Wij ondersteunen en versterken ouders van kinderen met problemen bij leren en/of gedrag in opvoeding, onderwijs en zorg
Home / Kennisbank / Kennisbank: Onderwijs / Kennisbank: School zoeken / Welke schoolsoorten zijn er, en wat houden ze in?
Als ouder wil je graag een school die bij je kind past. Er zijn vele ‘soorten’ scholen, met elk hun eigen manier van werken: Het onderwijsconcept maakt duidelijk hoe de school het onderwijs vorm en inhoud geeft. Er zijn in ons land verschillende concepten: Dalton, Montessori, Jenaplan, Vrije school en Freinet.
Wij vinden het belangrijk om algemene informatie te geven over de verschillende schoolconcepten. Wij verbinden er geen oordeel aan en gaan niet in op voor- en nadelen, omdat dat voor ieder kind in elke situatie anders is. Belangrijk om te weten is dat elke vorm van onderwijs voor- en nadelen heeft, ook al zeggen de uitdragers van elk concept dat hun onderwijs geschikt is voor alle kinderen.
Als ouder kun je het beste veel lezen op de websites van de verschillende landelijke verenigingen (die vind je in een link bij elk onderwijsconcept).
Soms geven scholen een eigen invulling aan een bepaald onderwijsconcept. Het is daarom goed op de school te gaan kijken op een gewone schooldag. Je kunt dan de leerlingen en docenten bezig zien, de sfeer proeven en beoordelen of dit onderwijs op deze school bij jouw kind kan passen. Lees meer tips over het zoeken naar een school die bij je kind past op onze pagina ‘Hoe kies je een school’
Op een daltonschool leren kinderen zelfstandig kennis en ervaring op te doen. Uitgangspunt is dat kinderen graag willen leren. Vanaf jonge leeftijd wordt kinderen geleerd om hun taken zelf te plannen. Er wordt gewerkt met dag- of weektaken en leerlingen krijgen de vrijheid om zelfstandig hun taken in te plannen en af te werken. Leerlingen op een daltonschool krijgen veel vrijheid, maar deze vrijheid is niet onbegrensd. Om zelfstandig te kunnen leren heb je vrijheid nodig, maar de docent geeft wel grenzen aan. De leerlingen weten wat hun verantwoordelijkheden zijn en moeten verantwoording afleggen over hun keuzes en prestaties.
Zelfstandigheid
In het daltononderwijs wordt weinig klassikale les gegeven maar krijgen kinderen taken die zij in een bepaalde tijd moeten afronden. Deze taken kunnen week- of maandtaken zijn en individuele of groepstaken. De leerlingen leren zelfstandig de taken te plannen en uit te voeren. Waar nodig biedt de leraar instructie, begeleiding en coaching.
Samenwerking
Op daltonscholen werken de leerlingen werken samen aan bepaalde taken. Samenwerking zorgt ervoor dat leerlingen van elkaar leren en dat vaardigheden als feedback ontvangen en geven, reflectie en respect voor anderen worden ontwikkeld.
Brede vorming
Binnen het daltononderwijs wordt gewerkt aan brede vorming van het kind. Deze brede vorming omvat een cognitief, cultureel, sportief en sociaal-emotioneel aspect en draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling. Er wordt een omgeving geboden waarin leerlingen worden uitgedaagd zich te ontwikkelen tot ondernemende mensen met een kritische een democratische houding.
Lesprogramma
Naast de verplichte lesstof is er ruimte voor keuzewerk. De leraar biedt verschillende werkopdrachten en activiteiten aan. De leerlingen kunnen kiezen voor de opdrachten en activiteiten waarvoor zij speciale belangstelling hebben. Tijdens het keuzewerk worden andere kwaliteiten en vaardigheden van leerlingen gevraagd dan tijdens de verplichte lesstof.
Over de voor- en nadelen van deze onderwijsvorm kun je hier meer lezen.
Op Montessori scholen, werkt vanuit het principe dat een kind spontaan kan leren als het op het juiste moment de juiste middelen krijgt aangereikt. ‘Het kind leert dus pas iets als het er aan toe is.’ Op deze manier leert een kind zo veel mogelijk in het eigen tempo. Het kind heeft dus een grote mate van vrijheid. Wel probeert men de ontwikkeling te stimuleren door gebruik te maken van speciaal ontworpen montessorimaterialen.
