Wij ondersteunen en versterken ouders van kinderen met problemen bij leren en/of gedrag in opvoeding, onderwijs en zorg
Home / Kennisbank / Kennisbank: Zorg / Kennisbank: Welke regels gelden er in jeugdhulp en zorg? / Verdiepende informatie over het aanvragen van Jeugdzorg bij de gemeente
In dit artikel geven we achtergrondinformatie over de manier waarop de gemeente onderzoek doet naar de hulpvraag, als je vraagt om jeugdhulp of jeugdzorg.
Lees ook het artikel: ‘Jeugdhulp of jeugdzorg aanvragen via de gemeente’. Daarin vertellen we hoe je jeugdhulp of jeugdzorg moet aanvragen bij de gemeente. Onder andere over wat de ‘hulpvraag’ is, een familiegroepsplan, een keukentafelgesprek, en welke gegevens je wel of niet moet delen. Hoe je bezwaar kunt maken of in beroep kunt gaan tegen een besluit van de gemeente, lees je in het artikel ‘Hoe moet de gemeente besluiten nemen over aanvragen?’.
Het onderzoek van de gemeente naar de hulpvraag en of en zo ja, welke vorm van jeugdhulp of jeugdzorg daarbij past, verloopt over het algemeen via een aantal stappen. Hieronder vertellen we wat deze stappen zijn. En geven we daar meer uitleg over, of verwijzen naar de informatie in het artikel ‘Jeugdhulp of jeugdzorg aanvragen via de gemeente’.
Als er een aanvraag tot jeugdhulp bij de gemeente binnenkomt, moet de gemeente eerst vaststellen wat de hulpvraag is. De gemeente kijkt breder dan de vraag waarvoor hulp is aangevraagd. De gemeente moet dus actief onderzoek doen naar de problemen en hulpvragen in het gezin en de hulp die hierbij nodig is. Na dit onderzoek kan de gemeente vinden dat andere hulp passender is dan de hulp waarom in de aanvraag is gevraagd. Of dat meer, of minder hulp nodig is dan is gevraagd. De gemeente moet hierover een officieel (schriftelijk) besluit nemen. Lees hierover meer in het artikel ‘Jeugdhulp of jeugdzorg aanvragen via de gemeente‘ . Ben je het niet eens met het besluit van de gemeente? Lees dan in het artikel ‘Hoe moet de gemeente besluiten nemen over aanvragen?’ hoe je bezwaar kunt maken.
De gemeente onderzoekt of de gemeente waar je de aanvraag hebt gedaan, verantwoordelijk is voor het bieden van de jeugdhulp of jeugdzorg.
De hoofdregel in de jeugdwet is dat de gemeente waar de jeugdige zijn of haar woonplaats heeft, verantwoordelijk is. De gemeente moet dus vaststellen of de woonplaats van de jeugdige hun gemeente is. Als een andere gemeente verantwoordelijk blijkt te zijn, moet de gemeente waar de aanvraag is gedaan, de aanvraag (inclusief de toegevoegde stukken) doorsturen naar de andere gemeente. De Basisregistratie Personen (BRP) is hierin leidend.
We geven twee voorbeelden:
De Jeugdwet is van toepassing voor alle in Nederland verblijvende kinderen en jongeren tot 18 jaar. Soms is verlengde jeugdhulp mogelijk aan jeugdigen tussen 18 en 23 jaar. Bijvoorbeeld omdat behandeling nog doorloopt. Of als er nog hulp nodig is die niet vanuit een andere wet geleverd kan worden.
De Jeugdwet is er voor alle kinderen met een ondersteuningsbehoefte. Dus ook voor hulp voor ouders bij opvoedproblemen. Maar ook voor hulp of behandeling van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ).
De volgende stap is het vaststellen of sprake is van opgroei- en / of opvoedingsproblemen, psychische problemen en/of stoornissen. Zo staat dit in artikel 2.3 van de Jeugdwet. Als daar (misschien) sprake van is, moet de gemeente duidelijk maken om welke problemen en/of stoornissen het gaat.
Het vaststellen van de concrete problematiek moet gebeuren door deskundigen die hiervoor zijn opgeleid en ervaring in hebben. Er moet duidelijk zijn wie, wanneer, en met welke deskundigheid de hulpvraag heeft onderzocht.
