Scroll Top

Opvoeden met hoogbegaafdheid

Een hoogbegaafd kind opvoeden vraagt net wat meer van ouders dan gemiddeld. Hoogbegaafde kinderen hebben hele actieve hersenen. Zij hebben vaak veel uitdaging nodig. Zijn soms erg beweeglijk. En zijn vaak gevoeliger door hun intensiteiten (Dabrowski) en gevoeligheden (zie ook de informatie op de pagina ‘Wat is hoogbegaafdheid’. Bovendien zijn ouders van hoogbegaafde kinderen regelmatig zelf óók hoogbegaafd. Soms zonder dat ze dat wisten. In dat geval, brengt de begeleiding van je kind, voor jezelf als vader of moeder ook een ontwikkelingsproces met zich mee.

Algemene behoeften van (hoog)begaafde kinderen

Op de pagina ‘begeleiding bij hoogbegaafde kinderen’ beschrijven we al de algemene behoeften van hoog- of meerbegaafde kinderen. Deze kinderen hebben onder meer behoefte aan autonomie, gelijkwaardigheid, begrip en respect, zelfredzaamheid, ruimte en verantwoordelijkheid. Daardoor zal je als vader en moeder soms anders met situaties omgaan dan andere ouders.

Want ook werkt een aanpak vanuit autoriteit vaak niet bij hoog- of meerbegaafde kinderen. Meer zinvol is het om kinderen zelf verantwoordelijkheid te geven. Dat kan al heel jong. Afhankelijk van de leeftijd en wat het kind aankan kun je al vrij jong in gesprek met je hoogbegaafde kind en zijn of haar mening laten meetellen. Mensen denken vaak dat ‘laten meetellen’ betekent dat het kind ‘alles mag’. Dat is zeker niet het geval en ook niet de bedoeling. Het gaat erom dat het kind zich serieus genomen voelt. En merkt dat zijn of haar mening ook gehoord wordt, ook al krijgt het niet altijd zijn of haar ‘zin’. De druk van de omgeving (andere ouders, vrienden, familie) die ‘iets’ vinden van jouw aanpak, kan groot zijn. Probeer je daar niet door te laten leiden. Het is belangrijk dat je weet welke behoeften je kind heeft en hoe je je kind het beste kunt begeleiden. Vertrouw op jezelf, jij kent je kind het beste.

Regels of afspraken, straf of consequentie

In de opvoeding wordt, of in ieder geval werd, er vaak gebruik gemaakt van straffen en belonen. Ongewenst gedrag wordt bestraft, gewenst gedrag beloond. Want natuurlijk wil je dat je kind naar je luistert, aardig en beleefd is, ook tegen anderen. En verantwoordelijk en zelfstandig wordt. De manier om dat te bereiken is voor hoog- of meerbegaafde kinderen (maar waarschijnlijk voor heel veel kinderen) niet de juiste manier. Straffen en belonen werkt niet bij hoog- of meerbegaafde kinderen. Ga ervan uit dat je kind bereid is om sociaal gewenst gedrag te laten zien. Net als ieder kind, willen ook deze kinderen ‘erbij horen’, aardig gevonden worden enzovoort. Daarom is het verstandig om bij het bijbrengen van (sociale) vaardigheden, uit te gaan van de intrinsieke motivatie van je kind. Straffen en belonen is een externe motivatie, daar is je hoog- of meerbegaafde kind niet, of minder gevoelig voor.

Overleg daarom met je kind. Geef hem of haar verantwoordelijkheden. En in plaats van bepaald gedrag te bestraffen, volgt er een consequentie. Bijvoorbeeld, je kind geeft geen antwoord als je hem vraagt wat voor beleg hij op brood wil. Geef hem dan een boterham zonder beleg. Dat is de consequentie, maar is geen straf. Doe er niet geïrriteerd of triomfantelijk over, blijf zelf neutraal. Ander voorbeeld: Je dochter gooit haar kleding nooit in de wasmand. Dan doe je die was niet. En zonder daar verder iets over te zeggen, of geïrriteerd over te zijn. Je dochter komt er op een dag vanzelf achter dat er geen schone kleding meer is. Doe daar dan niet triomfantelijk over. Laat je kind zelf haar conclusies trekken.

