Scroll Top
Esther van Ruijven, kinderdiëtist bij Voedingsadviesbureau Vie in Rijswijk en werkt ook samen met ADHD-praktijk Pietje Bell in Delft.

Elf jaar is ze, een middelbare scholier.ʼ Het beeld van dit meisje past binnen dat van de inmiddels 65 kinderen die vanuit Pietje Bell naar Vie zijn doorverwezen. Esther: ʻHet zijn vaak leerlingen uit de bovenbouw of brugklassers die anders gaan eten, en dat wordt dan thuis meer een issue. Soms kunnen ze met drie happen de hele dag door.ʼ

Ouders bezorgd: ‘Eten op rare tijden’

ʻMet name ouders gaat het voedingsprobleem opvallen,ʼ vervolgt Esther. ʻHet eetpatroon van de (jonge) tiener met ADHD gaat veranderen. Het kan losser worden dan op de basisschool, en dat heeft invloed op het gewicht. Ouders maken zich zorgen over twee punten: 1. het langzaamaan ontbreken van een ritme – ʻlang niks eten en het dan later op de dag inhalenʼ of ʻop rare tijden etenʼ – en 2. over te weinig variatie in de voeding, en daaraan gerelateerd het onvoldoende binnenkrijgen van gezonde voedingsstoffen.

Beide, ongeregeld eten en minder gezond eten, past bij kinderen met ADHD. Je kunt overdag zo worden afgeleid door externe prikkels dat je pas ʼs avonds voor het naar bed gaan denkt: ʻHej, ik heb trekʼ, en dan gaat inhalen wat je overdag miste. En dan denken ouders: ʻWacht even, wat gebeurt hier? En is dit nu zo gezond?ʼ Mijn vraag of er al langer iets aan de hand is, vinden mensen moeilijk te beantwoorden. Gebruik van medicatie wordt wel genoemd, daarmee voel je overdag niet dat je zin hebt in eten, het onderdrukt de hongerprikkels.ʼ

‘Tijdens de pauze wordt even iets eten vergeten’

Korte spanningsboog beïnvloedt eetpatroon

Esther: Er is bij kinderen met ADHD vaker sprake van onder- of overgewicht. Door de ADHD hebben ze een korte spanningsboog. Dat betekent dat ze tijdens het eten al snel denken: ʻZo, het is genoeg, ik wil weer wat anders gaan doen, of ze eten juist heel langzaamʼ. Ze eten dan kleinere hoeveelheden en denken voldoende energie te hebben: de korte termijnbeloning is vervuld. Tijdens de pauzes op school is er zoveel afleiding, dan wordt even iets eten gewoon vergeten. Zo ontstaat ondergewicht. 

Andersom kan overgewicht ontstaan, bijvoorbeeld door de hyperfocus: na een spannende wedstrijd op tv merk je dat je de slakom met chips leeg at. Je had dan wel al honger, maar houd je niet aan de drie maaltijdmomenten op een dag. Je ‘ontbijt’ dan om drie uur ’s middags en dat zijn dan geen boterhammen. Het is vaak iets dat minder gezond is, snacks. Daardoor heb je tijdens het avondeten geen trek maar later op de avond weer wel, en dat is opnieuw geen boterhammoment. Opnieuw wordt dan gekozen voor snacks, die veel vet en veel suiker bevatten – chips. En zo ontstaat overgewicht.’

Focus houden valt niet mee

‘Als ze hier in de praktijk komen, is dat voor de kinderen niet altijd gemakkelijk. Ze moeten al zoveel dat verband houdt met hun ADHD; de kinderarts, een psychiater (bij medicatie), een psycholoog … En de intake duurt lang. Focus houden, lang stil zitten, het valt niet mee. Ze willen staan, wat doen, ze willen iets om handen hebben om zich mee bezig te houden. Vooral ouders vinden dit lastig. Echter, als ze iets in hun handen hebben en mij niet aankijken, maakt juist dat deze kinderen zich beter kunnen concentreren op wat ik hen vraag en uitleg.  Het gaat niet om die omgangsvormen, het gaat erom dat een kind het kan volhouden en als je daarvoor heen en weer wilt lopen door mijn kamer, vind ik dat prima.’

(6) Groeicurve: https://www.groeiwijzer.nl/

‘Een tosti maken duurt langer dan twee sneetjes ontbijtkoek eten’

Streven naar nieuw eet- én beweegpatroon

‘Geen eetpatroon en ongezond snacken heeft niet op de korte maar wel op de lange termijn een ongunstige invloed op je gestel, leg ik hen uit. Kleding zit minder goed, pesten kan een rol spelen, buitengesloten worden ook: je wordt bij gym niet in groepjes gevraagd. Niet elk kind heeft hier overigens last van. Toch benoem ik het allemaal wel. Ben je te licht dan kan dat je IQ negatief beïnvloeden, maar ook je lengte – omdat groei achterblijft. Als je vandaag in goed eten investeert, heeft dat dus ook een positieve invloed in jouw latere leven. En dat is wat kinderen met ADHD minder boeit, die uitgestelde beloning. Een tosti maken duurt langer dan twee sneetjes ontbijtkoek eten. Het betekent brood smeren, kaas en ham ertussen, tosti-ijzer aanzetten, wachten op…, ketchup pakken, wachten op… etcetc

