Scroll Top

Eerst voorlichting en adviezen

Wanneer je kind zich niet fijn voelt en/of een diagnose krijgt hoop je altijd dat hij zich met behulp van medicijnen snel beter zal gaan voelen. Bij ontwikkelingsproblematieken zijn medicijnen echter niet de eerste oplossing.

Bij een lichte vorm van ADHD is medicatie niet altijd nodig. De eerste stap is altijd om te kijken of de adviezen die je van een zorgverlener krijgt helpen. Verandering in de omgeving, benadering en verwachting van het kind staan daarbij centraal. Daarnaast krijg je als ouder voorlichting over wat ADHD inhoudt. Daardoor snap je beter wat jouw kind nodig heeft en waarom bepaalde dingen niet goed lukken. Het is ook belangrijk dat de leerkracht deze voorlichting krijgt. Lees hierover meer op de pagina ‘’omgaan met ADHD in het onderwijs’’

Soms helpen de tips en adviezen aan ouders en school niet voldoende. Dan is een training voor ouders en/of leerkrachten een volgende stap. In zo’n training leer je als ouders en/of leerkracht gedragstherapeutische technieken om het gedrag van het kind bij te sturen. Uit onderzoek blijkt dat kinderen met ADHD gebaat zijn bij een gestructureerde begeleiding, gericht op het consequent belonen en versterken van gewenst gedrag. Jongeren tussen de 12 en 18 jaar kunnen zelf ook een vaardigheidstraining volgen. Sommige kinderen komen onder behandeling van een kinderpsycholoog en worden geholpen door middel van cognitieve gedragstherapie. Medicatie komt meestal pas in beeld wanneer ook dit de concentratieproblemen en/of gedragsproblemen niet voldoende oplossen.

Voorlichting, adviezen, therapie en eventueel een training voor ouders en/of de leerkracht zijn volgens alle ADHD-richtlijnen de eerste stappen die een zorgverlener moet zetten. Pas als dat niet goed genoeg helpt, komt medicatie in beeld.

Helaas blijkt dit in de praktijk niet altijd zo te gaan. Ouders en leerkrachten krijgen bijna nooit een training om anders te leren omgaan met het gedrag van hun kind. Kinderen krijgen medicatie voorgeschreven zonder dat eerst is geprobeerd om de omgeving en benadering te veranderen. Zie hierover ook de kamervragen die kamerlid Peters (CDA) hierover in 2020 stelde en het artikel dat Accare hierover in arpil 2020 publiceerde. Mocht je willen starten met een ouder- en/of leerkrachttraining in plaats van medicatie, vraag de zorgverlener hier dan naar. De richtlijnen (link naar richtlijnen plaatsen) zijn er niet voor niets.

Van welke behandeling bij ADHD(-gedrag) weten we dat het werkt? En van welke niet of nog niet? Bekijk de animatie.https://www.youtube.com/watch?v=8HqF3xTUm4I

Psychosociale behandelingen van ADHD

Onder een psychosociale aanpak valt alle hulp en ondersteuning waarmee je het problematische gedrag van het kind positief beïnvloedt. Om dat te bereiken, is deze hulp en ondersteuning niet alleen gericht op het kind zelf, maar ook op ouders en leerkrachten. Zij zijn tenslotte degenen die het kind opvoeden, begeleiden en onderwijzen.

Om de ouders, leerkrachten en het kind te ondersteunen in de gewenste gedragsverandering, zijn kennis, begrip en acceptatie over de impact van ADHD belangrijk. De voorlichting hierover wordt psycho-educatie genoemd. Je huisarts of een andere zorgverlener geeft deze informatie aan jou en/of de leerkracht van je kind. Dit kan mondeling, met (digitale) geschreven informatie en soms in bijeenkomsten.

Medicatie

Medicatie kan de kernsymptomen van ADHD verminderen (aandachts- en concentratieproblemen, impulsiviteit en hyperactiviteit) maar er is geen aantoonbaar effect op de schoolprestaties en de eventueel bijkomende gedragsproblemen. Soms moeten verschillende soorten medicatie (of combinaties daarvan) worden uitgeprobeerd. Bij sommige kinderen slaat de medicatie niet aan of krijgt het kind zo veel last van bijwerkingen, dat het ‘middel erger is dan de kwaal.

Bij het meest voorgeschreven medicijn, methylfenidaat, komen de symptomen terug wanneer de medicijnen zijn uitgewerkt. Dit noemen we het reboundeffect. Dit effect kan met een goed getimed innameschema worden beperkt. Bij langwerkende medicijnen treedt dit effect minder op. Ander voordeel is dat er meestal maar één pil per dag nodig is.

