Scroll Top

Extra informatie bij de onderwijscolumn ‘Een school waar je jezelf mag zijn’ 

Christy Tenback (Rijksuniversiteit Groningen) en Cathy van Tuijl (Saxion Hogeschool) schrijven in Balans Magazine 1-2024 een column over hun onderzoek naar inclusief onderwijs. Zij volgden drie jaar lang zes scholen in Nederland die speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs integreren tot één school voor gespecialiseerd onderwijs. Ze vragen aan de leerlingen hoe zij zich voelen in de klas en aan ouders hoe tevreden zij zijn. Op deze plek lees je ervaringen van ouders en kinderen met gemengde groepen in het speciaal (basis)onderwijs.

Cathy van Tuijl is lector bij de Academie Pedagogiek en Onderwijs van de Hogeschool Saxion en universitair docent bij Pedagogiek van de Universiteit Utrecht. Zij houdt zich bezig met inclusie en diversiteit, gelijke kansen en het jonge kind.

Christy Tenback is onderwijsadviseur bij RENN4 en buitenpromovendus bij de Rijksuniversiteit Groningen. Zij houdt zich bezig met inclusie en integratie, ondersteuningsbehoeften en kennisdelen.

Gespecialiseerd basisonderwijs

Passend onderwijs streeft naar een goed onderwijsaanbod voor alle leerlingen: samen waar het kan, apart waar het noodzakelijk is. Het initiatief ‘geïntegreerde onderwijsvoorzieningen’ voorziet in één school voor gespecialiseerd basisonderwijs. Daarbij krijgen leerlingen uit het speciaal basisonderwijs, en uit speciaal onderwijs cluster 3 en 4 samen les. Hoe staan ouders hier tegenover en hoe ervaren zijn en hun kinderen deze vorm van onderwijs? Daarover gaat dit artikel.

Geïntegreerde onderwijsvoorzieningen

Bijna tien jaar na de start van passend onderwijs zijn er verschillende initiatieven om meer inclusief onderwijs te bieden. Er is inmiddels meer samenwerking tussen regulier en speciaal onderwijs maar ook binnen het speciale (basis)onderwijs streeft men naar meer gemengde groepen. Scholen verspreid over Nederland nemen deel aan het initiatief Geïntegreerde onderwijsvoorzieningen. Deze nieuwe initiatieven hebben als doel om enerzijds de expertise van het s(b)o te behouden, te bundelen en te versterken en anderzijds om adequate thuisnabije voorzieningen mogelijk te maken.

Eerdere pilot

Zo startte in 2016 een pilot naar meer geïntegreerd speciaal basisonderwijs bij Prisma Kampen waarbij leerlingen uit speciaal basisonderwijs en cluster 3 en 4 gemengd werden. In lijn met passend onderwijs wilde men leerlingen plaatsen op basis van de ingeschatte ondersteuningsbehoefte en het uitstroomperspectief. De ervaringen van leerkrachten met deze verandering liepen uiteen (Van Tuijl, 2017). Uit het meerjarig onderzoek bleek ook dat er tijd nodig is om deze verandering in leerlingpopulatie maar ook in methodes, toetsvormen en in teams te laten landen.

Wat vinden leerkrachten, ouders en leerlingen?

Deze pilot werd in 2018/2019 uitgebreid naar een beleidsregel vanuit het ministerie met daaraan gekoppeld beleids-en praktijkgericht onderzoek, onder regie van de Rijksuniversiteit Groningen. Verschillende scholen in Nederland doen hieraan mee. Doel van het onderzoek was na te gaan hoe leerkrachten, ouders en leerlingen nu drie jaar na de start van het initiatief tegenover deze vorm van meer inclusief speciaal onderwijs staan. In dit artikel staan we stil bij ervaringen van ouders en leerlingen met het samen les krijgen in een gemengde groep.

 

Interviews met ouders en kinderen

Er doen zes scholen mee aan ons onderzoek. In het derde onderzoeksjaar (voorjaar 2023) hebben zeven ouders toestemming gegeven aan onderzoekers om hen te interviewen. Ook mochten zij het dossier van hun kind analyseren en een vragenlijst afnemen bij hun kind. Tijdens de interviews is gevraagd naar hoe tevreden de ouders zijn over de school van hun kind (bijvoorbeeld over de leerkracht) en de houding van ouders ten aanzien van inclusie en integratie. Als we kijken naar de kinderen, gaat het om vier jongens en drie meisjes in de leeftijd variërend van vijf tot tien jaar.

Vooral sociaal-emotioneel ondersteuning nodig

Om na te gaan over welke leerlingen het gaat, hebben we als eerste stap met behulp van het landelijk doelgroepenmodel gekeken naar de ondersteuningsbehoeften van de leerlingen. Het gaat om de ondersteuningsbehoeften op het gebied van leren en ontwikkelen, sociaal-emotioneel functioneren en communicatie. Het merendeel van de kinderen heeft veel ondersteuning nodig op gebied van sociaal-emotioneel functioneren, terwijl er wat meer variatie is in de behoefte aan ondersteuning bij het leren en communiceren.

 

Tevredenheid van ouders

Ouders zijn zeer tevreden over de school: gemiddeld geven zij een 9 op een schaal van 1 tot en met 10.

‘Ik vind het echt een fantastisch concept. Kinderen zijn allemaal gelijkwaardig, of ze nu autisme, iets anders of geen diagnose hebben.’

