Scroll Top

Ongeveer zestig procent van de kinderen met ADHD heeft op latere leeftijd minder last van ADHD-symptomen, blijkt uit onderzoek van Melissa Vos, onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Interview: Mariëlle van Bussel

Ongeveer zestig procent van de kinderen met ADHD heeft op latere leeftijd minder last van ADHD-symptomen, blijkt uit onderzoek van Melissa Vos, onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen. Maar dat wil niet zeggen dat kinderen er ook echt overheen groeien. ‘De symptomen blijven, maar de heftigheid ervan neemt vaak af.’

Zestig procent van de kinderen met ADHD heeft er later minder last van, blijkt uit je onderzoek. Dat is best veel….

‘Zestig procent is een ruwe schatting. Het is een feit dat het grootste deel van de kinderen op latere leeftijd minder last heeft van ADHD-symptomen. Dat betekent niet dat ze er daadwerkelijk overheen groeien. Het overgrote deel van die zestig procent blijft een diagnose houden, omdat ze nog steeds de zes kenmerken vertonen, en de daarbij horende hinder, die een DSM-5-diagnose rechtvaardigen.’

Hoeveel kinderen komen wél onder de drempel van een diagnose terecht?

‘Grofweg een derde van de groep van wie de symptomen een dalende lijn laten zien, komt onder de diagnosedrempel terecht. Overigens zakken ze niet tot het niveau van de controlegroep, waar ADHD dus niet aan de orde is.’

Kinderen blijven hoe dan ook symptomen behouden. Waar zit het verschil dan in?

‘Stel je kinderen voor die zo druk en afgeleid zijn dat ze niet kunnen meekomen op school en ook op andere gebieden problemen hebben, zoals agressie en sociaal isolement. Als deze kinderen op latere leeftijd onder of net op de diagnosegrens terechtkomen, hebben ze ook problemen, maar dan kunnen ze die, eventueel met behulp van hun omgeving, wél managen. Ze functioneren beter op school of werk en lopen niet tegen enorm grote problemen aan.’

De verbetering zit dus in de heftigheid van de symptomen?

‘Het gaat inderdaad om een afname in de heftigheid van de symptomen. We weten uit onderzoek dat vooral hyperactiviteit en impulsiviteit bij een groot aantal kinderen verminderen gedurende de adolescentie. Dat geldt in veel mindere mate voor de aandachtsproblemen. Sterker: ook al verminderen hyperactiviteit en impulsiviteit enorm, dan nog kunnen de aandachtsproblemen gelijk blijven. Overigens verloopt die daling geleidelijk. Op vijftienjarige leeftijd zitten de kinderen die onder de diagnostische drempel gaan komen, nog niet op dat niveau. Dat gebeurt vaak rond het achttiende levensjaar.’

Welke factoren spelen daarbij een rol?

‘Dat is de grote vraag! We hebben gezien dat bepaalde factoren het verloop best goed voorspellen. Zoals: hoe heftig zijn de ADHD-symptomen in de kindertijd? Krijgt een kind therapie en/of medicatie? En zijn er bijkomende kenmerken van agressie en/of depressie? Maar tegelijkertijd is het antwoord niet zo eenvoudig te geven. De meeste factoren zijn sowieso gerelateerd aan de heftigheid van de symptomen in de kindertijd. En als de ADHD-symptomen heftiger zijn, krijgen kinderen vaker therapie en/of medicatie en hebben ze vaker bijkomende kenmerken van bijvoorbeeld agressie. Het is lastig om het effect van deze factoren los te koppelen van de heftigheid van de ADHD-symptomen zelf.’

Er kan dus nog niet worden voorspeld welke kinderen een grotere kans hebben om later minder last te hebben van ADHD?

‘Hopelijk komen we daar in de toekomst achter. De wetenschap is nu druk met onderzoek naar de genetische component. Welke genen hangen samen met welke stoornis? Het kan zijn dat er binnen de groep van genen die gelinkt zijn aan ADHD ook genen zijn die voorspellen of kinderen er ‘overheen zouden kunnen groeien’. Maar daar zijn we nog niet.’

Wat is de invloed van externe factoren op het verloop van ADHD, zoals stress?

‘Tijdens ons onderzoek hebben we gekeken naar de relatie tussen ADHD en stressindicatoren, maar de groep proefpersonen was te klein om wetenschappelijke conclusies te trekken. Het leek erop dat kinderen van wie ouders bijvoorbeeld financiële zorgen hadden, of die veel stressvolle gebeurtenissen meemaakten, vaker ADHD hielden dan andere kinderen. Externe factoren kunnen dus wel degelijk invloed hebben op het verloop van ADHD, maar er is op dit moment nog niet genoeg bekend om in te kunnen schatten hoe groot dit effect is.’

Wat kun je dan als ouder of leerkracht betekenen?

‘Positieve aandacht geven en een stabiele omgeving met duidelijke en consequente regels bieden kan zeker helpen. Als een kind heftige ADHD heeft, zal het kind door een stabiele omgeving niet ineens over zijn ADHD heen groeien, maar het kan wel degelijk een positief effect hebben. Dat geldt ook op school. Bovendien, als een ouder helemaal niet naar het kind omkijkt, is het zeker dat de situatie niet zal verbeteren.’