Het is niet altijd nodig dat een kind iedere dag en voor de rest van zijn leven medicijnen moet blijven gebruiken. In de Behandelrichtlijn voor Huisartsen staat bijvoorbeeld dat een kind ook alleen op schooldagen medicatie kan nemen wanneer schoolproblemen op de voorgrond staan. Ook beveelt de richtlijn aan om eens per jaar een stoppoging te doen. Hiermee kun je zien of de medicatie nog voldoende werking heeft. Vraag hiernaar bij je huisarts of de behandelaar van je kind wanneer je denkt dat minder medicatie een optie is.

Hoe kies ik met mijn behandelaar welk medicijn ik ga gebruiken?” “Mag ik wat extra innemen als ik me niet goed voel?” Veel jongeren – en ouders – hebben vragen over medicijngebruik bij psychische klachten. Zij vinden nu nóg meer duidelijke en betrouwbare antwoorden bij de online wegwijzer Begrijp je medicijn – vraagbaak voor jongeren.

Alternatieve behandelmethodes

Naast adviezen, ouder- en/of leerkrachttrainingen en medicatie zijn er ook alternatieve behandelmethodes. De meest bekende alternatieven zijn: dieet, voedingssupplementen, homeopathische middelen, Mindfulness, bewegingstherapieën en brein stimulerende therapieën (neurofeedback, Cogmed werkgeheugen- ofwel cognitieve training, Braingame Brian).

Het bezwaar bij de meeste alternatieve behandelingen is dat er onvoldoende onafhankelijk wetenschappelijk bewijs is voor de werking. Van bovenstaande therapieën zijn alleen neurofeedback en cognitieve training goed onderzocht. Er is geen overtuigend effect gevonden.

Therapeuten of instituten die een alternatieve therapie aanbieden, beweren vaak dat hun therapie ‘bewezen’ werkt. Daar zijn meestal wel wat vraagtekens bij te zetten. Soms was de onderzochte groep niet groot genoeg, zodat het gevonden effect ook op toeval gebaseerd kan zijn. Soms was ook niet duidelijk of de behandelde kinderen echt ADHD hadden. Ook kan een verbetering het gevolg zijn van de tijd en aandacht die aan het kind en aan zijn ouders is besteed.

ADHD en diëten

Er wordt verondersteld dat er een relatie bestaat tussen wat kinderen eten en hun gedrag. Ook ADHD-onderzoekers zijn hierin geïnteresseerd. Omdat een eerder onderzoek met een zogenaamd eliminatiedieet lichte verbetering van de ADHD-symptomen liet zien, zij er in 2020 twee wetenschappelijke vervolgstudies naar de effectiviteit van bepaalde aanpassingen in het dieet bij kinderen met ADHD gestart: de Brainstudie aan de WUR en de Trace-studie, door meerdere centra voor kinder- en jeugdpsychiatrie.

Balans staat open voor nieuwe behandelmethodes en volgt de ontwikkelingen op dit gebied. Wanneer het succes van een nieuwe methode voldoende wetenschappelijk is aangetoond, lees je dit uiteraard op onze website en in ons magazine.

Hulpmiddelen voor voorlichting

Er zijn nieuwe hulpmiddelen beschikbaar om goede voorlichting te kunnen geven over effectieve zorg voor kinderen met druk gedrag en ADHD, welke gedownload kunnen worden op de website van ADHD en Druk Gedrag! Het gaat om een factsheet en verschillende PowerPoints met informatie over (psychosociale) behandelingen voor kinderen met ADHD en druk gedrag, een keuzehulp ADHD en aan een update van informatie over behandelingen voor ADHD op de website van het kenniscentrum KJP.

Voor meer informatie en vragen

Lees hier het ADHD dossier uit BalansMagazine (nr. 1 2020).

Zie ook Flyer academische werkplaats voor ADHD en druk gedrag

Heb je vragen of zorgen over je kind met ADHD, of herken je kenmerken en wil je daar graag eens met een ervaringsdeskundige praten? Neem dan eens contact op met onze Advieslijn.

Klik op de volgende link voor het gehele ADHD Dossier  op onze website:  om meer informatie te krijgen over wat ADHD is, hoe de diagnose wordt vastgesteld, wat het behandelplan en de richtlijnen zijn, hoe je er in de opvoeding, in de vrije tijd of in het onderwijs mee om kunt gaan, en meer..

Je kunt ook kijken op Brainwiki (gemaakt door het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie). Deze landelijke organisatie zorgt ervoor dat behandelaars, ouders, jongeren, gemeenten en scholen betrouwbare kennis over psychische problemen hebben.

Privacy Preferences
When you visit our website, it may store information through your browser from specific services, usually in form of cookies. Here you can change your privacy preferences. Please note that blocking some types of cookies may impact your experience on our website and the services we offer.