Wij ondersteunen en versterken ouders van kinderen met problemen bij leren en/of gedrag in opvoeding, onderwijs en zorg

Jeugdhulp of Jeugdzorg aanvragen bij de gemeente

Aan onze advieslijn vragen ouders ons vaak hoe het werkt als je kind jeugdhulp of jeugdzorg nodig heeft.

Vragen als: Gaat jeugdzorg áltijd via de gemeente? Hoe lang mag de gemeente doen over een besluit? Wat is het verschil tussen jeugdhulp en jeugdzorg? Welke, of hoeveel informatie moet je geven? Wat is ZIN (Zorg in Natura)? Wat is een PGB (PersoonsGebonden Budget)? Hoe werkt een PGB? Wat is een keukentafelgesprek?

In dit artikel proberen we zo goed mogelijk antwoord te geven op deze vragen. Kom je er alsnog niet uit? Neem dan eens contact op met onze advieslijn.

In 2015 werd de jeugdzorg de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Vanaf dat moment gebruikt het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) het woord jeugdzorg als verzamelnaam voor jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering.

Met jeugdhulp worden alle vormen van hulp en ondersteuning bedoeld. Bijvoorbeeld hulp voor licht verstandelijk beperkte kinderen en jongeren, opvoedvragen, opvoedhulp en jeugd-ggz. Die hulp kan verschillen van begeleiding aan huis, opvoedondersteuning of een training, tot en met intensieve, zeer gespecialiseerde zorg. Dit kan thuis zijn, maar ook op een andere (gesloten) locatie. Dat wordt ook wel jeugdzorgplus genoemd. 

De woorden jeugdzorg en jeugdhulp worden vaak door elkaar gebruikt. Dit komt omdat intensieve jeugdzorg vroeger via bureau jeugdzorg of via een instelling voor gespecialiseerde zorg ging. In dit artikel gebruiken we het woord jeugdzorg. Daarmee bedoelen we alle vormen van hulp en ondersteuning.

Ja. Sinds 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdzorg. De meeste gemeenten hebben speciale teams voor het behandelen van hulpvragen (aanvragen voor jeugdzorg). In de gemeente Amsterdam heet dit team bijvoorbeeld ‘Ouder en Kind Team’ (OKT). In andere gemeenten heet het weer ‘Jeugd en Gezinsteam’ (JGT).

De gemeente moet bij een aanvraag onderzoeken wat de hulpvraag is. En deze hulpvraag beoordelen. Maar er zijn professionals die (ook) mogen (door)verwijzen naar Jeugdzorg. Dit zijn de huisarts, medisch specialist en de jeugdarts. Lees hierover meer onder het kopje: Wie mag doorverwijzen naar jeugdzorg?’ 

Als je jeugdzorg aanvraagt bij de gemeente, moet de hulpvraag centraal staan. In de hulpvraag wordt duidelijk wat je kind precies nodig heeft.

In de praktijk gaat het vaak snel over ‘waar een kind naartoe moet’. Oftewel, wie de hulp of zorg moet gaan bieden. Hierdoor ontstaat ook regelmatig discussie over hoe de hulp of zorg betaald moet worden. Vanuit Zorg in Natura (ZIN), of vanuit een persoonsgebonden budget (PGB). Lees hierover meer onder het kopje: ‘Wat is het verschil tussen Zorg in Natura (ZIN) of Persoonsgebonden Budget (PGB)?‘

Maar hoe de hulp of zorg moet worden betaald, is pas de tweede vraag. Eérst moet duidelijk zijn wat een kind (of gezin) nodig heeft. De hulpvraag dus. Als de hulpvraag duidelijk is, kun je gaan kijken welke professional of organisatie die hulp het beste kan bieden. Soms is dat een professional of organisatie die een contract heeft met de gemeente. Dan gaat dit via Zorg in Natura (ZIN). Soms is dat een professional of organisatie zonder contract met de gemeente. Dan gaat de betaling via een Persoonsgebonden Budget (PGB). Lees hierover meer onder het kopje: Wat is het verschil tussen Zorg in Natura (ZIN) of Persoonsgebonden Budget (PGB)?‘

Vragen? Bel onze advieslijn, of vul het contactformulier in!

