Scroll Top

Kennis over (zeer) makkelijk lerenden/hoogbegaafden

Het begrip zeer makkelijk lerend

Onderstaande tekst is opgesteld door dr. Willy de Heer. Voorheen was deze informatie te vinden op de website van het Kenniscentrum Makkelijk Lerenden (KML). [logo invoegen]. Op 14 februari 2023 hebben het KML en Balans, vereniging voor ouders, hun samenwerking officieel gemaakt [link naar artikel volgt]. Daaruit volgt ook dat de content van de website van het Kenniscentrum is geïntegreerd in de website van Balans.
De wetenschappelijke en vakinhoudelijke informatie uit de publicaties van Willy de Heer en het Kenniscentrum, is hier op toegankelijke wijze weergegeven.

Op deze pagina vind je de volgende informatie:

Wat is zeer makkelijk lerend/hoogbegaafd?

Zeer makkelijk lerenden of hoogbegaafden leren van zichzelf zeer makkelijk. Zij beschikken over zeer hoge algemene intelligentie.

Waarom het begrip ‘zeer makkelijk lerend’?

De psychologische wetenschap houdt zich bezig met intelligentie en ontwikkeling. Hierbij gebruikt men begrippen als gemiddeld intelligent, zwak- en hoogbegaafd. Een nadeel hiervan is, dat deze termen nogal beladen zijn. Leerlingen – en ook hun ouders – kunnen daar ‘last’ van hebben. Juist daarom wordt in het onderwijs sinds jaar en dag gesproken over zeer moeilijk lerende kinderen. En precies daarom worden de scholen voor deze leerlingen zmlk-scholen genoemd. Zeer moeilijk lerend is in de onderwijsomgeving ook een logischer term dan zwakbegaafd / leerling met een verstandelijke beperking, omdat in het onderwijs de leerprocessen van de leerlingen centraal staan.

Signalering, kenmerken van zeer makkelijk lerenden of hoogbegaafden en mogelijke gevolgen niet-passend onderwijs

Vaststelling

Vaak wordt iemand herkend als zeer makkelijk lerende of hoogbegaafde als hij of zij blijk geeft over een zeer hoge intelligentie te beschikken. Als ‘objectieve’ meetmethoden worden vaak gebruikt:

  • een score van hoger dan 130 op een IQ-test;
  • een leervoorsprong van 2 leerjaargroepen of meer;
  • een leerrendementsquotiënt (LRQ) van 1,5 of hoger.

 

Voor de vaststelling zeer makkelijk lerend / hoogbegaafd is niet zozeer een intelligentie- of IQ-test nodig. Een testuitslag kan namelijk een vertekend beeld geven. 


Ten eerste kan het zijn dat de mogelijkheden van het kind niet tot uiting komen in IQ-score. Als een kind bijvoorbeeld niet lekker in zijn vel zit, stress ervaart of is gaan onderpresteren, dan kan de IQ-score (veel) lager zijn dan in andere omstandigheden.


Ten tweede zijn er veel verschillen tussen psychologische testmethodes en ook tussen interpretaties van de testresultaten. Uitslagen kunnen verschillen per testmethode.


De scherpe scheiding die wordt aangebracht om te bepalen of een individu hoogbegaafd is (IQ-score hoger dan 130), is dan ook kunstmatig en omstreden.
Het is daarom van belang , en zelfs beter, om ook informatie uit andere bron mee te wegen bij de bepaling of een individu hoogbegaafd is. Denk bij andere bronnen aan ouders, verzorgers, maar ook het consultatiebureau en de kinderopvang.

Belangrijke vragen bij de bepaling of iemand zeer makkelijk lerend of hoogbegaafd is:

  •  Wat is het gedrag van het kind in de thuissituatie?
  • Welk gedrag liet het kind zien voordat het in een schoolomgeving verkeerde?

Wat is het nut van het etiket of label zeer makkelijk lerend?

Het gebruik van etiketten of labels zoals zeer makkelijk of moeilijk lerend in de onderwijsomgeving, is vooral van praktisch belang. Hiermee kan de leerkracht / de docent inschatten of een kind van zichzelf makkelijk of juist moeilijk leert, hoe het leert en waaraan het behoefte heeft bij het leren. Het helpt in het onderwijs de juiste aanpak, begeleiding, lesmateriaal en ondersteuning te bieden. Het kan ook de ouders helpen om het kind op een passende manier te ondersteunen en te begeleiden. Ten slotte kan het voor het kind zelf makkelijker zijn als het de oorzaak van zijn problemen weet. Hierdoor kan hij of zij deze beter begrijpen en het aangepaste onderwijs makkelijker accepteren.

Is de uitslag van een IQ-test doorslaggevend?

