Scroll Top


Niet over alles de strijd aangaan.

Portret van een Balans-gezin. Dit keer: Irma en Niels en hun kinderen Stijn en Emma. Stijn heeft autisme en verbleef zeven maanden in een gesloten inrichting.

Uit het dagboek van Irma

We hadden Stijn graag willen voorbereiden. Hij moest weg, want het was onveilig. Dat snapten we, maar we hadden het graag anders gedaan.

Irma wijst op het schrift waarin ze alles heeft opgeschreven: Stijn is uit huis geplaatst op 20 december 2017 om 17.30 uur. ‘Kijk, hier staat het. Van het ene op het andere moment in een busje afgevoerd naar een gesloten inrichting. Afgevoerd, ja, zo noem ik het maar even. Zo voelde het toen.’ Dat er iets ingrijpends moest gebeuren, stond vast; al maanden ging het bergafwaarts. Stijn erkende het gezag van zijn ouders niet meer, hij werd agressiever, gooide met van alles als hij overprikkeld was, smeet een kruk door de kamer. Bovendien richtte zijn agressie zich tegen zijn ouders. ‘Het begint met een tikje, dan geeft hij je een klap, daarna een schop tegen je been. Je gaat het normaal vinden, totdat iemand zegt: hé, ik zie dat je zoon je slaat. Je moet het van buitenaf horen om te beseffen dat er een grens is bereikt, dat het gevaarlijk was in huis.’ Het was de buurman die Veilig Thuis inschakelde. ‘Onze huizen zijn gehorig, de buren kregen alles mee. Misschien is dat onze redding geweest.’ Het werd al snel duidelijk dat het te laat was om met behulp van gespecialiseerde zorg uithuisplaatsing te voorkomen. Er volgde een spoedplaatsing, die helemaal verkeerd ging omdat hij daar ook meteen agressief werd. ‘Stijn ging daar door het lint, sloeg een televisie doormidden. Ik kan het nu zonder emotie vertellen, maar dat heeft lang geduurd. Het ergste was nog wel dat je je niet meer met je kind mag bemoeien zodra het binnenstapt in zo’n inrichting. De begeleiders nemen het direct over. Stijn was zó verdrietig. Wij probeerden zo positief mogelijk te zijn: je gaat hier heel veel leren.’

Uit het dagboek van Irma

Is het nog van deze tijd, dat ouders en kinderen zo abrupt uit elkaar worden getrokken? Dat je met het zweet op je rug een rugzakje vol kleren propt en je kind voorliegt dat hij naar een plek gaat waar hij het heel goed gaat hebben?

‘Ik voelde me depressief, belandde in een rouwproces. Die somberte hing als een jas om me heen. Ik heb altijd een groot gezin gewild met vier, vijf kinderen. Nu had ik er nog maar één, zo voelde ik dat toen. Het was Niels die zei: Irma, we gáán dit doen, je móét die stip op de horizon blijven zien.’ Ze noemt ook haar geloof, het elke dag samen bidden dat haar steun gaf. ‘Daar heb ik zoveel kracht uit kunnen halen, zónder was het moeilijker geweest.’

Toen Stijn na de spoedopname op de juiste plek werd geplaatst, kon iedereen beginnen met opbouwen. Stijn én zijn ouders. ‘Hij moest leren zijn agressie te beteugelen, zowel fysiek als verbaal. Wij moesten leren goed om te gaan met hem, zó te leren reageren dat zaken niet meer uit de hand liepen, dat het veilig zou worden in huis. Dat was nodig, ook voor Emma. Zij was bang geworden van haar eigen broer. Het was voor haar een opluchting toen Stijn weg was. Emma is een wijs kind, dat zich makkelijk aanpast, maar ze moet ook kind kunnen zijn.’

Niels en Irma gingen aan de slag met de training De Nieuwe Autoriteit, een methodiek die handvatten aanreikt om moeilijke zaken in het gezin soepeler te laten verlopen. Zonder stemverheffing praten, het ijzer smeden als het koud is en alleen onacceptabel gedrag aanpakken. ‘Dus gedrag dat je kunt negeren laten gaan, bijvoorbeeld niet correct aan tafel zitten. En ook geen aandacht besteden aan gedrag dat je eigenlijk moet aanpakken, zoals een boer laten aan tafel. Je gaat alleen de strijd aan over dingen die je niet kán accepteren. Uiteindelijk gaat het dan maar om tien procent van iemands gedrag.’