Jeugdzorg vraag je aan bij de gemeente waar je woont. Veel gemeentes hebben daarvoor een (online) formulier, wat je kunt downloaden en invullen. Iedere gemeente heeft weer een iets andere werkwijze. Kijk op de website van jouw gemeente wat de werkwijze is.

Maar onthoud, je kunt áltijd een aanvraag voor jeugdzorg doen. Je bent niet verplicht om daarvoor het formulier van de gemeente te gebruiken. Wij adviseren het verzoek voor jeugdzorg (ook) altijd schriftelijk (per brief of e-mail) te doen. Óók als je een digitaal formulier hebt ingevuld.

Als je al een gesprek hebt gehad met een medewerker van het jeugd- en gezinsteam van jouw gemeente, kun je de aanvraag schriftelijk bevestigen (in een brief of mail nog eens herhalen wat er is besproken). Vraag ook altijd een ontvangstbevestiging. En zorg dat er een datum op je aanvraag staat.

Heb je een familiegroepsplan gemaakt? Dan kun je die als bijlage toevoegen aan het formulier. Lees voor meer informatie over het familiegroepsplan: ‘Wat is een familiegroepsplan? En (waarom) moet ik dat maken?‘ 

Als een kind/jongere hulp nodig heeft, is het natuurlijk belangrijk dat die hulp ook zo snel mogelijk van start gaat. Daarom is het belangrijk te weten wat het verschil is tussen een melding en een aanvraag.

Veel gemeentes zijn overgestapt op een (digitaal) formulier waarop je kunt melden dat jouw kind jeugdzorg nodig heeft. Maar let op: Een melding is iets anders dan een aanvraag. De gemeente hoeft een melding niet in behandeling te nemen. Een aanvraag moet de gemeente wel in behandeling nemen. En dat moet de gemeente ook binnen een bepaalde tijd (termijn) doen. Namelijk binnen 8 weken. Dat staat in de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB).

De gemeente moet jouw aanvraag in de periode van 8 weken behandelen. En de gemeente moet jou binnen 8 weten schriftelijk laten weten welke beslissing zij heeft genomen. Dit schriftelijke besluit heet een beschikking. Een e-mail wordt tegenwoordig ook gezien als een schriftelijk besluit van de gemeente (beschikking). De gemeente mag (dus) niet mondeling (in een persoonlijk gesprek of telefonisch) zeggen dat je verzoek om jeugdzorg, of PGB aanvraag (zie het kopje ‘ Zorg in Natura (ZIN) of Persoonsgebonden Budget (PGB)?’ wordt afgewezen.

Om te zorgen dat de gemeente jouw aanvraag behandelt binnen de termijn van 8 weken, adviseren wij om een aanvraag voor jeugdzorg altijd schriftelijk te doen. En daarbij gebruik te maken van een familiegroepsplan (lees hiervoor ook: ‘Wat is een familiegroepsplan? En (waarom) moet ik dat maken?‘). Doet de gemeente te lang over de aanvraag, kijk dan voor tips in ons artikel: ‘Hoe moet de gemeente besluiten nemen over aanvragen?

Als de gemeente een digitaal formulier heeft, en je wilt dit gebruiken, zet daar dan duidelijk de datum van de aanvraag op. En zet erbij dat je geen melding doet, maar een aanvraag voor jeugdzorg. Kan dat niet via het digitale formulier, stuur dan als aanvulling een brief of e-mail, waarin je schrijft dat je een aanvraag voor jeugdzorg doet. En dat je een ontvangstbevestiging wilt van deze brief of e-mail (of vraag, bij een e-mail, om een automatische leesbevestiging).

