Scroll Top

Prof. dr. Bert Steenbergen beantwoordt lezersvragen van Brenda Verhoeven over DCD.

1.

Het aankleden is elke ochtend een ramp voor Tim, ons negenjarig zoontje. En zijn veters strikken gaat ook moeizaam. Ik vraag me af of dat ooit gaat lukken. Moeten we nu al denken aan DCD?

DCD is de formele diagnose die vanaf vijf jaar kan worden gesteld. Als je het vermoeden hebt bij jouw zoon, dan zou ik Tim door een fysiotherapeut laten testen. Let wel, het achterblijven van de motoriek ten opzichte van leeftijdgenootjes hoeft niet altijd DCD
te zijn. Bij de diagnose DCD spelen meer aspecten mee dan alleen de motoriek, bijvoorbeeld ook aandacht.

2.

Hij lijdt er nog niet onder, maar bij gym wordt Tim ook altijd als laatste gekozen. Moeten we dit bespreken met zijn juf? Wij vinden dit wel heel vervelend voor hem.

We hebben in 2016 een congres georganiseerd over ‘meedoen met sport’ voor kinderen met motorische beperkingen, waaronder DCD. Daarbij hadden we een tafeldiscussie met experts en werd uit het publiek exact dezelfde vraag gesteld. Het antwoord van de expert (gymdocent/onderzoeker naar DCD) was dat dit didactisch en pedagogisch het slechtste is dat je als docent kunt doen, omdat je altijd de situatie krijgt dat de ‘mindere’ sporters niet of als laatste worden gekozen. Ik zou dit zeker bespreken met de juf en aangeven dat het wellicht beter is als de docent zelf de groepen indeelt, om dit soort vervelende (en terugkerende) situaties te voorkomen. Of laat Tim zelf als eerste zijn team kiezen.

3.

Groeit Tim over zijn motorische- en coördinatieproblemen heen? Hoe kunnen wij daar als gezin de juiste randvoorwaarden voor scheppen?

Uit onderzoek is bekend dat kinderen niet altijd over de motorische problemen heen groeien. Dus is het een beetje lastig een pasklaar antwoord te geven voor jullie situatie. Over het algemeen geldt wel dat er voldoende, en vooral ook gevarieerde, bewegingsstimulatie moet zijn. Maak het bijvoorbeeld voor Tim uitdagend om juist te gaan bewegen/exploreren. Bewegingservaring met veel variatie is zeer belangrijk om de coördinatie te verbeteren. Let daarbij ook goed op dat je Tim niet overvraagt, dus probeer in te schatten wat voor hem voldoende uitdagend is, en tegelijkertijd nog wel binnen zijn mogelijkheden ligt. De negatieve ervaring die kinderen in het algemeen met bewegen hebben, leidt er vaak toe dat ze een negatief zelfbeeld ontwikkelen, steeds minder bewegen en als gevolg daarvan weer achteruitgaan qua coördinerende vaardigheden.

Prof. dr. Bert Steenbergen is bewegingswetenschapper en verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Belangrijk uitgangspunt van zijn leeropdracht is om een brug te slaan tussen wetenschap en praktijk op het werkveld van de motorische (bijv. DCD) en visuele beperkingen in relatie tot leren en gedrag. Daarbij staat de samenwerking tussen de wetenschap en de praktijk centraal. Zie beweginginzicht.nl

Meer weten?

Lees hier ons hele dossier over DCD. Wil je eens praten met een ervaringsdeskundige? Neem dan eens contact op met onze Advieslijn (zie link voor openingstijden). Bereikbaar op nummer 030-2255050. Je kunt ook ons contactformulier invullen.

Privacyvoorkeuren
Wanneer u onze website bezoekt, kan deze informatie opslaan via uw browser van specifieke services, meestal in de vorm van cookies. Hier kunt u uw privacyvoorkeuren wijzigen. Let op dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze website en de diensten die wij aanbieden.