
Wat is ADHD?
Algemeen
Als ouder wil je niks liever dan dat het goed gaat met je kind. Wanneer je kind tegen problemen aanloopt, het moeilijk heeft en aan het worstelen is, wil je je kind helpen. Je wilt handvatten om je kind te ondersteunen maar je wilt ook graag antwoorden en verklaringen voor zijn of haar gedrag. Niet alleen thuis maar ook op school.
Het is belangrijk om jezelf als ouder goed te informeren over wat mogelijke oorzaken van bepaald gedrag kunnen zijn en hoe je hiermee om kunt gaan. Via deze link vind je meer informatie. In deze brochure: Onrustig, impulsief of onoplettend; ADHD of iets anders? wordt aandacht besteed aan mogelijke oorzaken van onrustig, impulsief en onoplettend gedrag. Er staan tips en adviezen in voor ouders. Wat kun je zelf doen en wanneer kun je waar hulp vragen?
Als een kind veel druk, impulsief en ongeconcentreerd gedrag laat zien en hier in het dagelijks leven last van heeft, noemen we dat ADHD. ADHD gedrag kan op verschillende manieren ontstaan, daarover later meer.
Wat is ADHD?
De afkorting ADHD staat voor Attention Deficit/Hyperactivity Disorder. In het Nederlands betekent dat aandachtsdefciëntie met hyperactiviteit. Aan de ene kant zijn kinderen met ADHD snel afgeleid. Ze kunnen niet lang ergens de aandacht bij houden. Dit noemen we ook wel onoplettendheid of concentratieproblemen. Vaak is er ook sprake van lichamelijke onrust (friemelen, wiebelen) en grote beweeglijkheid (steeds opstaan en rondlopen). Dit noemen we ook wel hyperactiviteit (of druk gedrag). Daarnaast doen kinderen met ADHD vaak eerst voordat ze denken. Ze kunnen bijvoorbeeld een antwoord eruit flappen zonder hun vinger op te steken. Dit wordt ook wel impulsiviteit genoemd.
Er worden drie vormen van ADHD onderscheiden (volgens de DSM, het handboek voor psychiatrische stoornissen).
- De overwegend onoplettende presentatie
- De overwegend hyperactieve/impulsieve presentatie
- De gecombineerde presentatie
In de meest voorkomende vorm is er zowel sprake van concentratieproblemen en onoplettendheid als van druk en impulsief gedrag. In de twee andere vormen is er óf sprake van concentratieproblemen en onoplettendheid (onoplettende presentatie) óf van druk en impulsief gedrag (hyperactieve/impulsieve presentatie). ADHD oplettende presentatie werd dit in het verleden ADD genoemd. ADD wordt tegenwoordig niet meer als aparte classificatie gesteld maar de afkorting wordt nog wel gebruikt om het verschil aan te geven in de manier waarop ADHD zich uit. ADHD hoeft dus niet alleen te bestaan uit druk en/of impulsief gedrag
Misschien is het al opgevallen dat we hier spreken van een classificatie ADHD en niet van een diagnose . Bij een classificatie gaat het om of je wel of niet aan de kenmerken voldoet van ADHD, zoals ze in de DSM staan (handboek voor psychiatrische stoornissen). Een diagnose is veel uitgebreider. In een diagnose wordt bijvoorbeeld ook beschreven wat mogelijke oorzaken zijn van gedrag en welke sterke en zwakke kanten er bij het kind en bij de omgeving worden gezien. Dat is bij elk kind anders, dus daarom spreken we hier van een classificatie.
Bekijk ook deze video over ADHD
Kenmerken van ADHD en bijkomende problemen
Uiteraard hebben niet alle drukke of dromerige kinderen ADHD. k De kenmerken alleen zijn onvoldoende om de classificatiediagnose ADHD te stellen. We noemen het pas ADHD als een kind er ook echt last van ervaart in het dagelijks leven. Het is dan ook raadzaam om zelf geen conclusies te trekken, maar een specialist in te schakelen die de classificatie ADHD al dan niet vaststelt bij jouw kind.