Nee, die is niet doorslaggevend.
Ten eerste heeft een IQ-score altijd een zekere mate van onbetrouwbaarheid in zich. Er is namelijk altijd wel sprake van een zekere meetfout. Daarom ligt een IQ-score in een bepaalde reikwijdte van scores. Dit wordt het betrouwbaarheids- of waarschijnlijkheidsinterval genoemd. Hoe groter de betrouwbaarheid is van de test, hoe nauwkeuriger. Bij een IQ-score van 70 en een betrouwbaarheid van de test van 95%, zal de meetfout 7 punten bedragen. De IQ-score zal dan tussen de 63 en 77 liggen.
Ten tweede moet een testscore in zijn verband worden gezien. Deze is soms minder goed gemeten als het met een leerling op school niet zo goed gaat. Dit kan tot uiting komen in een “daling” van het gemeten IQ: bijvoorbeeld een 13-jarige die op 15-jarige leeftijd ‘daalt’ van IQ-score 149 naar een score van 123.
De bepaling van de intelligentie is met IQ-tests zéker niet eenvoudig vast te stellen wanneer de IQ-scores (zeer) ver afwijken van de gemiddelde IQ-score.

Hoogbegaafden kunnen toch niet perse makkelijk leren?

Nou, dat kunnen ze wel. Vanuit zichzelf leren deze kinderen zeer makkelijk. Als het onderwijs niet aan hen wordt aangepast, dan leren zij op den duur niet (meer) makkelijk. Sterker nog, zij kunnen zulke slechte resultaten gaan halen dat zij naar een ander schooltype worden verwezen. Of ze verdwijnen zelfs uit het onderwijssysteem.

Waar komt de term zeer makkelijk lerend vandaan?

De term zeer makkelijk lerend is de tegenhanger van de al lang ingeburgerde term zeer moeilijk lerend. Het begrip zmlk-scholen bestaat al sinds begin 20e eeuw en scholen met deze naam bestaan nog steeds.
De term zeer moeilijk lerend is in de schoolomgeving een gebruikelijk begrip. Het is een pedagogische term, waarmee wordt aangegeven dat er sprake is van een leerachterstand. Deze kinderen behalen op een intelligentietest een score van 50 tot en met 69. De psychologische term voor deze leerlingen is: kinderen met een lichte intellectuele of verstandelijke beperking.
Het is gebleken dat het meerwaarde heeft voor de betrokken leerlingen, ouders en onderwijsprofessionals als de naamgeving aan de omgeving is aangepast. Hiermee wordt namelijk de situatie van het kind duidelijk gemaakt, zonder dat een bepaalde connotatie of gevoelswaarde wordt meegegeven.

In de onderwijsomgeving zijn de volgende begrippen volledig ingeburgerd:

  • Zeer moeilijk lerend bij de score 50 – 69;
  • Moeilijk lerend bij de score 70 – 79;
  • Matig lerend bij de score 80 – 89.

 

In haar proefschrift ‘Gelijkheid troef in het Nederlandse Basisonderwijs’ heeft Willy de Heer de naamgevingen bij IQ-scores van 90 of hoger eveneens aangepast aan het gebruik in de schoolomgeving. Hierbij zijn de tegenhangers van de hiervoor genoemde begrippen geïntroduceerd:

  • Gemiddeld lerend bij de score 90 – 110;
  • Bovengemiddeld lerend bij de score 111 – 120;
  • Makkelijk lerend bij de score 121-130;
  • Zeer makkelijk lerend bij de score hoger dan 130.

 

Ten overvloede: vanuit zichzelf leren de laatstgenoemde twee groepen kinderen makkelijk of zeer makkelijk. Maar als het onderwijs niet aan hen is / wordt aangepast, dan leren zij op den duur niet (meer) makkelijk.

Hoe kunnen de problemen van zeer moeilijk en zeer makkelijk lerenden vergelijkbaar zijn?

Zeer moeilijk en zeer makkelijk lerende kinderen lopen tegen vergelijkbare problemen aan. Mensen in hun omgeving overschatten, respectievelijk onderschatten hun cognitieve, sociale en emotionele mogelijkheden. Dit is een belangrijke reden voor het ontstaan van leer- en gedragsproblemen van deze kinderen.

Beide groepen kinderen hebben op cognitief, sociaal, emotioneel en psychisch gebied aangepast onderwijs nodig.

klik hier voor meer informatie.

Wat zijn de kenmerken zeer makkelijk lerenden

Em prof. dr. Ton Mooij.

klik hier voor meer informatie.

noemt de volgende kenmerken van zeer makkelijk lerende leerlingen die in een schoolse omgeving verkeren die de ontwikkeling van het kind ondersteunen.

