Scroll Top

Deirdre (19) stopte definitief met school

‘Het heeft nog nooit zo goed gevoeld om gewoon met iets te stoppen en te zeggen: het is goed zo.’ Deirdre (19) is creatief hoogbegaafd en heeft daardoor te veel moeite met schoolse opgaven. Thuis leert ze nu dingen op een manier die bij haar past. Interview door Renate van der Zee Deirdre Goosen (19) is creatief hoogbegaafd. Denkprocessen verlopen bij haar anders dan bij de meeste mensen. Op school was daar geen oog voor en werd ze behandeld als een lastig kind, wat haar ernstig heeft beschadigd. Inmiddels zit ze al zes jaar thuis. ‘Dat ik gestopt ben met school betekent zeker niet dat ik gestopt ben met leren.’ ‘Ik ben creatief hoogbegaafd. Dat houdt in dat ik anders denk dan andere mensen. Creatief hoogbegaafde mensen worden wel ‘rechter hersenhelft-denkers’ genoemd. De rechterhersenhelft gaat over het creatieve, de linkerhersenhelft over het analytische. Ik denk op een creatieve manier en eigenlijk begrijp ik schoolwerk niet omdat het uitgaat van analytisch denken. Dat is voor mij een totaal vreemde wereld, want ik denk gewoon niet zo. Maar daar is nooit aandacht voor geweest op school.

Een heel slim meisje

Dat ik creatief hoogbegaafd ben, daar zijn we pas later achtergekomen. In de kleutergroep werd wel gezegd: zij is een heel slim meisje. Maar de juf van groep 3 negeerde dat. In die groep begin je met lezen, schrijven en rekenen, maar dat kon ik allemaal al. Het was veel te saai voor mij. In plaats van me braaf aan mijn taken te zetten, weigerde ik ze te maken. De juf vroeg me niet waarom ik weigerde, maar zette mij als een lastig kind op de gang. Ik mocht daar niet eten en niet drinken, ik mocht niet van mijn stoel af, dus ook niet naar de wc. Ik mocht niet mee naar buiten en niet meedoen met gym. Doordat ik overal buitenstond, werd ik heel erg gepest. Door dat pesten en door de afschuwelijke manier waarop die juf mij behandelde, heb ik een posttraumatische stress-stoornis opgelopen, hebben we later ontdekt. In groep 5 kreeg ik een juf die het min of meer net zo aanpakte als de juf in groep 3, en dat heeft het trauma verergerd. Ik kreeg daar maatwerk, dat is voor kinderen die moeilijk leren. Daar was ik zo boos over! Ik ben toen naar die juf gegaan en heb gezegd: het spijt me, maar ik doe hier niet aan mee. Ik vind het best knap van mezelf dat ik dat durfde te zeggen. De juf antwoordde: oké, dan ga je maar weer normaal werk maken. En zo modderde ik door.

Analytische IQ-test

De juf van groep 6 was echt een vechter voor haar leerlingen. Ze legde de lat hoog voor alle kinderen. Hoe slecht je ook in rekenen was, bij haar kwam het beste in je naar boven. En opeens presteerde ik heel goed met rekenen. Iedereen was stomverbaasd, want ik was toch een slechte leerling? Toen dacht mijn moeder: ik laat haar testen. Mijn moeder vermoedde al heel lang dat ik hoogbegaafd ben. Als klein kind was ik erg snel met lopen en praten. Ik was twee toen mijn moeder mij op een dag in een doos zag zitten, en toen ze vroeg wat ik daar deed, zei ik: ‘Ik ben aan het nadenken.’ Uit die test kwam dat ik begaafd was, niet hoogbegaafd. Mijn moeder verbaasde zich daarover. Ze zei: ‘Begaafde kinderen zijn de populaire kinderen. Die presteren wél. School gaat hen makkelijk af.’ Maar die test was analytisch en zoals ik al heb uitgelegd, denk ik zo niet, dus ik heb waarschijnlijk een veel hoger IQ dan je op die manier bij mij kunt testen. Later hebben twee hoogbegaafdheidscoaches bevestigd dat ik hoogbegaafd ben.

