Scroll Top

Joy van Krevelen, orthopedagogisch medewerker, werkt bij Medisch Orthopedagogisch Centrum ’t Kabouterhuis op de observatiegroep met kinderen van 2 t/m 4 jaar. Op deze groep worden kinderen geobserveerd om erachter te komen met welke problemen zij kampen, maar vooral om te zien wat zij nodig hebben om zich zo goed mogelijk te kunnen ontwikkelen. 

‘De kinderen op de groep gebruiken nog geen gesproken taal’ 

Ik sta bij het aanrecht om de bakjes en bekers van het fruitmoment af te wassen en kijk rond op de groep. Vóór mij gooit een kindje de bak duplo om en vanuit mijn ooghoek zie ik dat Sander (3) op de bank klimt. In de linkerhoek springt Eva op de trampoline met Daan. Enzo speelt op het speelkleed met de auto’s. Hij speelt graag alleen, want hij vindt het vervelend als andere kinderen zijn spel verstoren.

Non-verbale communicatie

De kinderen op de groep gebruiken nog geen gesproken taal om iets duidelijk te maken. Ze gebruiken voornamelijk non-verbale manieren om te communiceren. In hun contact met volwassenen is dat gemakkelijker dan met andere kinderen. Maar ook voor volwassenen is het communiceren zonder woorden erg lastig. De kinderen kiezen er bij ons op de groep daarom vaak voor om je hand te pakken en je mee te trekken en te wijzen.

Kernwoord

Om de taalontwikkeling te stimuleren noemen we het kernwoord van waar zij naar wijzen, bijvoorbeeld ‘puzzel’. Dit kernwoord ondersteunen we met een gebaar. Door de gesproken taal te combineren met een gebaar, leren kinderen makkelijker nieuwe woorden aan, maar bovenal wordt de boodschap sneller begrepen. Daarnaast kunnen ze de gebaren ook zelf gebruiken om te communiceren. Met het aanleren van een aantal basisgebaren, zoals ‘stop’, ‘open’ en ‘helpen’, kan een kind zich in verscheidene situaties uitdrukken. Het aanleren van deze gebaren gaat niet altijd gemakkelijk. Het vergt veel voordoen, samen doen, consequent zijn en voornamelijk geduld. 

Gebaren

Sander, die ondertussen van de bank is afgeklommen, besluit dat hij ook met de auto’s wil spelen. Het liefst met de auto die Enzo al vast heeft. Sander komt op een drafje aangelopen en reikt zodra hij er bijna is, met zijn hand naar de auto van Enzo. Enzo kijkt op en lijkt enigszins te schrikken, maar strekt zijn arm resoluut naar voren en houdt zijn hand op met zijn palm gericht naar Sander. Dit is het gebaar voor ‘stop!’ 

Blijdschap

Mijn collega en ik kijken elkaar aan: ‘Zag je dat?!’ zeggen we tegelijk. Enzo heeft tot nu toe nog niet eerder zelfstandig en adequaat een gebaar ingezet om te communiceren met anderen. We hadden dit dan ook niet zien aankomen. De blijdschap en trots die wij beiden voelen, geeft me een voldaan gevoel. Mijn werk op de groep is dynamisch, uitdagend en fantastisch. 

Privacy Preferences
When you visit our website, it may store information through your browser from specific services, usually in form of cookies. Here you can change your privacy preferences. Please note that blocking some types of cookies may impact your experience on our website and the services we offer.