Groepssamenstelling
Kinderen van 4-6 jaar zitten in de onderbouw van de basisschool; van 6-9 jaar in de middenbouw en van 9-12 jaar in de bovenbouw.
Zelfstandigheid
Volgens dit onderwijsconcept mag je – binnen bepaalde regels – zelf kiezen aan welke vakken je gaat werken. Dat kun je natuurlijk nog niet meteen de eerste dag, maar je wordt er in begeleid: je zult leren kiezen. Je krijgt meestal werk op voor een paar dagen of weken vooruit, waarna je zelf bepaalt hoe je je tijd indeelt. Ook in de dagelijkse keuzewerktijd kies je zelf met welk vak je aan de slag gaat.
Samenwerken
Regelmatig werk je andere leerlingen samen. Leeftijden en niveaus door elkaar. Zo leer je om jongere leerlingen te helpen of juist aan ouderejaars hulp te vragen. Kenmerkend voor het montessori-concept zijn verder de themaweken, waarin je bij verschillende vakken werkt aan hetzelfde thema, zodat je ziet wat die vakken met elkaar te maken hebben.
Ontwikkeling van kinderen centraal
Montessori gaat uit van gevoelige periodes. Een kind is dan meer dan ervoor of erna ontvankelijk voor het leren van bepaalde kennis en/of vaardigheden. Montessori verdeelde de ontwikkeling van de groei naar volwassenheid in drie perioden van ieder zes jaar.
De eerste periode van schepping: vanaf de geboorte tot en met zes jaar;
De periode van verkenning en wetenschap: van zes tot en met twaalf jaar
De periode van maatschappelijke gerichtheid, vanaf twaalf jaar.
Leeftijden geven gemiddelden aan want verschillen tussen individuen blijven bestaan.
Van kinderen wordt verwacht dat zij gemotiveerd zijn, omdat ze zelf hun werk kiezen. Hierom, en omdat het kind zelf de maat voor zijn eigen presteren is, worden er geen cijfers voor gemaakt werk gegeven. Er zijn dus geen cijferrapporten. De leider of leidster houdt wel een registratie bij waarin wordt vastgelegd wat een kind gedaan heeft en hoe het datgene wat gekozen werd verwerkt heeft.
Hoe ziet een schooldag eruit?
Het zelfstandig werken wordt onderbroken door groepsmomenten. Leerkrachten geven dus ook les aan de hele groep (begrijpend lezen, spelling, enz.). De kinderen verwerken de leerstof naderhand wel op hun eigen niveau en in hun eigen tempo. Het montessorimateriaal is zo ontworpen dat het één begrip op zeer gestructureerde wijze uitlegt. Niets in het montessorionderwijs gebeurt zomaar.
Meer informatie over Montessori onderwijs vind je hier.
In het jenaplanonderwijs staat het kind centraal. Samenwerken, samen spelen, samen vieren en zorg dragen voor elkaar, zijn kenmerkend voor de school. In het jenaplanonderwijs krijgen kinderen de ruimte zich zo breed mogelijk te ontwikkelen. Kinderen mogen verschillend zijn. Het doel is dat de kinderen van elkaar leren en dat ze verschillen leren respecteren.
Het jenaplanonderwijs is gericht op de opvoeding van kinderen en omvat daarom veel meer dan het aanleren van de standaard schoolse kennis en vaardigheden als lezen, schrijven en rekenen. Kinderen nemen deel aan de zogenaamde basisactiviteiten, spreken/communiceren, spelen, werken en vieren. De leerstof van een jenaplanschool komt uit de leefwereld van de kinderen en uit het cultuurgoed van de maatschappij. Elke jenaplanschool is anders, maakt andere keuzes en legt andere accenten.
Hoe is de dag ingedeeld?
De dagen zijn zo veel mogelijk ritmisch ingedeeld. De jenaplan-basisactiviteiten kring, werk, viering en spel komen gedurende een dag regelmatig terug.
Stamgroepwerk
Wereldoriëntatie ofwel ‘stamgroepwerk’ zoals het tegenwoord vaak wordt genoemd, is in het Jenaplan het hart van het onderwijs. Andere vakken zijn hieraan ondergeschikt. Je leert bijvoorbeeld lezen opdat je het in wereldoriëntatie kunt toepassen. Ervaren, ontdekken en onderzoeken staan centraal, evenals luisteren naar, en het werken en spelen met verhalen.
