Scroll Top

Katja (12) zit nu zo’n drieënhalf jaar thuis. Ze is hoogbegaafd en werd letterlijk ziek van school. ‘Het heeft denk ik twee jaar geduurd voor ze over alle beschadigingen heen was. Inmiddels wil ze gelukkig weer dingen leren,’ zegt haar moeder Saskia Diederik-van den Dool.

Hieronder lees je verder over de strijd die Saskia voor haar hoogbegaafde dochter Katja heeft geleverd, en die nog steeds voortduurt.

‘Soms is het allemaal niet meer te bevatten,’ zegt Saskia over haar struggle om alles in het reine te brengen voor Katja. Ze is daarom in het voorjaar een cursus bestuursrecht gaan volgen om de wetgeving waar haar dochter onder valt te kunnen doorgronden. ‘Echt daarvoor. Om het te kunnen snappen. En ook om aan te kunnen geven: hier heb ik recht op. Daar moet ik overigens wel mee oppassen. Ik kan daarmee ook weerstand oproepen. En die hebben we al genoeg gehad. Wij zijn er nu uit. Maar als ik zie wat wij tegenover ons hebben gehad. Dat was niet gezond. Het bracht ons in een isolement. Levensgevaarlijk.’

Verder is Saskia, zoals ze het zelf noemt, ‘bezig om iets in gang te zetten’. Ze heeft aansluiting gezocht bij Belangengroep Onderwijsaffaire en Boze Ouders (helpen en ondersteunen elkaar in de zoektocht naar passend onderwijs, red.). Ze is in het regiobestuur van Pharos, vereniging van ouders van hoogbegaafde kinderen, gaan zitten. Ze heeft een brief geschreven naar Tim Hofman (presentator en journalist van het online programma #BOOS, red.) en naar de onderwijsministers Wiersma en Dijkgraaf. De laatsten reageerden niet persoonlijk, maar stuurden een reactie via een ambtenaar, vertelt Saskia. ‘En ik hoop dat er een onderzoeksjournalist op gaat zitten. Ouders van kinderen die thuiszitten, zijn doodsbang dat hun kinderen uit huis geplaatst worden. Ik ben daar ook een tijdlang heel angstig voor geweest. Een kind dat niet naar school gaat, wordt gezien als een kind dat iets vreselijks wordt aangedaan. En dat beeld is er ook bij de professionals. Die zijn zich bovendien vaak niet bewust van de machtsverhoudingen.’

Kort voor het gesprek voor de rubriek Bij ons thuis stuurde Saskia een e-mail waarin ze al een deel van ‘het verhaal’ van haar dochter beschrijft.

‘Katja werd al heel jong ‘gezien’ als hoogbegaafd. Bij het 18-maandenbezoek aan het consultatiebureau sprak ze al in volzinnen, ze kon werkwoorden vervoegen en vertelde honderduit. Ook over bijvoorbeeld de grootte van de zon ten opzichte van de aarde en wat er met je gebeurt wanneer je dood gaat. Ze waren op het consultatiebureau verbaasd hoe ver ze vooruit liep op eigenlijk alles en ze vertelden me dat het heel bijzonder was: ‘Alle kinderen zijn natuurlijk bijzonder maar dit is echt uitzonderlijk. O ja, en mevrouw let erop, scholen kunnen dit vaak niet aan. Houd hier bij de inschrijving op een school echt rekening mee.’

Op mijn vraag: en wat nu? kwam geen antwoord. Tja, en dan is het heel raar eigenlijk. Ik heb álles gelezen wat los en vast zat en Katja’s ontwikkeling ging als een speer. Niet te stoppen: in no-time stond ze huilend aan me te trekken en zei dat ze nu toch ein-de-lijk weleens wilde leren lezen en schrijven. Ze zal denk ik twee zijn geweest en ik vond het zo eng. Wat als ze het verkeerd aanleert? Het consultatiebureau stuurde ons op mijn aandringen naar een pedagoog. Ze zag hetzelfde: ‘Heel bijzonder mevrouw.’ Ik kreeg wat sites door. Die kende ik natuurlijk al, want ik had heel Google inmiddels leeg getrokken. Maar verder kwam ik niet, ik moest het wiel uitvinden. De peuterspeelzaal was een ramp, want die kinderen snapten haar niet. Dus na een paar keer stopten we daarmee, omdat ze er absoluut niet heen wilde en er alleen maar huilde. Tot haar vierde ging het verder prima thuis, maar daarna moest ze naar school. De eerste dag begon het al: ‘Mama, hier leer ik echt he-le-maal niets.’ En wat ik vreesde kwam gewoon uit. Ik kende alle horrorverhalen van internet en dacht dat het bij ons allemaal wel zou meevallen, we waren er immers op tijd bij toch?

We stonden erbij en keken ernaar. We deden in groep 3 een schoolwissel, omdat ze gewoon haar kamer barricadeerde als ze naar school moest. En haar juf wilde niet meedenken over verrijking. Een school mét Leonardo-afdeling. Maar ja, daar mocht ze pas heen als ze acht jaar werd. Naar de Montessori dan maar, dat is vast fijner voor Katja en dan kan ze in haar eigen tempo leren. Dat was ook veel beter, maar voor even. Toen ging het weer bergafwaarts tot het helemaal niet meer ging. En nu zit ze drieënhalf jaar thuis. Ondanks dat ik dacht dat dit moment het allerergste zou zijn, moet ik toegeven dat ik het fout had. Dit is het fijnste: ze is weer terug. De dikke grauwe sluier is eraf. Het heeft denk ik twee jaar geduurd voor ze over alle beschadigingen heen was. Al was het ergste binnen een paar weken al weg. Het thuiszitten doet haar goed. Naar school gaan was juist het allerergste.’

Meer weten over hoogbegaafdheid: Kijk in ons dossier hoogbegaafdheid

Lees hier het rapport: Thuiszitters Tellen

Over thuiszitters:

  • Het aantal thuiszitters is veel hoger dan het aantal dat steeds vanuit het ministerie en in de media wordt gecommuniceerd.
  • Casussen waarin sprake is van Thuiszitten, worden vaak complex gemaakt omdat steeds verder wordt opgeschaald, terwijl het zinvoller is om ‘opzij’ te kijken en vanuit de behoefte van het kind en in samenwerking met en gebruikmakend van de kennis van ouders en hun eventuele netwerk en diens deskundigheid. Maak het niet ingewikkelder, maar juist simpeler.
Privacyvoorkeuren
Wanneer u onze website bezoekt, kan deze informatie opslaan via uw browser van specifieke services, meestal in de vorm van cookies. Hier kunt u uw privacyvoorkeuren wijzigen. Let op dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze website en de diensten die wij aanbieden.