Het is altijd goed om (ook) zelf een goed beeld te hebben van wat je kind nodig heeft; de hulpvraag. Lees hierover meer onder het kopje ‘ Wat heeft je kind nodig? Wat is de hulpvraag?‘. Vraag ook aan je kind zélf wat hij/haar/het nodig heeft. Houd daarbij wel rekening met de leeftijd van je kind, maar realiseer je ook dat kinderen vaak al jong, in hun eigen woorden, kunnen benoemen wat ze nodig hebben.

Het is verstandig om (eventueel samen met de consulent van de gemeente, of je eigen hulpverlener) de hulpvraag te verwerken in een familiegroepsplan. Omdat het Familiegroepsplan rechtskracht heeft op grond van de jeugdwet. Dat staat in deze factsheet van de VNG (vereniging Nederlandse Gemeenten).

De Jeugdwet heeft namelijk, onder andere, als doel dat dat gezinnen zoveel mogelijk zelf, en met steun van hun netwerk, problemen in de opvoed- en opgroeisituatie voorkomen en aanpakken. Én dat ouders en jeugdigen daarbij regie voeren over de hulp die zij nodig hebben. Dat betekent dat je als ouder en kind zoveel mogelijk zélf bepaalt wat voor hulp je nodig hebt en krijgt.

In het familiegroepsplan schrijf je op wat je kind nodig heeft en waarom. Dit is de hulpvraag. Lees hierover meer onder het kopje ‘Wat heeft je kind nodig? Wat is de hulpvraag?‘. Met dit format van Per Saldo, kun je zelf, misschien met wat hulp, een familiegroepsplan maken. Dit plan kun je vervolgens gebruiken als startpunt, of extra onderbouwing, voor je aanvraag voor jeugdhulp.

De gemeente noemt dit familiegroepsplan vaak ‘Eén gezin éen plan’. Maar dat is niet precies hetzelfde als het familiegroepsplan zoals bedoeld in de Jeugdwet. Let daar dus goed op. En vraag er desnoods naar bij de gemeente.

Vragen? Bel onze advieslijn, of vul het contactformulier in!

Alle aanvragen voor jeugdzorg gaan via de gemeente. Maar er zijn professionals die (ook) mogen (door)verwijzen naar Jeugdzorg. Dit zijn de huisartsmedisch specialist en de jeugdarts. Dat staat in artikel 2.6 lid 1, sub g van de jeugdwet. Vaak zijn (huis)artsen zich er niet van bewust dat zij dit recht hebben. Of denken zij dat dit recht is ingeperkt, vanwege afspraken met de gemeente. Maar dat is níet zo.

Gemeenten mogen in hun beleid zelf bepalen hoe zij uitvoering geven aan de jeugdwet. Dit beleid staat in de plaatselijke verordening van de gemeente. Lees hierover meer onder het kopje: ‘Wat staat er in de plaatselijke verordening jeugdhulp en waarom is dat belangrijk?

Maar, de bepalingen in de plaatselijke verordening mogen níet in strijd zijn met de jeugdwet. Dus óók niet het verwijsrecht van (huis)artsen inperken.

In de factsheet ‘Besluit gemeente na verwijzing door huisarts?’ van de VNG staat onder andere:

‘In artikel 2.6, eerste lid, onderdeel g, van de Jeugdwet, is  naast de gemeentelijk georganiseerde toegang tot jeugdhulp, de directe verwijzingsmogelijkheid door de huisarts, medisch specialist en jeugdarts naar de jeugdhulp geregeld. Dit laatste geldt ook voor de niet vrij-toegankelijke (individuele) voorzieningen. Met een dergelijke verwijzing kan de jeugdige rechtstreeks aankloppen bij de jeugdhulpaanbieder.’