Spreek met je kind gedragsregels af. Bedenk daarbij goed of iets een afspraak is, of een regel. Een afspraak maak je met zijn tweeën, dus mét je kind. Een regel stel jij als vader of moeder (of opa, oma, tante, juf). Denk daarbij dan ook weer aan het verschil tussen een straf en een consequentie. Lees hier ook meer over ‘positieve discipline’ in de opvoeding.

Bij het afspreken of stellen van regels, is het ook belangrijk om je kind uit te leggen wáárom die regel er is. Bijvoorbeeld, niet zeggen: ‘je moet je tandenpoetsen voor je naar school gaat’. Maar leg uit waarom het belangrijk is om meerdere keren per dag je tanden te poetsen en waarom. En dat je die keren moet verdelen over de dag. Je kind zal dan zelf bedenken dat hij ‘s morgens en ’s avonds (evt. ook ’s middags) zijn tanden moet poetsen.

Coachende houding

Hoog- of meerbegaafde kinderen leggen de lat vaak hoog voor zichzelf. Doordat zij vaak oplossingen van tevoren beredeneren, lukken hen vaak ook veel dingen meteen, of in ieder geval vrij snel. Daarom vinden zij van zichzelf vaak dat zij alles in 1x moeten kunnen, zonder het ooit te hebben geoefend. Hierdoor kan je kind faalangst gaan ontwikkelen. En daarbij het leren van nieuwe dingen en nieuwe situaties, uit de weg gaan. Wees je daarvan bewust in je opvoeding. Neem een coachende houding aan. Zeg bijvoorbeeld ‘dit kan je nog niet’, maar geef wel aan dat het al beter ging dan de vorige keer dat hij hetzelfde probeerde. ‘Beloon’ op proces, niet op resultaat. Ga niet perse door tot iets af, of ‘goed’ is. Zeg bijvoorbeeld ‘wat goed dat je het nog een keer probeert, ik zie dat je eigenlijk liever zou willen stoppen’. Of ‘je bent nu al weer verder gekomen dan vorige week’. Of ‘Ik merk dat je de tip die ik je gaf, gebruikte. Daardoor lukt het nu wel, Goed dat je open stond voor mijn hulp’. Ook is het goed hun voortgang op bepaalde gebieden zichtbaar voor ze te maken, zodat ze zien dat oefenen en doorzetten ook echt wat oplevert.

Bekijk dit filmpje van Lisanne van Nijnatten van Praktijk de Blik, waarin zij uitleg geeft over een coachende benadering.

Hulp bij de opvoeding

Het is heel begrijpelijk als je moeite hebt met de opvoeding van je hoogbegaafde kind. Je kind stelt je soms voor uitdagingen en ook kan het organiseren voor passende hulp en passend onderwijs, een ware zoektocht zijn. Ook kan het zijn dat je kind (door ontwikkelde faalangst, onderpresteren of andere zaken) extra begeleiding nodig heeft. Aarzel dan niet om hulp in te roepen. Zorg er wel voor dat zowel jij als je kind een ‘klik’ heeft met de hulpverlener. En verzeker je ervan dat de hulpverlener goede kennis van, en ervaring met hoogbegaafde kinderen heeft. Zie ook onze kennispagina “begeleiding bij hoogbegaafdheid“.

Hulp bij de opvoeding

Klik hier voor ons hele dossier over hoogbegaafdheid. In dit dossier lees je meer over vaststellen van hoogbegaafdheid, begeleiding bij hoogbegaafdheid, omgaan met hoogbegaafdheid in het onderwijs, omgaan met hoogbegaafdheid thuis en misdiagnoses bij hoogbegaafdheid.

Meer over hoogbegaafdheid lees je op de website van het kenniscentrum makkelijk lerenden .

Heb je vragen of zorgen over je hoogbegaafde kind, of herken je kenmerken en wil je daar graag eens met een ervaringsdeskundige over praten? Neem dan eens contact op met onze Advieslijn.

Privacyvoorkeuren
Wanneer u onze website bezoekt, kan deze informatie opslaan via uw browser van specifieke services, meestal in de vorm van cookies. Hier kunt u uw privacyvoorkeuren wijzigen. Let op dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze website en de diensten die wij aanbieden.