Het kind:

  1. heeft een grote behoefte aan regelmatig nieuwe en zelfgekozen onderwerpen, interesses, en activiteiten;
  2. wil en kan grotendeels zelf de benodigde kennis vergaren, onderzoeken, structureren, en analyseren in een grotendeels zelf samengesteld eigen onderwijsprogramma;
  3. is in staat om de kern van de “verplichte leerstof“ in het eigen onderwijsprogramma in te passen;
  4. kan hard en relatief zelfstandig werken;
  5. kan veel meer dan de verplichte leerstof in relatief korte tijd verwerken;
  6. kan in grote mate zelf verantwoord plannen, uitvoeren, corrigeren, en hiervan leren;
  7. kan veelal goed samenwerken met andere leerlingen. Hierbij zijn echter het niveau en de snelheid van werken voor de zeer makkelijk lerende leerling belangrijker dan de leeftijd van degenen met wie wordt samengewerkt;
  8. wil graag vertellen over de eigen bezigheden en de resultaten ervan, mits dit door de omgeving positief gewaardeerd wordt.

Zeer makkelijk lerende leerlingen zijn gemotiveerd om zich verdergaand te ontwikkelen, zo mogelijk op moeilijkere en eventueel verwante terreinen. Zij vallen volgens em. prof. dr. Ton Mooij (in het begin) in de onderwijsomgeving in het algemeen op door:

  • een hoger beginniveau;
  • grotere “leer”-stappen;
  • meer abstraherende leeractiviteiten;
  • meer eigen structurering van de leerling;
  • langere werkperioden;minder herhaling;
  • kwalitatief rijkere, kortere begeleiding door de leerkracht;
  • meer zelfstandig willen en kunnen werken.

Is het niet zo dat ouders alleen maar willen dat hun kind zeer makkelijk leert?

Het beeld dat ouders graag willen dat hun kind zeer makkelijk leert, is erg hardnekkig . Natuurlijk vindt een ouder het fijn als het kind weinig moeite heeft met leren. Een hoogbegaafd kind ontwikkelt zich echter niet alleen zeer snel, maar verschilt ook op andere ontwikkelingsgebieden van zijn leeftijdsgenoten. Zo voelen deze kinderen zich vaak eenzaam, omdat ze niet passen bij hun leeftijdgenoten. Dat is voor kind èn ouder moeilijk.

klik hier voor meer info 

Maar uit onderzoek blijkt toch dat ouders leraren onder druk zetten?

In 2018 is de nodige ophef ontstaan over dit onderwerp. Dit werd gevoed het onderzoeksrapport EenVandaag . Ouders zouden leraren onder druk zetten vanwege het schooladvies van hun kind en zich schuldig maken aan intimidatie, bedreiging en zelfs chantage van de leerkrachten. CNV Onderwijs riep ouders op leraren te respecteren.
Dit nieuwsbericht was echter vooral gebaseerd op de samenvatting van de onderzoeksresultaten. En deze gaf geen goed beeld van de resultaten.

In de samenvatting van het onderzoeksrapport van EenVandaag en CNV Onderwijs  werd vermeld dat 75% van de leraren van de groepen 7 of 8 aangaf onder druk te zijn gezet door ouders vanwege hun schooladvies. Uit de onderzoeksresultaten blijkt echter, dat van de leraren 2% vaak, 14% regelmatig en 59% soms druk van ouders heeft ervaren om een schooladvies aan te passen. Op die 75% valt dus wel wat af te dingen. En druk ervaren is ook nog iets anders dan onder druk gezet zijn. Bovendien heeft 52% van de leraren die aan het onderzoek deelnamen zelfs aangegeven niet zo veel druk van ouders op hun werk te ervaren. Ook zou bij 53% van de leraren die schooladvies gaven die druk meer dan eens grensoverschrijdende vormen aannemen. Maar dit bleek eigenlijk bij 9% van deze leraren het geval te zijn. 44% van de leraren heeft hier een enkele keer mee te maken gehad.
Na de publicatie riep het CNV Onderwijs ouders op leraren te respecteren . Een leraar is namelijk een professional en die weet heel erg goed wat een leerling het beste kan gaan doen. Dus die weet een waardevol advies te geven.
Veroorzaakte echter het gebrek aan respect de druk die leerkrachten ervaren? Uit de onderzoeksresultaten van EenVandaag blijkt dat 90% van de leerkrachten de betrokkenheid van de ouders in het algemeen als redelijk tot zeer positief ervaart. Dus is hier sprake van een gebrek aan respect?

Wat zijn de gevolgen van onvoldoende aangepast onderwijs?

