Home / Kennisbank / Kennisbank: Ontwikkelingsproblemen / Kennisbank: Ervaringsverhalen en vlogs over ontwikkelingsproblemen / ‘Ik vergelijk me niet met andere studenten’

‘Ik vergelijk me niet met andere studenten’
Ondanks haar dyslexie studeert Emma (19) aan de universiteit. ‘Het zou fijn zijn als onderwijs zó passend is dat vreemde talen niet verplicht zouden zijn voor iedereen.’
Interview: Nicolette Kuijlaars
Spellen was en is een probleem voor Emma (19). Toch studeert ze ondanks haar dyslexie aan de universiteit. Haar ijzersterke motivatie heeft haar daarbij geholpen, én haar moeder, die al vroeg wist dat Emma een beelddenker is.
Oefenen, oefenen, oefenen
Toen ik mijn havodiploma haalde, voelde ik me zó zeker dat ik naar het vwo ben gegaan. En ook daar trof ik weer een docent, dit keer voor Nederlands, die mij wilde helpen. Met haar heb ik veel oude eindexamenteksten gelezen. Zij wees me op de structuur van zo’n tekst, hoe lees je die nou? En ik wist door het havo-examen natuurlijk wat ik kon verwachten. Daarna had ik mijn vwo-diploma op zak.
Mijn eigen tempo
Mijn middelbare school was de Kees Boekeschool in Bilthoven, een school die bekendstaat om zijn creatieve vakken en het aanleren van zelfstudie. Ik wilde daar graag naartoe, omdat mijn vriendinnen daar ook heengingen, maar mijn moeder twijfelde: past dat soort onderwijs wel bij een beelddenker die gebaat is bij structuur? Toch is dat onderwijssysteem achteraf goed geweest voor mij, juist door die zelfstudie. Ik kon daardoor in mijn eigen tempo lesstof doornemen. Dat ging beter dan wanneer ik in een vol leslokaal naar de uitleg van een docent had moeten luisteren. Die uitleg gaat vaak snel en met gebruik van heel veel woorden. En mijn motivatie was gewoon heel hoog. Ik wilde zo graag! Daardoor ging ik ook zelf aan de slag, maar dat gold echt niet voor iedereen. Er waren ook kinderen die dat zelf studeren juist niet aankonden.
Google translate
Ik zit nu in het eerste jaar van de universiteit, ik studeer scheikunde. De colleges zijn in het Nederlands en de boeken zijn in het Engels. Zo’n grote, volle collegezaal is niet voordelig voor een student met dyslexie, maar gelukkig worden de meeste colleges gefilmd. Zo kan ik de lessen terugkijken en in mijn eigen tempo de lesstof doornemen. Eigenlijk op de manier die ik me op de middelbare school heb aangeleerd. En die boeken in het Engels zijn er gelukkig ook online. Dus ik neem ze door met behulp van google translate. Studeren kost mij waarschijnlijk meer tijd dan een student zonder dyslexie, maar ik probeer me niet te vergelijken met hen. Dat is demotiverend. Ik kijk gewoon naar mezelf en probeer uit te vinden wat voor mij de beste manier is. Ik ervaar mijn moeite met spelling niet meer als een groot probleem. Ik leef er al negentien jaar mee, ik heb het geaccepteerd. Bovendien haal ik er ook iets positiefs uit. Zo ontdek ik bij natuurkundige vakken vaak snel een logica, omdat ik de processen voor me zie, ik zie die beelden. En ik hoef maar één keer een route te zien en ik kan ’m lopen.
Passend onderwijs
Als ik terugkijk op mijn schoolcarrière, kom ik tot de conclusie dat ik voor passend onderwijs ben. De extra hulp die ik heb gekregen van docenten was ideaal. Die hulp had ik echt nodig. En het zou fijn zijn als onderwijs zó passend is dat vreemde talen niet verplicht zouden zijn voor iedereen. Ik heb zo hard gewerkt voor Engels, Frans en Duits en toch kwam ik met die vakken niet op havoniveau. Terwijl ik voor de andere vakken hartstikke goede cijfers haalde. Dat was zo frustrerend! Of ik een tip heb voor kinderen met dyslexie? Moeilijke vraag. Iedereen gaat er op een andere manier mee om. Ik weet intussen wat werkt voor mij, bijvoorbeeld door de dingen die ik moet leren te onthouden in beelden. En ik had het geluk dat mijn moeder me zo heeft geholpen. Ook die motivatieswitch die ik in de brugklas maakte, toen ik mezelf wilde bewijzen om naar de havo te kunnen, is heel bepalend geweest.’