Uit je onderzoek blijkt ook dat symptomen kunnen verergeren, hoe zit dat?

‘We zagen inderdaad dat ADHD-symptomen in de adolescentie kunnen verergeren, maar dan gaat het vaak om kinderen die al een hoge genetische aanleg voor ADHD hebben en ook al milde symptomen. Het is aannemelijk dat de symptomen van deze kinderen op jongere leeftijd gedeeltelijk gemaskeerd werden, bijvoorbeeld doordat hun ouders veel structuur boden, veel aandacht gaven en een strak leven leidden. Als de puberteit dan aanbreekt en kinderen meer vrijheid en eigen verantwoordelijkheid krijgen, komen de symptomen meer op de voorgrond. Ze waren er dus wel, maar kwamen nog niet aan de oppervlakte.’

Reactie kinderarts Rob Pereira,
gespecialiseerd in ADHD en ADD en voorzitter van het bestuur van IMPULS & WOORTBLIND

Omdat rijping van het zenuwstelsel niet voor alle executieve functies even snel gaat, en we ook niet weten hoe het met de aanleg voor deze rijping gesteld is, kunnen allerlei functies op verschillende momenten verbeteren. Meestal verbetert als eerste de motorische onrust in de puberteit. Je kunt ADHD dan ook ADD noemen. Maar soms zie je in gezinnen waar meerdere personen ADHD hebben nog steeds een vader of moeder die erg onrustig blijft. Datzelfde geldt voor impulsiviteit. Het snel in de rede vallen van iemand, domme dingen doen, het verbetert vaak wel. Zowel hyperactiviteit en impulsiviteit zijn rijpingszaken. Echter, planning, concentratie en chaos rijpen het langzaamst. Tot een jaar of 25 is er meestal verbetering mogelijk.

Bij volwassenen, en ook bij meisjes in de puberteit, spelen ook hormonen vaak een rol van betekenis. Zo zijn bijvoorbeeld de symptomen heftiger net voor de menstruatie of tijdens de menopauze, of ze lijken dan pas te ontstaan. Meisjes en vrouwen hebben dan vaker last van moeheid, vergeetachtigheid of het niet kunnen lezen van een boek bijvoorbeeld.

Overigens ben ik het niet eens met de uitspraak van Melissa Vos dat ook ónder de diagnostische grens problemen bestaan. Voor mij hebben ze per definitie géén problemen onder die grens! Als iemand veel heeft geleerd van tips & tricks, of van alles heeft gecompenseerd met een goede secretaresse, heeft hij wat mij betreft geen probleem. Want behalve de rijping zijn dát de twee andere factoren die invloed kunnen hebben op verbetering. Je kunt zaken aanleren, met behulp van bijvoorbeeld OHiO (Only Handle it Once), door meteen te doen wat je van plan bent en je lijstjes af te werken. Ook kun je je tekortkomingen compenseren door steun te vragen van een secretaresse op het werk of van je partner thuis die bijvoorbeeld de belastingaangifte doet.

Mensen die blijvend ADHD-klachten houden tot in de volwassenheid kunnen het zwaar hebben: weinig steun, geen diploma, een mislukte relatie en verslavingsproblematiek. Pesten komt bij volwassenen minder voor. Toch hebben sommigen (die als volwassenen geen of nauwelijks nog ADHD-klachten hebben) een trauma overgehouden aan pestgedrag in de kindertijd. Een levenslang negatief zelfbeeld kan het gevolg zijn, waardoor relaties en een baan lastig zijn. Gelukkig hebben ook veel mensen met ADHD een eigen bedrijf. Dat zijn mensen die weinig of geen klachten meer ervaren of er goed mee om hebben leren gaan. Zo’n eigen bedrijf kan super goed lopen, omdat zij snelle en goede ideeën hebben, en weinig angst kennen.’

IMPULS & WOORTBLIND is een vereniging die zich inzet voor volwassenen met ADHD, ADD, dyslexie en dyscalculie.

Meer informatie

Lees hier het ADHD dossier uit BalansMagazine (nr. 1 2020).

Zie ook Flyer academische werkplaats voor ADHD en druk gedrag

Heb je vragen of zorgen over je kind met ADHD, of herken je kenmerken en wil je daar graag eens met een ervaringsdeskundige praten? Neem dan eens contact op met onze Advieslijn.

Klik op de volgende link voor het gehele ADHD Dossier  op onze website:  om meer informatie te krijgen over wat ADHD is, hoe de diagnose wordt vastgesteld, wat het behandelplan en de richtlijnen zijn, hoe je er in de opvoeding, in de vrije tijd of in het onderwijs mee om kunt gaan, en meer..

Privacyvoorkeuren
Wanneer u onze website bezoekt, kan deze informatie opslaan via uw browser van specifieke services, meestal in de vorm van cookies. Hier kunt u uw privacyvoorkeuren wijzigen. Let op dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze website en de diensten die wij aanbieden.