Kenmerken onoplettendheid of concentratieproblemen
- onvoldoende aandacht aan iets schenken en daardoor fouten maken (bijvoorbeeld in schoolwerk)
- moeite om de aandacht erbij te houden
- luistert vaak onbedoeld niet als hij/zijn aangesproken wordt
- moeite om aanwijzingen op te volgen en taken af te maken
- moeite met het organiseren van taken en activiteiten
- houdt niet van taken die veel mentale inspanning vereisen (zoals school of huiswerk)
- regelmatig spullen kwijt zijn snel afgeleid zijn
- vaak iets (vergeten (bijvoorbeeld een afspraak of een opdracht)
Kenmerken hyperactiviteit en impulsiviteit
- wiebelen, veel bewegen met handen/voeten, draaien op de stoel
- niet kunnen blijven zitten
- rondrennen, overal op klimmen
- geen rust kunnen nemen of ontspannen,
- vaak “in de weer zijn” of “maar doordraven”
- veel praten
- moeite om op de beurt te wachten
- stoort vaak anderen of dringt zich op
Overige kenmerken van ADHD
Bij mensen met ADHD worden soms ook andere kenmerken en soms ook bijkomende problemen gezien. Voorbeelden daarvan zijn:
weinig tot geen gevoel hebben voor tijd, gevolg: vaak te laat komen.
- moeite hebben met plannen.
- moeilijk in slaap kunnen vallen.
- uitstelgedrag.,
- prikkelbaarheid.,
- bang zijn/ snel angstige gevoelens en gedachten hebben.
- een negatief zelfbeeld.
- een traag leertempo
- op school minder goed presteren dan mogelijk zou zijn zonder de ADHD kenmerken.
- gedragsproblemen, zoals snel boos worden, opstandig zijn of aggressief gedrag.
- moeite met aanleren van routines
- sociale al onhandigheid
- moeite met het herkennen van emoties van anderen.
- moeite met bepaalde “mentale functies”, zoals het remmen van gedrag en het onthouden van dingen terwijl je met iets anders bezig bent.
- minder gevoelig voor beloning; kinderen met ADHD hebben vaak meer beloning nodig om tot het zelfde “belongingsgevoel” te komen. Ook hebben ze meer baat bij een beloning die direct volgt op het gewenste gedrag.
- emotionele uitbarstingen; plotselinge en dus onverwachte driftbuien en huilbuien zijn daar een voorbeeld van.
- onhandigheid en houterigheid/ vaak vallen en knoeien.
- Met name bij de onoplettende presentatie:
te stil en angstig gedrag - dromerigheid
- passiviteit
- teruggetrokkenheid
- gebrek aan zelfcontrole
- traag leertempo
Omdat de kenmerken van kinderen met de onoplettende presentatie vaak als lastig worden ervaren door de omgeving van het kind, worden hun problemen veel minder snel opgemerkt dan bij kinderen de hyperactieve/impulsieve of gecombineerde presentatie. Toch hebben zij net zo veel last van bijvoorbeeld hun concentratieproblemen en innerlijke onrust
Bijkomende problemen
Het gedrag van een kind met ADHD samenhangen met problemen in het gezin, op school of in het contact met vriendjes en vriendinnetjes. Dit kan ook komen doordat bij kinderen met ADHD gedrag daarnaast vaak gedragsproblemen voorkomen. Gedragsproblemen bestaan bijvoorbeeld uit boos, opstandig of agressief gedrag. Kinderen met ADHD krijgen soms veel kritiek van hun omgeving. Dit kan leiden tot een negatief zelfbeeld. Ook angst komt soms voor samen met ADHD.
Kinderen met het onoplettende beeld van ADHD (vroeger ADD) zijn vaak niet lastig voor de omgeving. Daarom worden hun problemen minder snel opgemerkt dan bij kinderen met het hyperactieve of gecombineerde beeld. Toch kunnen ze veel last ervaren. Ze hebben moeite hun aanwezige capaciteiten goed te gebruiken en verder te ontwikkelen. Het is dus belangrijk om ook voor deze groep aandacht te hebben.
