‘Ik kan goed contact maken met anderen’
Sofie is vijftien jaar. Ze houdt van lezen en reizen en zou graag model willen worden of baliemedewerkster. Sofie is super-anders omdat zij informatie langzamer verwerkt. Zij heeft het boek ‘De Bende van Super-Anders’ gelezen en vertelt ons wat zij daarvan vond. En op welke manier zij zelf super-anders is.
Sofie, hoe ben je aan het boek ‘De Bende van Super-Anders’ gekomen?
‘Ik kreeg het cadeau toen ik meedeed aan een klimprogramma met mijn school. Dat werd georganiseerd door dezelfde mensen als die het boek hebben geschreven (het TINO team). Mijn klasgenoten en ik kregen allemaal opdrachten in de klimhal. Ik vond dit leuk om te doen. Een trainer vertelde ook over het boek en ik wilde het echt graag lezen. De karakters hebben verschillende uitdagingen, maar kunnen daardoor allemaal toch iets extra goed. Dat vind ik leuk bedacht.’
Hoe zou je zelf omschrijven wat je anders maakt? En wat daar lastig aan is?
‘Ik verwerk informatie langzamer. Daardoor weet ik vaak niet meteen hoe een situatie in elkaar zit. Zoals in het verkeer bijvoorbeeld. Er gebeurt zoveel tegelijk. Ik moet één ding voor me zien, anders raak ik in paniek. Soms krijg ik dan ook negatieve gedachten en denk ik dat ik iets niet kan. Of ik word juist helemaal stil. Dat gebeurt weleens in de klas als het te druk is om me heen. Ik heb dan iemand nodig die me kan helpen om vooruit te komen en stappen helder te maken. Of bijvoorbeeld een to-do list te maken. Dan weet ik wat ik kan doen en wordt het weer rustig in mijn hoofd.’
Wat maakt jou super-anders?
‘Omdat ik leren op school lastig vind, heb ik mezelf aangeleerd om anders aan informatie te komen. Ik vind het bijvoorbeeld helemaal niet eng om op mensen af te stappen en ze vragen te stellen. Omdat ik dat al vaak heb gedaan, kan ik makkelijk contact leggen met mensen om me heen. Tijdens mijn stage bij een supermarkt bijvoorbeeld zag ik dat veel andere collega’s het spannend vonden om klanten te helpen. Ik vind het dan niet moeilijk om iemand te adviseren en met ze mee te denken over wat ze nodig hebben. Ik blijf gewoon mezelf. En door het zelf voor te doen, laat ik collega’s zien hoe zij het ook kunnen aanpakken.
En als ik iets lastig vind, zoals bij het leren van iets nieuws of bij drukte in de klas, dan vraag ik hulp. Zo open ik de wereld om me heen, zegt mijn vader.’
Wat handig dat je daar goed in bent geworden. Niet iedereen durft op onbekenden af te stappen om ze iets te vragen of een gesprek aan te knopen.
‘Klopt! Het lijkt me leuk om in een hotel te werken als baliemedewerker. Daarvoor moet je ook goed contact kunnen maken met mensen. En je moet kunnen rekenen. Dat vind ik lastig maar hiervoor doe ik erg mijn best. Gelukkig heb ik heel goed contact met mijn rekendocent en ze helpt me goed. Ik wil graag na het praktijkonderwijs naar het mbo voor de opleiding tot baliemedewerker. Maar modellenwerk lijkt me ook leuk. Ik vind het leuk om gefotografeerd te worden en voel me ontspannen voor de camera.’
Dat kunnen we zien op de foto! Nog één vraag Sofie: als je aan de minister van Volksgezondheid één tip mocht geven. Wat zou je dan zeggen?
‘Ik denk dat een soort super-anders-coach op school fijn zou zijn. Iemand die met je mee kan kijken naar wat je juist extra goed hebt geleerd. En tegen andere jongeren die super-anders zijn zou ik zeggen: wees niet bang om iets moeilijk te vinden. Probeer het gewoon. Ook als het niet lukt, is het proberen in ieder geval geslaagd. Dat kan je ook als een succes zien. En leer moeilijke dingen in kleine stukjes: stap voor stap. Dan zie je dat je er beter in wordt en is het ook te overzien.’
Heb jij Super-Anders ook gelezen? En wil je geïnterviewd worden voor deze rubriek? Mail dan naar [email protected]
Sofies ouders werden ook geïnterviewd, lees hun verhaal hier.
Dit artikel verscheen eerder in BalansKIDS 3 2023. Wil je ook ons magazine ontvangen? Word dan nu lid. Bekijk hier de voordelen.