Uit het dagboek van Irma

Ik leer ook veel, hulpverleners houden me een spiegel voor. Want wat ben ik druk en wat praat ik veel. Verkeerde grappen op het verkeerde moment. Het moet en kan rustiger, zeker als ik met Stijn praat.

Als Stijn na zeven maanden thuiskomt, is er spanning: hoe zal het gaan, is het mogelijk voor veiligheid te zorgen, voor ieder gezinslid? Irma en Niels gaan aan de gang met de handvatten van de training. Stijn die zijn haren niet wil kammen? Prima. Alleen maar een joggingbroek aan willen? Waarom niet? Tandenpoetsen met een vinger? Ook goed, als het ’s avonds maar met een borstel gebeurt. ‘We kwamen meteen in een positievere flow terecht. Ik voelde dat het beter ging als ik Stijn niet zo op z’n nek zat, als ik niet meteen met een harde stem tegen hem tekeerging.

Ik pakte een kussen, ging erop zitten, keek Stijn aan en zei niets. Dat hielp. Voor hem en voor mij. Wat ik ook leerde: als ouder ben ik de barometer van Stijns stemming. Als ik gestrest ben, wordt Stijn ook druk; ben ik rustig, dan is hij dat ook. En geen vragen aan hem gaan stellen op moeilijke momenten. Dat klinkt logisch, maar je moet erop worden gewezen om het te zien. Wat ik wel moeilijk vond, was dat ik zaken zó anders moest aanpakken, op een manier die zo tegennatuurlijk was voor mij als moeder: doe nú je jas aan. Houd nú je mond. Bijna militaristisch. Zo ben ik niet, maar het moest af en  toe en het had ook effect.’

Na de training volgde nog individuele ouderbegeleiding en nu is de hulp gericht op het vinden van bezigheden voor Stijn. ‘Stijn gamede al veel, dat vond ik niet goed. Toen hij weer thuis kwam wonen, was ik zo blij dat ik hem de tablet gaf: hier jongen, doe wat je wil. Nu zit hij het liefst hele dagen op zijn kamer te gamen en het is moeilijk daar verandering in te brengen.’ Irma en Niels kwamen in aanraking met Empower, een stichting die ‘Bouwt aan vertrouwen’ door individueel te sporten met kinderen met autisme.

Uit het dagboek van Irma

Floris is groot en sterk, precies de man tegen wie Stijn opkijkt. Hij komt twee keer in de week sporten met Stijn. Hardlopen, kanoën, schieten met pijl en boog. Stijn leeft op, zijn wereld is al ietsje groter geworden.

‘Het is belangrijk om de balans te zoeken tussen gamen  en andere activiteiten. Door het sporten met Floris (van  Empower) gaat dat beter. Stijn gaat steeds meer naar buiten  om te spelen met buurtvriendjes of om te springen op de trampoline.’ Met het gezin gaat het ook goed. Emma’s  grootste wens is in vervulling gegaan met de komst van pup Jimmy. Een bolletje wol dat ook positief werkt voor Stijn. Irma heeft weer een studie opgepakt. Over een jaar is ze autismecoach. Ze vergaapt zich niet meer aan gezinnen met vijf kinderen (‘Ik kijk gewoon Een huis vol!’), maar kan nu denken: wat hebben wíj een mooi gezin.

De zorgen die er nu zijn, gaan vooral uit naar een school voor Stijn. ‘Hij zit nu in havo 2, in een speciale klas op een school voor speciaal onderwijs. Cognitief gaat dat goed, maar sociaal-emotioneel niet. We zijn op zoek naar een andere school.’ Ook de toekomst is nog ongewis.’ Het is afwachten hoe het verder met Stijn gaat, zo rond zijn  twintigste zal duidelijker zijn hoe hij zich uiteindelijk heeft ontwikkeld. Het kan zijn dat hij zelfstandig gaat wonen, maar ook dat dit niet haalbaar is en dat hij altijd bij ons zal blijven. Laatst reden Niels en ik in de auto achter een ouder echtpaar. Hun zoon zat op de achterbank. We stootten elkaar aan: kijk, dat zijn wij, later…’

Privacy Preferences
When you visit our website, it may store information through your browser from specific services, usually in form of cookies. Here you can change your privacy preferences. Please note that blocking some types of cookies may impact your experience on our website and the services we offer.