Vragen? Bel onze advieslijn, of vul het contactformulier in!

Zorg in Natura (ZIN) is jeugdzorg die wordt geboden door partijen waar de gemeente een contract mee heeft gesloten. De bekostiging gaat dan via de gemeente, je hoeft daar dan zelf niet naar om te kijken. De gemeente heeft vaak ook liever dat je gebruik maakt van ZIN. Onder andere omdat zij vaak bepaalde (prijs)afspraken hebben met professionals of organisaties waar zij een contract me hebben.

Met een Persoonsgebonden Budget (PGB) kun je zorg inkopen bij partijen met wie de gemeente géén contract heeft. Ook kun je met een PGB in sommige gevallen  bijvoorbeeld jezelf als ouder bekostigen, als je zelf bovengebruikelijke zorg aan je kind biedt.

De keuze tussen Zorg in Natura of PGB, heeft dus vooral te maken met de financiering en de contractering. In principe mag je als ouder een keuze maken tussen zorg verleend en bekostigd door middel van ZIN, of zorg verleend en bekostigd door middel van een PGB. Als je zorg wilt bekostigen met een PGB, moet je met goede redenen duidelijk maken waarom Zorg in Natura niet passend is. Ook kan de gemeente eisen stellen aan de kwaliteit van een professional of organisatie die je met het PGB wilt bekostigen. Of een maximale vergoeding vaststellen. Op de website van Per Saldo staat informatie over de tarieven voor zorgverleners. Als je het niet eens bent met een besluit van de gemeente, ben je altijd vrij om hierover in bezwaar en eventueel in beroep te gaan. Lees hierover meer onder het kopje ‘Hoe kun je in bezwaar of beroep gaan tegen een besluit van de gemeente?‘

Op de website ‘Regelhulp.nl’ van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, vind je meer nuttige informatie over het aanvragen van PGB. 

De gemeente moet onderzoek doen naar het verzoek om jeugdzorg. Hiervoor doorloopt de gemeente verschillende stappen:

  • Vaststellen van de hulpvraag
  • Onderzoeken of deze gemeente verantwoordelijk is
  • Onderzoeken of de Jeugdwet van toepassing is
  • In kaart brengen van beperkingen/problematiek
  • Bepalen welke hulp nodig is
  • Onderzoeken van eigen mogelijkheden en probleemoplossend vermogen (eigen kracht)
  • Aanspraak op een voorliggende voorziening
  • Aanspraak op een algemene voorziening
  • Informeren over de mogelijkheid van het aanvragen van een persoonsgebonden budget (pgb)
  • Indien PGB aangevraagd: beoordelen of aan PGB voorwaarden voldaan wordt 

In dit artikel: ‘Verdiepende informatie over het aanvragen van Jeugdzorg bij de gemeente‘  vind je meer informatie over het beoordelingsproces van de gemeente. Meer informatie over de hulpvraag lees je onder het kopje ‘Wat heeft je kind nodig? Wat is de hulpvraag?‘. Meer informatie over het persoonsgebonden budget (PGB) vind je onder het kopje ‘Wat is het verschil tussen Zorg in Natura (ZIN) of Persoonsgebonden Budget (PGB)?‘.

Gemeenten hebben informatie nodig om de hulpvraag te kunnen beoordelen. Hierbij wordt regelmatig, wellicht onbedoeld, de privacywetgeving niet (voldoende) gehanteerd. Medewerkers van het jeugdteam denken soms het recht te hebben om ongelimiteerd, bijzondere en vaak zeer gevoelige persoonsgegevens te bespreken, in te zien en/of op te vragen. Maar dat mag dus zeker niet zomaar.