Op school is de lesstof veelal afgestemd op de gemiddeld lerende leerling (zie hier voor meer informatie
Zo’n lesaanbod heeft nadelen voor de makkelijk lerende leerling(en), maar ook voor de moeilijk lerende leerling(en) in de groep of klas. Beide groepen leerlingen lopen kans minder te presteren (“onderpresteren”) dan zij zouden kunnen, omdat zij worden over- of ondervraagd. In hun leerbehoeften wordt niet of onvoldoende voorzien. Dit kan grote gevolgen hebben, ook voor hun leven na de basisschool.
Van zeer makkelijk lerenden is bekend dat zij door onvoldoende aangepast onderwijs belemmerd worden in hun ontwikkeling; hun motivatie om te leren kunnen verliezen; zich gedurende hun gehele schooltijd kunnen vervelen. Hierdoor en door de stress die deze leerlingen ervaren, kunnen zij depressieve gevoelens en sociale, emotionele en psychische problemen ontwikkelen. Deze problemen zijn ook niet zomaar verdwenen als de leerling vervolgonderwijs gaat volgen. Vaak dragen de leerlingen de gevolgen hiervan de rest van hun leven met zich mee.

Wat is onderpresteren?

Kinderen in de leeftijd van circa 4 jaar kunnen wat betreft hun ontwikkeling op deelgebieden enorm variëren. Een 4-jarige kan ontwikkelingspsychologisch gezien vergelijkbaar zijn met een 2-jarige leerling, maar ook met een 8-jarige. Wanneer deze leerlingen allemaal een onderwijsaanbod krijgen dat is afgestemd op het gemiddeld presterende kind, dan worden leerlingen die minder makkelijk leren overvraagd en makkelijk lerende leerlingen ondervraagd.
Tussen de 16 tot 20% van de leerlingen zijn “onderpresteerders”. Vooral meisjes, kinderen met minder hoog opgeleide ouders en allochtone leerlingen, hebben een neiging tot onderpresteren. Bij taal komt onderpresteren meer voor dan bij rekenen (Mooij, e.a. 2007).

Waarom gaan (zeer) makkelijk lerenden onderpresteren?

Zeer makkelijk lerende leerlingen gaan gedwongen onderpresteren, zo is gebleken uit onderzoek en advies van de RU Nijmegen (2007 en 2010). Gedwongen, omdat zij zich aanpassen aan de groep èn omdat er geen uitdaging voor hen is in de groep. Zij moeten het doen met wat voorhanden is.
Om onderpresteren te kunnen begrijpen is het verhaal Is it a cheetah van Stephanie Toolan (1996) zeer verhelderend (http://www.stephanietolan.com/is_it_a_cheetah.htm).

klik hier voor meer informatie
.

Hoe gaat dat onderpresteren in zijn werk?

Na binnenkomst in groep 1 op de basisschool lopen zeer makkelijk lerende kinderen tegen het probleem aan dat het aanbod aan speel- en leermaterialen is afgestemd op het gemiddeld lerende en benedengemiddelde lerende kind in de groep. Het zeer makkelijk lerende kind loopt vaak juist enkele jaren voor in ontwikkeling op zijn leeftijdsgenoten. Hierdoor wordt het niet aangesproken door het speel- en leermateriaal in de groep voor 4- en 5-jarigen. Echt lezen mag bijvoorbeeld vaak nog niet. In Nederland begint de meest gebruikte leesmethode pas echt in groep 3.
In sociaal opzicht bevindt een zeer makkelijk lerende kind zich in een groep met leeftijdsgenoten ook vaak in een isolement. Meestal is niet alleen zijn speelgedrag anders, maar ook zijn interesses, zijn humor en de manier waarop hij zich uit in de taal. Het taalgebruik van het kind past namelijk vaak beter bij oudere kinderen. Zie ook de opname van Jan Stap “Wat is groen?” .

Als het kind weinig mogelijkheden heeft om uitdagingen op te zoeken, kan het zeer makkelijk lerende kind binnen soms korte tijd: verveeld raken; een negatieve beleving krijgen bij school(situaties); stress ervaren; lastig of extra opvallend gedrag gaan vertonen; of juist extra onopvallend “aangepast” gedrag laten zien. Zowel lastig als onopvallend gedrag zijn signalen dat het niet goed gaat met het kind. In feite functioneert het kind niet zoals hij zou kunnen, maar kan hij zijn mogelijkheden en vaardigheden niet benutten. Dit leidt geleidelijk aan tot stilstand van zijn ontwikkeling in cognitief en sociaal opzicht, of zelfs achteruitgang hiervan.

Helpen extra huiswerklessen of leerlingbegeleiding?

Extra huiswerklessen of leerlingbegeleiding in bijvoorbeeld het voortgezet onderwijs werken volgens Mooij (1994) bij zeer makkelijk
Lees verder op de pagina: Kennis over (zeer) makkelijk lerenden of (hoog)begaafden deel 2

Privacy Preferences
When you visit our website, it may store information through your browser from specific services, usually in form of cookies. Here you can change your privacy preferences. Please note that blocking some types of cookies may impact your experience on our website and the services we offer.