Ruimte voor spel
In een jenaplanschool worden de kinderen uitgedaagd om tot spel te kunnen komen en daar wordt binnen het ‘ritmisch weekplan’ (het rooster) ruimte en tijd voor vrijgemaakt. Aan de inrichting van de groep en school, zoals de verkleedkist, de huis- en poppenhoek, de spelletjeskast, de ontdektafel, inrichting van het speelplein, is zichtbaar en herkenbaar, dat spel in de dagelijkse gang van het onderwijs is geïntegreerd. Daarnaast zijn de onderwijsactiviteiten (spel en beweging, drama, vieringen, buitenspelen en ontdekken) gekleurd vanuit de ervaringsgerichte en ontwikkelingsgerichte visie van de school.
Groepssamenstelling
Bijna alle jenaplanscholen werken met zogenaamde stamgroepen. In een stamgroep zitten kinderen uit twee of drie verschillende leerjaren. Voor deze samenstelling is bewust gekozen. Leerlingen leren van de verschillen in de groep en van elkaar. De oudere kinderen helpen de jongere kinderen. Door de stamgroepen verandert de positie van kinderen na elk jaar: Een jongste wordt middelste, een middelste wordt oudste, enzovoorts. De kinderen doen daardoor belangrijke sociale ervaringen op.
In Nederland zijn ongeveer 220 jenaplanscholen die zijn aangesloten bij de NJPV. De link naar de Jenaplanvereniging vindt je hier.
Kleuters
In het kleuteronderwijs wordt vooral de fantasie van de kleuter gestimuleerd en geprikkeld; Er wordt niet aan voorbereidend leren gedaan. Cijfers en letters komen nog niet aan bod. De kinderen (4-5-6 jaar) zitten meestal drie jaar na elkaar in dezelfde klas. Bij het verlaten van de kleuterschool zijn de kinderen meestal een jaar ouder dan op reguliere scholen. Het kind gaat slechts in de voormiddag naar school (zodat het zijn indrukken thuis kan verwerken); veelal is er echter wel kinderopvang voorzien in de namiddag. De kleuterklas kan gezien worden als een grote huiskamer, helemaal afgestemd op de kinderen: warme kleuren, natuurlijke materialen, onafgewerkt speelgoed.
Ontwikkelfases
De kern van het vrijeschoolonderwijs is dat er rekening wordt gehouden met de ontwikkelfase van het kind. De eerste zeven jaar leren kinderen hun lichaam te gebruiken. De tweede zeven jaar worden dingen meer gevoelsmatig beleefd, er wordt een mening gevormd. Vanaf het 14e jaar kan een kind zelf leren nadenken en oordelen.
Hoe is de dag ingedeeld?
Elke dag verloopt volgens een vast ritme. De eerste uren van de dag krijgen de kinderen les in een hoofdvak. De rest van de dag zijn er vaklessen. Hoofdvakken zijn rekenen, taal, heemkunde, dier- en plantkunde, aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkunde. Vaklessen zijn bijvoorbeeld Engels en Duits, schilderen, gymnastiek, handenarbeid en toneel. De natuur is een belangrijk onderdeel van het onderwijspakket. Ook kunst staat zeer centraal.
Alle hoofdvakken worden gegeven in de vorm van periodeonderwijs. Dit betekent dat een vak zoals geschiedenis drie tot vijf weken lang iedere dag 2 uren wordt onderwezen. Op deze manier kan intensief worden onderwezen. Elke periode behandelt een bepaald thema. Ieder jaar wordt per klas een thema gekozen dat past bij de leeftijd van de kinderen. Gedurende het hele jaar worden er verhalen verteld die zijn gebaseerd op dit jaarthema. Deze verhalen kunnen ook de basis van de lessen zijn. De werkwijze van de vrijeschool biedt kinderen een individueel leertraject. Maar samenwerken en samen spelen vormen ook een belangrijk deel van het onderwijs.