Organisaties, ook gemeenten, moeten zich houden aan de AVG (Algemene Verordening gegevensbescherming). Daarin staat, onder andere, dat persoonsgegevens alleen verwerkt mogen worden als hier een wettelijke grondslag voor is. De zes grondslagen zijn:

  • Toestemming
  • Noodzaak voor het uitvoeren van een overeenkomst
  • Wettelijke verplichting
  • Beschermen vitale belangen
  • Uitoefenen taak van algemeen belang of openbaar gezag
  • Behartigen gerechtvaardigd belang

 

Toestemming
Als er niet één van de andere grondslagen van toepassing is, moet de gemeente toestemming vragen voor het verwerken van persoonsgegevens. De toestemming moet vrijelijk worden gegeven (dus niet met een als voorwaarde ‘als wij geen gegevens krijgen, dan …’). En het moet duidelijk zijn dát de persoonsgegevens nodig zijn, waarvoor ze nodig zijn, en om welke gegevens het precies gaat.

Bijzondere persoonsgegevens
Voor het verwerken van bijzondere persoonsgegevens, zoals gegevens over geloofsovertuiging, politieke voorkeur of gezondheid (ook geestelijke gezondheid), gelden nog strengere eisen. Het verwerken van deze gegevens is namelijk verboden, tenzij er een wettelijke uitzondering is, een noodzaak én een grondslag. 

Zorg dus dat de gemeente voldoende gegevens heeft om de aanvraag te kunnen beoordelen. Maar bewaak ook je eigen privacy en die van je kind. Vraag de gemeente gerust waarom ze bepaalde gegevens precies nodig hebben, en welke grondslag er is voor het verwerken daarvan. Als informatie nodig is van een behandelaar, een school of een huisarts, vraag de gemeente dan wat ze precies willen weten en waarom. Zo kun jij zelf de benodigde gegevens opvragen en doorgeven aan de gemeente. Als de gemeente een gesprek wil, bijvoorbeeld met een hulpverlener of school, kun je aangeven dat je bij het gesprek aanwezig wilt zijn. En dat je bij vragen per e-mail in de cc wilt worden meegenomen. Zo blijf je regie houden over het proces en weet je precies welke gegevens er over jou en je kind worden gedeeld. Zie ook onze ‘Algemene tips en adviezen‘ onderaan dit artikel.

De NVO (Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen) maakte een heldere handreiking over het delen van gegevens met de gemeente rondom een hulpvraag: Handreiking
Zorgvuldig verstrekken van persoonsgegevens aan gemeenten bij jeugdhulp.

Lees ook de artikelen over privacy in het dossier ‘Privacy’ op onze website!

Vragen? Bel onze advieslijn, of vul het contactformulier in!

Als de gemeente de aanvraag voor jeugdhulp heeft gekregen, wil de gemeente vaak (eerst) een gesprek om de hulpvraag te bespreken (lees hierover meer onder het kopje ‘Wat heeft je kind nodig? Wat is de hulpvraag?‘). De gemeente wil met dit gesprek beter inzicht krijgen in de hulpvraag. En welke oplossingen er hiervoor kunnen zijn. De gemeente gaat na wat de hulpvrager zelf kan zonder jeugdhulp, wat met hulp van mantelzorgers, familie en/of vrienden kan en wat voor jeugdhulp de gemeente moet organiseren. De gemeente noemt dit vaak een ‘keukentafelgesprek’.

De naam keukentafelgesprek kan verwarrend zijn, omdat het líjkt alsof je persé aan jouw keukentafel met de gemeente moet praten. Dat is niet zo. Het is niet verplicht om een gesprek met de gemeente te voeren bij jou thuis. Zo’n gesprek kan bijvoorbeeld ook in een wijkcentrum of in het gemeentehuis gehouden. Of online. Soms wil de medewerker van de gemeente ook jouw kind zien en spreken. Vraag dan altijd waarom dit noodzakelijk is. Ook mag je zelf altijd bij het gesprek aanwezig zijn. Tenzij de gemeente kan aangeven waarom dit wettelijk niet zou mogen. Bereid je goed voor op een gesprek met de gemeente. Zorg dat je zelf een goed beeld hebt van de hulpvraag (zie het kopje ‘Wat heeft mijn kind nodig? Wat is de hulpvraag?‘).