Bij het bepalen welke jeugdhulp nodig is, wordt rekening gehouden met de leeftijd, het ontwikkelingsniveau en de behoeften en persoonskenmerken van het kind en de ouders. Maar ook met bijvoorbeeld de geloofsovertuiging, levensovertuiging en culturele achtergrond.
Als de ouders volgens de gemeente (gedeeltelijk) in staat zijn om zelf de problemen op te lossen, eventueel met hulp van het sociaal netwerk (bijvoorbeeld buren of familie die kan helpen) hoeft de gemeente voor die problemen geen jeugdhulp te geven. Dit wordt ook wel ‘eigen kracht’ genoemd. Denk bijvoorbeeld aan hulp van opa en oma waar een kind regelmatig gaat logeren om de ouders te ontlasten.
De gemeente moet wel goed onderzoeken of er wel genoeg eigen kracht is. Hiervoor kijken gemeenten ook naar de gebruikelijke en bovengebruikelijke zorg. Gebruikelijke zorg is de zorg die je als ouder normaal aan ieder kind geeft. Bijvoorbeeld hulp bij het aankleden en tandenpoetsen is heel gebruikelijk bij een kind van 2. Maar niet voor een kind van 12. Voor een kind van 12 is dit daarom bovengebruikelijke zorg.
Bij het bepalen van de eigen kracht kijkt de gemeente naar onderstaande punten:
Als op één van deze vragen het antwoord nee is, is het mogelijk om jeugdhulp in te zetten.
Let op: onderzoek naar de financiële draagkracht mag niet. Hiermee wordt bedoelt een onderzoek naar of je de hulp ook zelf kunt betalen. Dit valt niet onder de eigen kracht. Na een
uitspraak1 van de Centrale Raad van Beroep (het hoogste gerechtsorgaan in Nederland) https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CRVB:2021:1327 is bepaald dat de in de Jeugdwet bedoelde eigen mogelijkheden en probleemoplossend vermogen (eigen kracht) van de ouder(s) GEEN ruimte biedt voor een beoordeling van de financiële draagkracht van een gezin om zelf jeugdhulp te kunnen verlenen. Je hoeft dus niet mee te werken aan onderzoek van de gemeente naar je inkomen bijvoorbeeld.
Tip: als je kind bovengebruikelijke zorg nodig heeft, kan je ook recht hebben op dubbele kinderbijslag. Lees hierover meer in het artikel ‘Dubbele kinderbijslag’
Een voorliggende voorziening is een voorziening op grond van een andere wet dan de Jeugdwet die voor de Jeugdwet gaat. Dit kan zijn:
De gemeente moet bewijzen dat er sprake is van een voorliggende voorziening. Er is dus pas sprake van een voorliggende voorziening als de jeugdige daadwerkelijk aanspraak kan maken op die voorliggende voorziening.
Algemene voorzieningen zijn voor iedereen toegankelijk, met en zonder beperkingen. Voorbeelden zijn: Openbaar vervoer, activiteiten in een buurthuis, jongerenwerk en het consultatiebureau. Voor een algemene voorziening is geen toestemming van de gemeente nodig of een doorverwijzing van een instantie.
Jeugdhulp of Jeugdzorg kan betaald worden in de vorm van Zorg In Natura (ZIN), of via een Persoons Gebonden Budget (PGB). De gemeente hoort je hierover informatie te geven. Je kunt ook hulp krijgen van onafhankelijke clientondersteuning. Dat moet de gemeente je ook vertellen.
Met een Persoons Gebonden Budget (PGB), doe je zelf het ‘beheer’ (de administratie rondom de betalingen). De gemeente onderzoekt daarom of je een PGB kunt beheren. Ook onderzoekt de gemeente of er toch geen passende zorg via Zorg in Natura (ZIN) beschikbaar is. Daarom moet je bij een PGB aanvraag dus goed onderbouwen waarom je hiervoor kiest. Lees hierover meer in het artikel ‘Jeugdhulp of jeugdzorg aanvragen via de gemeente‘. Kijk ook eens op de website van Per Saldo, de landelijke vereniging voor mensen met een pgb.