Aanvulling
Het is belangrijk om je te realiseren dat bijvoorbeeld hoogbegaafde kinderen of kinderen met (school)trauma (of beide) gedrag kunnen laten zien wat lijkt op ADHD. Lees daarom ook eens onze kennispagina’s over hoogbegaafdheid en (school)trauma.
Voor meer informatie en vragen
Lees hier het ADHD dossier uit BalansMagazine (nr. 1 2020).
Zie ook
/https://kenniscentrum-kjp.nl/ouders-jongeren/adhd/
Presentatie van de Voorlichtingsavond ADHD Balans-Diak-Psynova in het Diakonessenziekenhuis Utrecht met handige informatie en informatie over onderzoeken. December 2022.
Heb je vragen of zorgen over je kind met ADHD, of herken je kenmerken en wil je daar graag eens met een ervaringsdeskundige praten? Neem dan eens contact op met onze Advieslijn.
Klik op de volgende link voor het gehele ADHD Dossier op onze website: om meer informatie te krijgen over wat ADHD is, hoe de diagnose wordt vastgesteld, wat het behandelplan en de richtlijnen zijn, hoe je er in de opvoeding, in de vrije tijd of in het onderwijs mee om kunt gaan, en meer..
Je kunt ook kijken op Brainwiki (gemaakt door het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie). Deze landelijke organisatie zorgt ervoor dat behandelaars, ouders, jongeren, gemeenten en scholen betrouwbare kennis over psychische problemen hebben.
Onstaan en beloop
Er kunnen veel oorzaken zijn voor het ontstaan van bepaald gedrag en het ontstaan van kenmerken van ADHD. Lees hierover meer op de pagina ‘Wat zit er achter moeilijk gedrag’.
Veel mensen denken dat ADHD een hersenstoornis is, maar dit is achterhaald. De verschillen tussen de hersenen van kinderen met en zonder ADHD zijn klein. Ook worden ze alleen op groepsniveau gevonden en gelden deze verschillen dus niet voor ieder kind.
DHD ontstaat door een combinatie van aanleg (erfelijkheid/‘het zit in de familie’) en omgevingsfactoren. Kinderen met ADHD hebben ten eerste een bepaalde aanleg voor ADHD die ze meekrijgen bij de geboorte. ADHD “zit vaak in de familie”. Dit betekent dat kinderen die ADHD hebben vaak ook een ouder en/of broertje of zusje met ADHD hebben. Het kan ook zijn dat omstandigheden tijdens de ontwikkeling een rol spelen, zoals vroeggeboorte of een moeder die veel stress had tijdens de zwangerschap.
Ten tweede heeft de omgeving invloed op het gedrag van kinderen. Stel een kind heeft aanleg voor het ontwikkelen van ADHD, bijvoorbeeld doordat deze aanleg is overgegeven van ouder op kind. Als de ouders van een kind goed weten wat het kind nodig heeft en bijvoorbeeld veel positieve aandacht en structuur geven, dan kan het zijn dat een kind geen ADHD gedrag laat zien, ondanks de aanleg. Of als dit kind in een rustige klas zit met veel structuur, kan het ook zijn dat het kind geen ADHD gedrag laat zien, ondanks de aanleg. Het kan daarom ook zo zijn dat het kind in de ene omgeving wel ADHD gedrag laat zien en in de andere omgeving niet. Als een kind bijvoorbeeld in een klas zit met dertig kinderen, waarbij de leerkracht het kind veel negatieve feedback geeft, kan het zijn dat het kind daar wel ADHD gedrag laat zien. En als het kind thuis veel structuur en positieve aandacht krijgt, kan het zijn dat hetzelfde kind daar geen ADHD gedrag laat zien. Dit betekent dus dat je door de omgeving te veranderen, het ADHD gedrag ook kan veranderen. Dit betekent absoluut NIET dat ADHD gedrag ontstaat door slechte opvoeding. Het betekent simpelweg dat het kind meer nodig heeft dan een kind zonder aanleg voor ADHD. En omdat een kind dit zelf vaak niet kan oplossen, heeft hij of zij daar hulp van bijvoorbeeld de ouder of leerkracht voor nodig.
