jaar laten zien, dat ruim de helft van de leerlingen die het preventieve traject gevolgd hebben op school verder kunnen. Ruim dertig procent van de leerlingen wordt verwezen naar de gespecialiseerde dyslexiezorg en een kleine twintig procent naar andere zorg. Met deze methodiek komen er geen ‘vals-positieven’ meer voor en kr
ijgen uitsluitend die leerlingen die het nodig hebben intensieve specialistische hulp.

Omdat er geen kinderen onterecht in de zorg komen, er geen strategisch gedrag van scholen plaatsvindt (laten we ze maar minder begeleiden, dan komen ze (met 3xE) tenminste in aanmerking voor de vergoede zorg) en dat het diagnostisch traject korter kan zijn (omdat al heel veel bekend is) is deze aanpak kosteneffectiever. Er krijgen meer kinderen op tijd goede hulp voor hetzelfde geld en de kinderen die de specialistische, vergoede dyslexiezorg nodig hebben, krijgen die ook.’

Is de Methodiek Preventieve Dyslexiezorg (PD) een vervanging voor de vergoede dyslexiezorg zoals we die nu hebben in ons land?
‘Preventieve dyslexiezorg vervangt niet de gespecialiseerde, vergoede zorg, maar vliegt deze anders aan. Na het volgen van het preventieve traject, blijft – voor die leerlingen die dit echt nodig hebben – de gespecialiseerde zorg noodzakelijk. Vergelijk het maar weer met de medische zorg: die patiënten die specialistische zorg nodig hebben, krijgen deze zorg, maar diegenen die het door de intensieve samenwerking niet nodig hebben, maken geen aanspraak op deze dure zorg en worden door de huisarts verder begeleid.

Waar het op aankomt is, dat onderwijs en zorg de durf en de moed hebben om het systeem samen anders in te richten en daadwerkelijk op tijd en op de werkvloer samen te werken. De handen ineen slaan dus. Dat geldt zowel voor de Rijksoverheid (OCW en VWS), de samenwerkende gemeenten, samenwerkingsverbanden passend onderwijs/schoolbesturen en de zorginstellingen. Wat mij betreft zou het macrobudget voor dyslexie alleen aangesproken mogen worden als onderwijs en zorg (op alle niveaus) van meet af aan samenwerken en dus ook geen leerlingen meer tussen wal en schip vallen.’

Winactie!

Een door Ria Kleijnen gesigneerde versie van haar boek Preventieve Dyslexiezorg winnen? Mail naar [email protected] en vertel ons waarom juist jíj dit boek goed kunt gebruiken.

Download hier gratis de digitale versie van het boek Preventieve Dyslexiezorg op de site dyslexiecentraal.nl

Bekijk hier de animatie Blended Learning.

Bekijk hier een video van dyslexiedeskundige Aryan van der Leij over Dyslexie in Transitie.

Bekijk hier een filmpje over samenwerken in passend onderwijs, met Tiny Meijers van SWV.

Lees hier het artikel ‘Bewustwording, kennis en ervaring – Project Preventieve Dyslexiezorg heeft tot inzicht geleid’ van Preventieve Dyslexiezorg Regio Westelijke Mijnstreek.

Presentatie Ria Kleijnen: Woorden én daden!

Privacy Preferences
When you visit our website, it may store information through your browser from specific services, usually in form of cookies. Here you can change your privacy preferences. Please note that blocking some types of cookies may impact your experience on our website and the services we offer.