‘Blijf in jezelf geloven!’
Tekst Maya Lievegoed & Melody Toering
Céline is 24 jaar en houdt van zwemmen en gezelschapsspellen. Céline is super-anders omdat ze DCD, autisme en dyslexie heeft. Zij heeft het boek ‘De Bende van Super-Anders’ gelezen en vertelt ons wat zij daarvan vond. En op welke manier zij zelf super-anders is
Hoe hoorde je over ‘De Bende van Super-Anders’?
‘Joli van Balans stuurde mij een bericht op Facebook over de DCD-familiedag waarna Maya, een van de schrijvers, mij het boek gaf. We maakten kennis en ik werd enthousiast over de boodschap van Tino. Ik word ook geïnterviewd tijdens de Super-Anders Show bij de DCD-familiedag op 3 maart!’
Wat spreekt je aan in het boek?
‘Ik vind het leuk om eens over de positieve kant van een beperking te lezen. De personages focussen op de krachten die ze hebben. Jesse is grappig en ik herken mezelf er een beetje in zoals het eerlijk geven van je mening. Maar ook Sofie is leuk omdat je niet zo snel aan haar situatie denkt bij een beperking (zij is mantelzorger, zij zorgt voor haar zieke moeder). In het volgende boek zou ik graag een karakter met DCD terugzien!’
Je hebt zelf DCD. Dit laatste is voor veel mensen onbekend. Hoe zou je DCD omschrijven?
‘Door DCD kun je dagelijkse handelingen, zoals je veters strikken of aankleden, niet automatiseren. Dit betekent dat ik er bewust bij na moet blijven denken. Ik heb elke dag meerdere ‘O ja’-momenten, waar het bij anderen vanzelf gaat. Daarnaast is onhandigheid een kenmerk van DCD. Het heeft een tijd geduurd voordat ik onze voordeur kon openmaken met de sleutel.’
Hoe heb je hiermee om leren gaan?
‘Als iets me niet (direct) lukt, dan blijf ik altijd proberen om het voor elkaar te krijgen. Daarnaast vraag ik op school altijd tijdsverlenging aan voor het afmaken van een taak. Dit is een van de voorzieningen die wordt aangeboden aan studenten. Op mijn werk wordt het geaccepteerd dat ik langzamer werk dan anderen. Ik ben wel terughoudend in het vertellen over mijn DCD, omdat ik liever gewoon meedoe met anderen. Maar soms moet ik accepteren dat ik meer tijd nodig heb en geef ik het wel aan.’
Wat kun jij juist beter door jouw anders-zijn?
‘Ik ben een doorzetter. En ik kan situaties goed analyseren omdat ik ze bewust onderzoek. Daarnaast ben ik door mijn beperkingen moedig geworden, want ik kom elke dag wel uitdagingen tegen die me uit mijn comfort zone halen. Ik moet hierdoor het lef hebben om mezelf in het diepe te gooien. Het heeft me al ver gebracht, want ik begon mijn studie op vmbo-basis en studeer nu op het hbo!”
Vind je dat deze kwaliteiten genoeg gezien worden door anderen?
‘Het is mijn ervaring dat bedrijven er nog niet heel erg voor openstaan. Bij een sollicitatie is de kans dat ik afgewezen word toch groter als ik vertel over mijn DCD en autisme. Ik heb het daardoor ook weleens stilgehouden. Ik kan het lang verbergen, omdat ik al zoveel heb getraind om dingen zo snel mogelijk te doen. Maar het geeft wel stress en het zou fijn zijn als er meer rekening mee gehouden wordt.’
Als je een tip zou mogen geven aan de minister van Volksgezondheid, wat zou die zijn?
‘Geef jongeren met DCD meer tijd op school. Ik bleek veel meer te kunnen dan de onderwijsprofessionals dachten. En tegen andere jongeren met DCD wil ik zeggen: Je bent misschien niet zo snel, maar je komt er wel. Blijf in jezelf geloven en onthoud dat je juist door je anders-zijn iets waardevols kan betekenen voor een ander. Zo vertelde een docent dat hij het zo fijn vindt om met mij te praten, omdat er rust in het gesprek zit. Hij kan daardoor ook zelf rustiger en beter nadenken!’
Dit artikel verscheen eerder in BalansKIDS 1-2024. Wil je ook ons magazine ontvangen? Word dan nu lid. Bekijk hier de voordelen.