Groepssamenstelling
De klassen zijn vrij groot: 25 tot 30 leerlingen (in grotere groep leert de mens zichzelf en de anderen beter kennen). Leren lezen, schrijven, rekenen gebeurt zeer geleidelijk en kan soms tot drie jaren duren. Op vele “gewone” scholen worden de prestaties beoordeeld met een cijfer. Steiner scholen hechten meer waarde aan de vorming van het karakter van het kind.
Kenmerkend is dat de leerlingen van de eerste tot de achtste groep dezelfde leerkracht hebben. In een klas op de vrijeschool zitten kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd. Deze kinderen blijven hun gehele lagere schoolperiode bij elkaar in de klas, Het gebeurt vrijwel nooit dat een kind blijft zitten.
Er 120 vrijescholen in Nederland die via een bestuur zijn aangesloten bij de Vereniging van vrijescholen. Dat gaat om 94 vrijescholen in het primair onderwijs en 26 vrijescholen in het voortgezet onderwijs. Voor uitgebreide informatie over dit schoolconcept, klik je hier.
Op een Freinetschool hechten ze belang aan de totale ontwikkeling van het kind. De nadruk ligt niet alleen op kennis vergaren maar ook op sociaal-emotionele vaardigheden. Ervaringen en belevingen van de kinderen zijn het uitgangspunt voor het onderwijs. De leerkracht en de groep zorgen er samen voor dat hier zinvol mee gewerkt kan worden. Het onderwijs vindt niet plaats aan de hand van vaste methodes, maar vertrekt vanuit de ervaringen en belevingen van de kinderen. Kinderen zouden zich de stof sneller eigen maken als ze het zelf kunnen ontdekken, zonder uitleg vooraf.
De organisatie van het klasleven ligt meer in de handen van de kinderen. Kinderen plannen zelf en staan in voor het eigen werk en de kwaliteit ervan. Er is keuzevrijheid in de leerstof en hoe ze die aanpakken. De nadruk ligt op democratie en overleg in de klas. De leerkracht bepaalt niet wat er gebeurt, maar de groep en de leerkracht plannen in democratisch en coöperatief overleg het werk.
Hoe is de dag ingedeeld?
De schooldag begint standaard met de klassenvergadering, waarin volgens een vaste routine de dingen van de dag worden doorgesproken, zoals werkafspraken en het programma van uur tot uur. De dag eindigt met een korte terugblik en een bespreking van de punten die de kinderen en de leerkracht gedurende de dag op het vragenbord hebben geschreven.
Er is aandacht voor lerend ontdekken. Je leert pas echt als je al handelend experimenteel kan zoeken en ontdekken en daar met anderen over van gedachten kan wisselen. Er wordt verwacht dat ouders veel bijdragen aan het onderwijs.
Voor meer informatie over Freinetscholen, klik je hier.
Dit is een zeer nieuw schoolconcept. Hoewel ook ‘oudere’ concepten veel aandacht voor individueel leren hebben, gaan deze concepten een stap verder.
Dit is een vrij nieuw onderwijsconcept voor gepersonaliseerd leren. Het is in Zweden ontwikkeld, vandaar die lastige naam. In het Zweeds betekent skolan school en kunskap kennis. Op deze scholen volg je een individueel leerplan. Het wordt ook wel maatwerkonderwijs genoemd.
Hoe ziet een schooldag eruit
O[ een kunskapsskolan-school werkt iedere leerling op zijn eigen niveau en in zijn eigen tempo aan zijn eigen leerdoelen. De leerdoelen bepaal je samen met je leraar en ook je ouders worden daarbij betrokken. Je zit niet altijd met dezelfde leerlingen in dezelfde klas. Je volgt workshops of lezingen en werkt elke dag met je laptop aan je eigen lessen. Je hebt een vaste leraar/coach die je helpt om je werk te plannen en goed af te maken. Vakken waar je goed in bent, mag je op een hoger niveau doen.
Gepersonaliseerd onderwijs verbindt de ambities en talenten van leerlingen met wettelijke leerdoelen, op meerdere niveaus en omschreven in heldere taal. Er wordt leerdoel gericht gewerkt, |Je kind haalt elk leerdoel op zijn eigen niveau. De leraar ‘stuurt’ de leerling, maar zodra een leerling laat zien het aan te kunnen, krijgt hij meer ruimte. Dat wordt ‘afnemende sturing’ genoemd.
In Nederland zijn op dit moment ongeveer 60 scholen die met dit concept werken. Meer informatie over kunskapsskolan vind je hier.