Het streven wordt dan ook: het aanleren van een gezond eetpatroon met eten dat goede voedingsstoffen omvat. We bespreken daarvoor:

  •  De eetmomenten, welke zijn dat op een dag?
  •   Welke voedingsmiddelen wordt er dan gegeten?
  •   Ik vraag ouders en het kind naar het ‘eetverleden’. Is daarin op een bepaald moment iets specifiek veranderd?
  •   We nemen ook het beweegpatroon (link Wist je dat…?) door. Dat bewegen ertoe doet voor álle kinderen is bekend: je maakt spieren aan, voelt je sterker, het maakt je hoofd leeg, je krijgt er energie van. Dus vraag ik: Fiets je naar school? Game je de rest van de dag? Sport je? Hoe kunnen we het bewegen vermeerderen? Wat is daarin haalbaar voor jou?
  •   We berekenen vervolgens wat erin gaat, wat het energieverbruik is, en wat gezien de lengte en gewicht (link Wist je dat…?) nodig is.
  •   En samen zoeken we dan naar concrete verbeteringen en of die in praktijk voor het kind haalbaar zijn. Bij ondergewicht maken we gebruik van zes eetmomenten, waarop dan kleine maaltijden worden gegeten en het makkelijker is voldoende energie en voedingsstoffen binnen te krijgen op  een dag.

‘Een dieet vraag ook iets van ouders => geduld’

‘Wat lukt jou wel?’

‘Van het kind zelf, veelal een tiener, vraagt de nieuwe manier van denken veel. En dat kan niet in een keer. Ouders zouden het wel willen, dus het vraagt ook iets van hen => geduld. Mijn ervaring met ouders is dat ze vaak tot alles bereid zijn, principes worden overboord gezet. ‘Zeg me wat je wil eten en ik koop het’. En als je dan onder de armoedegrens leeft? Dan blijven we kijken naar wat wel mogelijk is. Misschien vraagt het meer inspanning van de ouders zelf, een boterham met een eitje bakken en die mee naar school geven, in plaats van het duurdere, voorverpakte en voorgesneden fruit. Alleen al uit milieuoogpunt is dat ook nog eens beter.

We kijken in de vervolggesprekken met elkaar welke keuzes het kind zelf denkt te kunnen gaan maken en wat het wel aan gezond voedsel weg denkt te krijgen. Natuurlijk, dan zetten we in op de ‘schijf van vijf’ met alle benodigde voedingsstoffen en eiwitten, maar dat alleen gaat niet gebeuren. Een bakje chips moet blijven kunnen. We starten bijvoorbeeld met een tussendoortje in de ochtend op school. Is dat haalbaar? En ’s avonds een boterham voor het slapen gaan, waarom zou dat niet kunnen? Omdat wij met elkaar afspraken dat je dat niet doet, dat het raar is? Maar wat als je daarmee bij ondergewicht de energie binnenkrijgt die nodig is – op grond waarvan je aansterkt en aan het goede eetpatroon kunt gaan werken?’

‘Oefenen op crackers in plaats van op chips’

Samen kauwen op gewenste stoffen

‘En dan heb je ook nog de kritische eters onder de groep kinderen met ADHD. Die willen liever niet iets nieuws proberen. Ook daar proberen we in stapjes aan te werken. Door samen te proeven en, ondanks dat iets misschien niet direct goed voelt of heerlijk is, het wel een kans te geven. We kauwen samen op producten die passen bij de structuur die de voorkeur heeft:  in plaats van op chips oefenen we op dunne crackers. OK, ze hebben nog niet de gewenste voedingsstoffen maar van daaruit kunnen we wel richting sesamknäckebröd.

Met specifieke diëten die eerst voeding elimineren en dan weer in stapjes in het voedingspatroon laten terugkeren, werk ik niet, nee. Dat is ingewikkeld voor deze kinderen, maar zeker ook voor de ouders.’

Nieuw eetpatroon moet gewoonte worden

‘Kortom, een dieet, gericht op het aanleren van een nieuwe voedingspatroon, kan kinderen met AHD(-kenmerken) en hun ouders ten goede komen. Echter, het ‘oude’ in een keer omgooien is niet realistisch. We willen een duurzame verandering: het nieuwe eten moet een gewoonte worden. In stapjes werken we aan dat doel en kijken we samen naar wat wel goed gaat. Van ’s morgens niet ontbijten naar drie dagen in de week wel? Goed bezig! En waarom lukt dat nou wel? Wat kunnen we daar dan van leren? De kinderen moeten dit echt zelf willen, dan gaat veranderen gemakkelijker. Dat geef ik hen ook aan. ‘Als je hier straks de deur hier uitloopt en dan al weet ‘dit ga ik niet doen’ zeg het dan graag nu vast, dan bedenken we iets anders. Altijd lukt wel iets, al is de portie chips die zij nemen voortaan iets kleiner…’

Privacy Preferences
When you visit our website, it may store information through your browser from specific services, usually in form of cookies. Here you can change your privacy preferences. Please note that blocking some types of cookies may impact your experience on our website and the services we offer.