Onafhankelijke clientondersteuning
Als je dit lastig vindt, kun je ook altijd hulp vragen van een onafhankelijk clientondersteuner. De clientondersteuner is geen hulpverlener, maar iemand die helpt om zorg en ondersteuning te organiseren. Je kunt bij de gemeente om een onafhankelijk clientondersteuner vragen. Hier hoef je niets voor te betalen. Een goede clientondersteuner luistert goed naar jouw verhaal, heeft kennis van Jeugdhulp en denkt met jou mee over mogelijke ondersteuning die past bij jouw gezin. Onderzoek goed of de clientondersteuner via de gemeente wel echt onafhankelijk is. En of je een ‘klik’ hebt met die persoon.

Vertrouwenspersoon
Je mag ook altijd een vertrouwenspersoon meenemen naar het keukentafelgesprek. Dit kan iedereen zijn die je vertrouwt. Bijvoorbeeld een familielid, je buurvrouw, een goede vriend of vriendin. Het kan ook fijn zijn om zo iemand te hebben om het gesprek samen mee na te bespreken. Je kunt de vertrouwenspersoon ook vragen om aantekeningen te maken tijdens het gesprek.

Gesprekken opnemen
Wij adviseren meestal om gesprekken op te nemen. Dit soort gesprekken kunnen best spannend zijn, waardoor je misschien niet alles wat er gezegd wordt, kunt onthouden. Of misschien wil je het gesprek later nog een keer terug kunnen luisteren. Je mag een gesprek waar je zelf aan meedoet, altijd opnemen. Dit hoef je niet (van tevoren) te vertellen, of toestemming voor te vragen. Je mag de opname van het gesprek alleen nooit delen met anderen. De opname is dus alleen voor eigen gebruik. Anders ben je volgens de wet strafbaar. Alléén als het gesprek met toestemming is opgenomen, kun je het eventueel delen. Bijvoorbeeld in een rechtszaak, of tijdens een bezwaarprocedure. Je mag aan de hand van de opname wél een verslag maken en dit delen. Vraag ook altijd om een gespreksverslag en kijk goed na of alle gegevens hierin kloppen. Of maak zelf een verslag. Zie ook het kopje ‘Algemene tips en adviezen‘ en ‘Welke gegevens moet je delen met de gemeente?

De gemeente is wettelijk verplicht om zorgvuldig om te gaan met dit soort aanvragen. In de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) is vastgelegd hoe de gemeente dit moet doen. Zo moet de gemeente binnen een redelijke termijn een besluit nemen over een aanvraag. Als het gaat om jeugdzorg, binnen 8 weken.En als de gemeente een beslissing neemt, moet de gemeente dat schriftelijk doen. Dat heet een beschikking. Ook moet de gemeente bij het besluit vertellen dat je in bezwaar kan gaan als je het niet eens bent met de beslissing. En daarbij vertellen hoe je je dat kunt doen. De gemeente moet je ook laten weten dat je recht hebt op onafhankelijke cliëntondersteuning. Zie ook het kopje ‘Wat is het verschil tussen een melding of een aanvraag voor jeugdzorg bij de gemeente?‘ Voor meer informatie en adviezen, lees ons artikel ‘Hoe moet de gemeente besluiten nemen over aanvragen?

Als je het niet eens bent met een besluit van de gemeente, kun je in bezwaar gaan. Dit moet binnen zes weken nadat de gemeente het besluit heeft genomen. De gemeente hoort jou bij het besluit te vertellen hoe je in bezwaar kunt gaan. Je kunt bijvoorbeeld bezwaar maken omdat het besluit onvoldoende is gemotiveerd, omdat de informatie onjuist of onvolledig is, of de gemeente algemene beginselen van behoorlijk bestuur niet heeft toegepast. In dit artikel vind je meer informatie en voorbeeldbrieven om in bezwaar te gaan: ‘Hoe moet de gemeente besluiten nemen over aanvragen?‘. Als je het niet eens bent met de beslissing op het bezwaar, kun je ook nog in beroep gaan bij de bestuursrechter.