School voor hoogbegaafden

In groep 8 mocht ik tot mijn grote geluk naar een onderwijsinstelling voor hoogbegaafde kinderen. Ze namen me daar meteen aan, zonder test. Toen kwam ik eindelijk in het warme bad van onderwijs dat wel bij mij paste. Eindelijk was ik op mijn plek. Maar mijn geluk was helaas van heel korte duur, want na groep 8 moest ik natuurlijk naar de middelbare school. Ik had mijn Citotoets verknald, de uitslag was vmbo/havo en die uitslag was toen nog bindend. Dus moest ik naar een school waar ik helemaal niet naartoe wilde. Ik was daar diepongelukkig. Op die school zeurden ze alleen maar over mijn cijfers. Ze zeiden dat ik niet hoogbegaafd was en dat ze hoogbegaafden daar bovendien niet konden helpen – wat tegenstrijdig is. Op een gegeven moment was ik helemaal op. Ik ben toen van school afgegaan. Ik kon me mentaal en fysiek niet meer naar die school slepen. Er was zes jaar tegen me opgebokst en het werd me te veel. Ik was heel depressief en in die tijd kwamen we erachter dat ik een posttraumatische stress-stoornis had opgelopen.

Werken lukt niet

Dat is nu zes jaar geleden en sindsdien zit ik thuis. Na anderhalf jaar thuiszitten kreeg ik eindelijk thuisonderwijs. Ik was daar heel blij om, maar ik bleek het psychisch niet aan te kunnen om weer te gaan leren. Het was traumatisch voor mij om toetsen te moeten maken, om te moeten presteren. Het kostte me heel veel energie om schoolse opgaven in mijn hoofd om te zetten in iets wat in mijn manier van denken past, zodat ik ze kan begrijpen. Schoolse dingen leren gaat eigenlijk nog steeds niet. Dus heb ik in januari van dit jaar besloten om definitief te stoppen met school. Het heeft nog nooit zo goed gevoeld om gewoon met iets te stoppen en te zeggen: het is goed zo. Maar echt blij ben ik niet, want ik heb ontdekt dat ik door mijn trauma ook niet kan werken. Een leidinggevende boven me hebben, moeten presteren en op tijd moeten zijn, dat lukt mij niet, dat triggert mijn ¬PTSS. Ik had een superleuk baantje bij een broodwinkel in Amsterdam waar ze brood maken dat goed is voor mensen en voor het milieu. Het was qua werk niets bijzonders, maar ik had heel leuke collega’s en een geweldige leidinggevende. Die merkte al snel dat het te veel voor me was. Hij nam mij apart en zei: jij wil wel, maar je lichaam wil niet, hoe kan ik je helpen? Toen hebben we mijn werkdagen meer uitgespreid, maar zelfs dat mocht niet baten. Ik moest ermee stoppen, ik kon het niet aan.

Creatief bezig zijn

Dat betekent eigenlijk dat ik me op mijn negentiende moet laten afkeuren en dat ik voor de maatschappij weinig kan betekenen. Dat is moeilijk voor me. Maar hoe dan ook, ik blijf bezig. Ik ben nu bijvoorbeeld aan het leren naaien. Ik lees ook heel veel. Ik lees graag over psychologie en geschiedenis, vooral als die twee onderwerpen samengaan. Ik houd er wel van als het een luguber randje heeft: zo lees ik nu over seriemoordenaars, dat vind ik razend interessant. Daarnaast dans ik graag, ik doe bijvoorbeeld aan klassiek ballet, en ik schilder. Creatief bezig zijn vind ik zo fijn, ik heb het gewoon nodig om me op die manier te uiten. Mijn psycholoog en ik hebben het er vaak over dat ik daarmee letterlijk dingen verwerk. Door te tekenen krijg ik de ruimte in mijn hoofd om dingen te verwerken. Heb ik al verteld dat ik ook gek ben op koken? Ik doe vrijwilligerswerk voor Resto VanHarte: dat houdt in dat je buurtmaaltijden kookt en dat is superleuk en echt heel dankbaar werk.

Een leuke huisvrouw

Mijn psycholoog zegt dat we aan het einde van de behandeling zijn, dus ik denk niet dat ik ooit van mijn PTSS afkom. Waarschijnlijk zal ik nooit kunnen werken, maar daar wil ik niet te veel bij stilstaan. Misschien kan ik gewoon een leuke huisvrouw worden met lieve kinderen en een aardige man. Dat lijkt me eigenlijk wel prettig. Lekker koken, je huis op orde hebben, thuis met van alles bezig zijn – het klinkt me als muziek in de oren. Mijn moeder is heel erg trots op wat ik allemaal doe. Ze vindt het knap dat ik niet opgeef en niet in bed lig. En ik ben heel erg trots op haar, want ze stond er alleen voor en van alle mensen in mijn leven is zij degene die mij altijd is blijven helpen. En dat ik gestopt ben met school betekent zeker niet dat ik gestopt ben met leren. Maar ik leer nu dingen op een manier die mij past.’
Privacy Preferences
When you visit our website, it may store information through your browser from specific services, usually in form of cookies. Here you can change your privacy preferences. Please note that blocking some types of cookies may impact your experience on our website and the services we offer.