Scroll Top

Te druk of te jong: over de rol van het leeftijdseffect bij (vermoeden van) ADHD

 

De jongste kinderen in een klas krijgen vaker de classificatie ADHD dan hun oudere klasgenootjes. 

Ook krijgen zij vaker ADHD-medicatie voorgeschreven1–3.

Een veel genoemde verklaring hiervoor is dat deze kinderen onterecht vergeleken worden met hun net iets oudere klasgenoten.
Het feit dat zij iets minder ver zijn in de ontwikkeling van hun aandacht, wordt dan verward met ADHD.

Leeftijdseffect

Dit is een vorm van het al langer bekende relatieve leeftijdseffect. Dit effect is bekend geworden door onderzoek naar de geboortemaand van sporters. Het viel op dat professionele sporters vaker geboren zijn aan het begin van het kalenderjaar.

Na een eerste onderzoek bij Canadese ijshockeyspelers in de jaren 80, is dit bij veel sporten en in veel landen gevonden 4 (de cut-off ligt niet steeds bij het kalenderjaar, dat hangt af van wat de gebruikelijke manier is van leeftijdsselecties maken in een land of sport).

Wat er gebeurt, is dat de oudste kinderen van een lichting ten onrechte ook worden gezien als de meest talentvolle kinderen. Eigenlijk zijn ze gewoon net iets ouder en daarom beter (het omgekeerde van wat bij ADHD gebeurt). Deze relatief oude kinderen worden dan geselecteerd voor talentenprogramma’s en ontwikkelen zich zo sneller door dan de relatieve jonkies. Dit is een zichzelf versterkend effect waardoor de relatief oude kinderen op een gegeven moment ook echt beter zijn, ook los van hun leeftijd.

Binnen de sport is dit inmiddels een bekend gegeven en wordt hier soms ook rekening mee gehouden.

Binnen de psychiatrie is hier nog veel minder aandacht voor. Zoals wij eerder al schreven willen wij onderzoeken wat we hieraan kunnen doen.

Onze hypothese is dat tijdens de diagnostiek soms over het hoofd wordt gezien dat een kind iets jonger is dat zijn klasgenootjes. Behandelaren houden altijd rekening met de ontwikkelingsleeftijd van een kind, maar wij denken dat deze kleinere verschillen (van ongeveer een jaar of minder) soms toch worden gemist. Ons uitgangspunt is dan ook helder: hoe zorgen we ervoor dat relatieve leeftijd genoeg aandacht krijgt?

Onderzoek

Er is inmiddels een vooraanvraag ingediend om geld te krijgen voor dit project. Wij denken dat dit project echt beter kan worden als ook ouders van kinderen met aandachtsproblemen meedenken.

Branko van Hulst, postdoctoraal onderzoeker aan het UMC Utrecht en kinder- en jeugdpsychiater in opleiding bij Curium-LUMC.

Meedoen?

Wij herhalen onze oproep: wil jij graag meedenken over de opzet van deze studie en over hoe de participatie van ouders en jongeren eruit gaat zien in deze studie?

Mail dan naar [email protected] voor meer informatie over het project. Onze onderzoekster Myrte van Langen neemt dan snel contact met je op.

Zie voor meer informatie de Richtlijn Stemmingsproblemen voor jeugdhulp en jeugdbescherming. In de richtlijn staat wat hulpverleners samen met ouders kunnen doen als ze vermoeden of weten dat uw kind een stemmingsprobleem heeft. De richtlijn is primair bedoeld voor jeugdprofessionals, aangezien zij ermee moeten kunnen werken. Er is van de richtlijn een aparte cliëntversie voor jeugdigen en hun ouders.

Meer informatie

Lees hier het ADHD dossier uit BalansMagazine (nr. 1 2020).

Zie ook Flyer academische werkplaats voor ADHD en druk gedrag

Heb je vragen of zorgen over je kind met ADHD, of herken je kenmerken en wil je daar graag eens met een ervaringsdeskundige praten? Neem dan eens contact op met onze Advieslijn.

Klik op de volgende link voor het gehele ADHD Dossier  op onze website:  om meer informatie te krijgen over wat ADHD is, hoe de diagnose wordt vastgesteld, wat het behandelplan en de richtlijnen zijn, hoe je er in de opvoeding, in de vrije tijd of in het onderwijs mee om kunt gaan, en meer..

  1. Whitely, M. et al. Annual Research Review : Attention deficit hyperactivity disorder late birthdate effect common in both high and low prescribing international jurisdictions : a systematic review. 4, 380–391 (2019).
  2. Holland, J. & Sayal, K. Relative age and ADHD symptoms , diagnosis and medication : a systematic review. Eur. Child Adolesc. Psychiatry 28, 1417–1429 (2019).
  3. Caye, A. et al. Relative Age and Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder: Data From Three Epidemiological Cohorts and a Meta-analysis. J. Am. Acad. Child Adolesc. Psychiatry 59, 990–997 (2020).
  4. Nolan, J. E. & Howell, G. Hockey success and birth date: The relative age effect revisited. Int. Rev. Sociol. Sport 45, 507–512 (2010).
Privacyvoorkeuren
Wanneer u onze website bezoekt, kan deze informatie opslaan via uw browser van specifieke services, meestal in de vorm van cookies. Hier kunt u uw privacyvoorkeuren wijzigen. Let op dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze website en de diensten die wij aanbieden.