ZIN
Zorg in Natura betekent dat de gemeente deze zorg ingekocht heeft. Er is dan een contract direct tussen de gemeente en de zorgaanbieder. Vaak zijn deze contracten beperkt tot een maximaal aantal cliënten per jaar die hiervan gebruik kunnen maken. Of is er een budgetplafond (maximum aan het budget). Het budgetplafond is een geldbedrag dat vooraf aan zorgaanbieders kenbaar wordt gemaakt als maximum wat zij krijgen voor het bieden van hulp of zorg. Het jeugdhulpbudget wordt verdeeld onder aanbieders op basis van het beschikbare budget van de gemeente, historische aantallen, aantal bestaande aanbieders en de prijs van een traject of product. Als deze grens is bereikt dan zit een aanbieder ‘vol’. Inwoners die hulp zoeken, moeten dan naar een andere aanbieder, die dezelfde hulp tegen dezelfde kwaliteit aanbiedt, worden doorverwezen. Vaak zijn er ook wachtlijsten. In zo’n geval kun je eventueel jeugdhulp of jeugdzorg via een vrijgevestigde praktijk, bekostigen met een Persoonsgebonden budget (PGB). De gemeente is verantwoordelijk voor voldoende toegankelijke Jeugdzorg.
PGB
Persoons Gebonden Budget (PGB) is een bedrag waarmee je zelf zorg of ondersteuning inkoopt. Iemand die een PGB krijgt, bepaalt zelf welke zorgverleners zorg of ondersteuning geven, waar en wanneer. Jij bent dus de opdrachtgever, je sluit contracten af met zorgverleners, maakt een planning en stuurt de zorgverleners aan (het beheer). Je houdt de administratie bij en regelt zelf de betalingen via de Sociale Verzekerings Bank (SVB)
Er is een verschil tussen een informeel PGB en een formeel PGB.
Bij het informele PGB is de zorgverlener vaak familie (vader/moeder/opa/oma etc.). Of iemand anders in het netwerk zonder opleiding, SKJ– of BIG registratie. Deze mensen zijn geen professional en krijgen daarom een lager maximum bedrag. Het bedrag verschilt per gemeente. In veel gemeentes is dit rond de € 15,00 á €20,00 per uur.
Een aantal voorbeelden van informele zorg;
Bij een formeel PGB heb je een contract met een zorgverlener die opgeleid voor de zorg die verleend wordt. Er worden door de gemeente een aantal waarborg eisen gesteld;
Een formele zorgverlener is een professional en krijgt voor zijn zorg of hulp daarom een hoger tarief betaald dan voor informele zorg. Dit maximumbedrag verschilt per gemeente en het soort zorg. En loopt vaak op tot € 75,00 per uur. Op de website van Per Saldo vind je meer informatie over deze tarieven
Om een Persoonsgebonden Budget (PGB) te kunnen krijgen, moet je aan een aantal voorwaarden voldoen. Voldoe je aan die voorwaarden, dan moet de gemeente het pgb verstrekken. De Jeugdwet noemt ook een aantal situaties waarin een pgb kan worden geweigerd en je dus allen zorg in natura (ZIN) kunt krijgen.
Eerst de voorwaarden waar je aan moet voldoen;
De gemeente kan een PGB weigeren als:
Als al deze stappen zijn afgerond ligt er een plan klaar. Dit plan wordt met elkaar besproken en soms ondertekend. Pas dan is de aanvraag voor jeugdhulp rond. Dit moet dus allemaal binnen de 8 weken na de aanvraag.
De gemeente moet dan een officieel schriftelijk besluit nemen over de aanvraag (beschikking, artikel 1:3 AWB (Algemene wet bestuursrecht). Meer informatie hierover en hoe je eventueel in bezwaar of beroep kunt gaan tegen het besluit van de gemeente lees je in het artikel: ‘Hoe moet de gemeente besluiten nemen over aanvragen?‘. Hierin staat ook in wat je kunt doet als de gemeente er (veel) te lang over doet om een besluit te nemen. Of als de gemeente geen schriftelijke beslissing neemt (niet per e-mail of in een brief, maar bijvoorbeeld mondeling).
LANDELIJK BUREAU BALANS
Kosterijland 7
3981 AJ Bunnik
Nederland
Kvk nummer: 404.80.851
RSIN nummer: 007446871
IBAN: NL76 INGB 0000 507708
Ma t/m do: van 10.00 – 13.00 uur
(030) 225 50 50
Overige vragen kunt u stellen via het Contactformulier
Adverteren
[email protected]
BalansAdvieslijn:
Contactformulier
Ledenadministratie:
Contactformulier
Volg ons
Deze website is gemaakt door Project Icarus!
Project Icarus is een uitdagende en leerzame plek voor jongvolwassenen met een beperking die zichzelf willen ontwikkelen op het gebied van computers en ICT.
Wil je ook je website laten maken door Project Icarus?