Vragen? Bel onze advieslijn, of vul het contactformulier in!

De jeugdwet is een landelijke wet. Maar gemeenten mogen zelf bepalen hoe ze die wet uitvoeren. Dat noem je het beleid, of de beleidsregels. Die beleidsregels staan dan in de ‘plaatselijke verordening jeugdhulp’ van jouw gemeente. Deze verordening kun je, als het goed is, vinden op de website van jouw gemeente. Als je hem niet kunt vinden, vraag er dan naar.

De bepalingen in de plaatselijke verordening mogen niet in strijd zijn met de jeugdwet. Wetten staan boven beleidsregels, dus de Jeugdwet staat boven de beleidsregels van de gemeente. Dus: als de Jeugdwet zegt dat iets kan en jouw gemeente zegt dat het niet kan, dan heeft jouw gemeente (waarschijnlijk) ongelijk. Het is belangrijk om te weten dat landelijke wetgeving , de Jeugdwet dus, boven beleid gaat.  Als je verzoek om jeugdzorg of Persoonsgebonden budget (PGB) met deze reden wordt afgewezen, kun je hiertegen in bezwaar. Lees hierover meer onder het kopje ‘Hoe kun je in bezwaar of beroep gaan tegen een besluit van de gemeente?‘ 

Algemene tips en adviezen

Zorg voor overzicht
Zorg dat je goed in beeld hebt wat je kind nodig heeft zie ook het kopje, ‘Wat heeft mijn kind nodig? Wat is de hulpvraag?‘. Maak je eigen dossier, compleet met onderzoeken en adviezen van deskundigen (indien van toepassing).

Bewaak je privacy
Gemeenten hebben informatie nodig om de hulpvraag te kunnen beoordelen. Dit wil niet zeggen dat de gemeente daarom zomaar toegang heeft tot gevoelige en bijzondere persoonsgegevens.
Organisaties, ook gemeenten, moeten zich houden aan de AVG (Algemene Verordening gegevensbescherming). Lees meer onder het kopje ‘Welke gegevens moet je delen met de gemeente?‘

Vertrouwenspersoon
Voor jezelf kan het fijn en verstandig zijn om een vertrouwenspersoon/buddy mee te nemen naar een gesprek. Je hebt ook recht op onafhankelijke clientondersteuning.

Gesprekken opnemen
Neem gesprekken op, zeker als je alleen bent. Het zijn intensieve gesprekken, vaak met meerdere mensen. Opnemen mag, ook zonder toestemming te vragen. Je mag de opname niet delen. Zorg ook (zelf) dat er een goed verslag komt van wat er is besproken. Met andere woorden, maak je eigen dossier.

Maak afspraken en beslis niet meteen
Juist omdat het intensieve en soms ook emotionele gesprekken zijn, raden we aan om tijdens een gesprek geen toezeggingen te doen. Of ter plekke akkoord te gaan met een bepaald voorstel. Laat weten dat je er nog even rustig over wilt nadenken en jezelf wilt informeren. Maak wel afspraken over wie, op welk moment, waarop terugkomt en zorg (ook) zelf voor een goede verslaglegging.

Zoek op deze website:

  • Categorie

  • Diagnose/Aanleg

  • Leeftijd

  • Regio

  • Documenttype

Deze website is gemaakt door Project Icarus!

Project Icarus is een uitdagende en leerzame plek voor jongvolwassenen met een beperking die zichzelf willen ontwikkelen op het gebied van computers en ICT.

Wil je ook je website laten maken door Project Icarus?