Daarnaast zijn er een aantal zaken waar kinderen met ADHD beperkingen in kunnen ervaren. Dit zijn:
- Regelfuncties (Executieve functies). Regelfuncties zijn functies die te maken hebben met het aansturen en plannen van gedrag. Bij veel kinderen met ADHD zijn met name twee van deze functies beperkt. Ten eerste is dat werkgeheugen, ofwel hoeveel informatie je vast kunt houden in je hoofd. Stel een kind is bezig met een rekentaak en krijgt vervolgens instructies om rekenspullen op te ruimen en met broodtrommel in de kring te gaan zitten. Dat is veel informatie tegelijk en er moet ook nog iets mee gedaan worden. Dit kan lastig zijn voor kinderen met ADHD. Ten tweede is dat inhibitie, wat het remmen van gedrag inhoudt. Remmen van gedrag is bijvoorbeeld nodig als de leerkracht een vraag stelt, waarop je het antwoord weet, en je dit niet door de klas mag roepen maar eerst je vinger moet opsteken. Wil je hier meer over weten? Zie dit webinar
- Beloningsgevoeligheid. Kinderen met ADHD hebben vaak een hogere beloning nodig om hetzelfde “beloningsgevoel” te bereiken dan kinderen zonder ADHD. Daarnaast hebben veel kinderen met ADHD liever dat een beloning meteen komt, in plaats van pas later. In de praktijk betekent dit dat het goed werkt om kinderen direct te belonen na gedrag wat je graag ziet; bijvoorbeeld met een compliment of een sticker. Het werkt minder goed om een kind pas te belonen na langere tijd, of nadat een kind iets vaker goed heeft gedaan.
- Timing problemen. Kinderen met ADHD vinden het vaak lastiger om tijd in te schatten en bij te houden. Ook lijkt het voor kinderen met ADHD vaak of er meer tijd voor bij is gegaan dan er eigenlijk is. Om kinderen hiermee te helpen zou het bieden van structuur in tijd kunnen helpen, door bijvoorbeeld een timer aan te zetten.
De meeste kinderen laten beperkingen zien in één van deze functies, al hebben 10 tot 25 procent van de kinderen met ADHD géén beperkingen op deze functies. Er zijn dus veel verschillen tussen kinderen met ADHD.
Een “speciale oorzaak” van ADHD is het leeftijdseffect. Hier wordt veel onderzoek naar gedaan. Het blijkt namelijk dat de jongste kinderen in een klas vaker de classificatie ADHD krijgen dan hun oudere klasgenootjes. Ook krijgen zij vaker ADHD-medicatie voorgeschreven. Een veel genoemde verklaring hiervoor is dat deze kinderen automatisch vergeleken worden met hun net iets oudere klasgenoten. Het feit dat zij iets minder ver zijn in hun ontwikkeling en dus wat ‘jonger’ gedrag vertonen t, wordt dan wellicht onterecht beschreven als ADHD.
ADHD laat zich vaak al zien in de kindertijd maar dit hoeft niet. De kenmerken kunnen ook pas later in het leven duidelijker zichtbaar worden en tot problemen leiden. Bijvoorbeeld als een kind naar de middelbare school gaat en opeens zelf moet plannen. Het kan ook wisselen of een kind wel of geen ADHD-gedrag laat zien. Je kunt ADHD-gedrag zien als een kwetsbaarheid. Dat betekent dat het soms wel aanwezig is, bijvoorbeeld als er problemen zijn op school of thuis. En dat het soms niet aanwezig is, zoals bij een rustigere periode.
ADHD wordt vaker bij jongens dan bij meisjes vastgesteld.
ADHD komt bij drie tot vijf procent van de kinderen voor en bij twee tot drie procent van de volwassenen. Als kind staat het drukke gedrag meer op de voorgrond. Als puber en volwassene keert dit drukke gedrag zich vaak meer naar binnen. Iemand kan zich dan druk in het hoofd voelen of problemen hebben met concentratie en plannen/organiseren.