Onderzocht: Betere slaapervaring verbetert de slaap zelf
Dagelijks verschijnen onderzoeken met resultaten die je kunnen helpen de ondersteuningsbehoefte van je kind beter te begrijpen. René Lamers spit ze door en deelt opvallende resultaten. Deze keer: jongeren met autisme doen het beter op school met een betere slaapervaring.
Op tijd stoppen met gamen, ’s avonds geen cola, een rustige slaapkamer met frisse lucht. Het zijn voorbeelden van ‘slaaphygiëne’. We zagen ze al voorbijkomen in een Belgisch onderzoek<https://balansdigitaal.nl/slaapproblemen-vaak-helpt-een-betere-slaaphygiene-al>, dat op jongeren met ADHD was gericht. Natuurlijk helpen ze ook bij jongeren met autisme. In feite bij alle jongeren. Maar jongeren met autisme verwerken prikkels anders en zijn daardoor extra gevoelig voor slaapproblemen. Ze komen moeilijk in slaap en worden vaker ’s nachts wakker. En daardoor raken ze sneller gehumeurd, kunnen ze zich slechter op school concentreren, voelen ze zich gehinderd om zichzelf te zijn. En dit versterkt weer ander gedrag dat je vaak bij autisme ziet, zoals dwanggedrag. De slaapproblemen zorgen voor boosheid en uiteindelijk somberheid bij de jongere.
In haar promotieonderzoek bij de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) ziet Ilona Schouwenaars ook iets opvallends: als een jongere het beeld van zichzelf heeft dat hij/zij slecht slaapt, beïnvloedt dat de slaapervaring, en dat vergroot de stress rond slapen. Wanneer de jongere een dagboekje bijhoudt en ontdekt dat hij/zij eigenlijk best aardig slaapt, dan verandert dat zelfbeeld, dus de slaapervaring, en uiteindelijk ook het slapen zelf.
Aanmoedigen helpt het kind. Oók om gemotiveerd te raken om iets aan het slaappatroon te doen.
Ilona probeerde dat uit samen met 23 leerlingen met autisme op vier scholen voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO). De leerlingen vulden formulieren in over hun slaapervaringen, hielden een slaapdagboek bij met gebeurtenissen van de dag, om zo een verband te zien met prikkels en vermoeidheid. Dit gaf inzicht in hun slaapsituatie. En die konden ze weer afzetten tegen hun eigen beeld. Via een app gaven ze hun emoties een cijfer. Met docenten gingen ze het gesprek erover aan. De docenten hadden e-learning gevolgd met informatie over de slaapproblemen bij hun leerlingen.
De leerlingen kregen persoonlijk advies. Zo kon het voorkomen dat eentje juist later naar bed ging, zodat die meer vrije tijd in de avond had, terwijl hij zich ’s ochtends minder moe voelde. Jongeren voelden zich zekerder doordat ze meer controle hadden over hun slaapervaring.
Lees hier het hele onderzoek: https://pure.uva.nl/ws/files/136000333/Thesis.pdf