‘Als je binnen komt lopen, heb je niet het gevoel dat je in een speciale school staat. Dus eigenlijk is het een school met extra ondersteuning voor een kind, zonder dat ze het gevoel hebben dat ze niet normaal zijn.’

De tevredenheid van ouders is vooral groot, omdat ze het gevoel hebben dat hun kind op zijn of haar plek zit en met plezier naar school gaat. Korte lijnen en goede communicatie vanuit de leraar worden ook zeer gewaardeerd. Leraren die het kind zien zoals het is en vandaaruit het kind uitdagen, wordt positief benoemd door ouders.

Op schoolniveau is heldere en regelmatige communicatie met ouders belangrijk. Openheid naar ouders toe en het creëren van een gemeenschap door extra activiteiten zoals een kerstviering of zomermarkt vinden ouders heel prettig. Natuurlijk zijn er ook zaken te verbeteren. Als grootste verbeterpunt noemen ouders communicatie.

 

‘Het is puur de communicatie naar ouders die voor mij mist. En juist omdat het gaat om speciaal onderwijs. Bij een kind met een rugzakje is het nog belangrijker omdat, als er op school iets fout is gegaan, je dat heel sterk terug kan zien in een thuissituatie en andersom.’

Ouders zouden graag sneller op de hoogte zijn van als er iets gebeurd is in de klas van hun kind, zodat zij er thuis ook op in kunnen spelen. Veel communicatie vindt plaats via een app. Dat bevalt ouders goed, maar het persoonlijke contact blijft ook erg belangrijk. Ook zijn er ouders die aangeven dat ze graag meer uitleg willen van de school, met name als het gaat om het ontwikkelingsperspectiefplan en de toekomst. Eén ouder geeft aan de klassen te groot te vinden.

Inclusie en integratie

Ouders geven aan dat het integreren van so-sbo vooral als voordeel heeft, dat hun kind alle kansen krijgt. En dat zij als ouder niet hoeven te kiezen voor een specifiek schooltype. Dat is vooral fijn voor ouders van kinderen die op het grensgebied van so en sbo functioneren.

‘Ik denk wel echt dat ze elkaar naar een beter niveau kunnen tillen.’

Ook geven ouders aan dat een gemengde groep helpt om te leren omgaan met kinderen die anders zijn.

‘Ik vind het juist heel mooi dat die kinderen gewoon bij elkaar kunnen, want kinderen die te ‘druk’ zijn, worden meestal door een groep buitengesloten. En nou is het meer: iedereen hoort erbij.’

Ouders vonden het in eerste instantie wel een spannend idee om hun kind in een gemengde groep te laten meedraaien.

‘We dachten in het begin, omdat zij wel echt heel snel afgeleid is, dat het lastig zou worden met kinderen die al wat rumoeriger zijn. Het was ook wel even wennen dat ze met drukke kinderen in de klas zat, maar nu is het gewoon normaal.’

Nadeel van een gemengde groep is volgens ouders, dat kinderen in aanraking komen met gedrag dat niet wenselijk is en dat ze dit gedrag gemakkelijker gaan kopiëren.

‘Het is een nadeel dat deze kinderen ook grof In het taalgebruik zijn. Dan merk ik dat mijn dochter daar ook iets van meeneemt.’

Ervaringen van leerlingen

De zeven leerlingen zijn individueel geïnterviewd. We hebben de leerlingen gevraagd naar hun gevoel van inclusie en hoe zij het klasklimaat ervaren. Dit waren vragen als: ‘Vind je het leuk om naar school te gaan?’ Of: ‘Maken jullie weleens ruzie met elkaar?’ De leerlingen konden antwoorden op een driepuntschaal (ja, nee, een beetje). Gemiddeld voelen de leerlingen zich erbij horen in de klas (2,6). Ook ervaren zij het klasklimaat als positief (2,5). Dit is in lijn met ervaringen van een grotere groep leerlingen wiens ouders niet geïnterviewd zijn.

Conclusie

Ouders en leerlingen beleven de gemengde groepen als positief.

‘Iedereen heeft hier een beperking. Je leert met elkaar om te gaan en elkaars krachten te zien. […] ook de kinderen die net tegen het ene aanhikken hoeven dan ook niet steeds te switchen van school.’

Dit initiatief is veelbelovend op het gebied van integratie van speciale (basis)onderwijsvoorzieningen. Inmiddels breidt het initiatief zich uit naar andere vormen zoals samenwerking tussen regulier- en speciaal (basis)onderwijs, voortgezet (speciaal) onderwijs en vormen waarbij kinderopvang of zorgpartners intensief met de school samenwerken.

‘Dat mijn kind plezier mag hebben en zichzelf mag zijn. Dat is gewoon een voordeel, want op een reguliere school wordt een heleboel van jou verwacht. Daar kun je eigenlijk in principe niet echt jezelf zijn als je een kindje met een beperking hebt. Dus ja, dat is ook echt gewoon een voordeel. Je mag jezelf zijn.’

Referenties

Van Tuijl, C. (2017). Gemengde groepen in speciaal (basis)onderwijs. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 56, 269-278.

 

Cathy van Tuijl
Christy Tenback
Privacyvoorkeuren
Wanneer u onze website bezoekt, kan deze informatie opslaan via uw browser van specifieke services, meestal in de vorm van cookies. Hier kunt u uw privacyvoorkeuren wijzigen. Let op dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze website en de diensten die wij aanbieden.