Agora onderwijs bestaat hier sinds 2013. Het is een vorm van gepersonaliseerd leren. Het is volledig maatwerkonderwijs. De leervraag van de leerlingen staat centraal, hun nieuwsgierigheid is leidend. Dat betekent niet dat elk kind zelf maar kiest wat het leert. Elke leerling heeft een eigen coach die de leerling begeleidt en samen met de leerling bepaalt wat op een bepaald moment zinvol is en wat niet. Door deze individuele aanpak volgt iedereen zijn eigen leerroute. Er is dus veel vrijheid, maar zeker geen vrijblijvendheid
Kenmerken van Agora
In het maatwerkonderwijs van Agora staat de leervraag van elke leerling centraal. Niet de vakken of het onderwijssysteem zijn leidend, maar de nieuwsgierigheid van het kind zelf.
Een sleutelrol is weggelegd voor de leraren, die hier coaches worden genoemd. Iedere leerling heeft een eigen coach die stimuleert, inspireert, adviseert en feedback geeft. Maar kinderen leren niet alleen, ze leren te midden en samen met anderen. Leerlingen leren door zelf onderzoek (challenges) te doen in vijf werelden:
* wetenschappelijke wereld
* kunstzinnige wereld
* maatschappelijke wereld
* sociale/ethische wereld
* spirituele wereld
Ander kenmerk van Agora is dat ouders actief participeren. Leerlingen doen uiteindelijk een gewoon eindexamen en behalen een gewoon diploma.
Wil je meer weten over Agora onderwijs, kijk dan hier.
De achterliggende gedachte van het democratische onderwijs is dat kinderen zich in vrijheid en gelijkwaardigheid ontwikkelen. De bedoeling is dat leerlingen zelfgestuurd leren en mee kunnen beslissen over de invulling van de leeromgeving. De doelstelling ervan is dat democratisch onderwijs zorgt voor authentieke, open-minded, verantwoordelijke personen die dichtbij zichzelf staan en zich kunnen manifesteren in de moderne samenleving.
Democratische scholen worden niet gefinancierd door de overheid. Het zijn particuliere scholen. Als je wilt dat je kind democratisch onderwijs volgt, moet je dit dus zelf betalen. De kosten zijn voor iedere school verschillend. Ook heeft een particuliere school geen zorgplicht. Lees meer over zorgplicht in ons dossier onderwijs. Lees hier meer over democratisch onderwijs.
auteur: Anton Horeweg
Anton Horeweg is gedragsspecialist (M SEN) en vijfendertig jaar leraar in het basisonderwijs. Hij is auteur van de verschillende boeken.
Anton Horeweg heeft zitting in Expertteams Project Leer-Kracht: (NCOJ) en KC-KJP), werkt mee aan Academische Werkplaats ADHD en druk gedrag, was opleider bij het NCOJ, en is veelgevraagd spreker op scholen en congressen. Meer info over Anton vind je op de website gedragsproblemen in de klas . Anton is vaste columnist van Balans Magazine en adviseur van Balans.
Heb je aanvullingen over schoolconcepten/onderwijsvormen? Stuur dan een mail naar [email protected] . Vast bedankt!
Vraag jij je af welke school passend is voor je kind, en waar je op moet letten? En wil je daar graag eens met een ervaringsdeskundige praten? Neem dan eens contact op met onze Advieslijn.
LANDELIJK BUREAU BALANS
Kosterijland 7
3981 AJ Bunnik
Nederland
Kvk nummer: 404.80.851
RSIN nummer: 007446871
IBAN: NL76 INGB 0000 507708
Voor inhoudelijke vragen
Ma, di, wo, do.: van 10.00 – 13.00 uur
(030) 225 50 50 via keuzemenu 3
Ma t/m do: van 10.00 – 13.00 uur
(030) 225 50 50
Overige vragen kunt u stellen via het Contactformulier
Adverteren
[email protected]
BalansAdvieslijn:
Contactformulier
Ledenadministratie:
Contactformulier
Volg ons
Deze website is gemaakt door Project Icarus!
Project Icarus is een uitdagende en leerzame plek voor jongvolwassenen met een beperking die zichzelf willen ontwikkelen op het gebied van computers en ICT.
Wil je ook je website laten maken door Project Icarus?