Scroll Top

Omgaan met dyscalculie in het onderwijs

Welke signalen wijzen op ernstige rekenproblemen en dyslexie in het onderwijs?

Als je kind naar de basisschool gaat

De eerste echte signalen voor rekenproblemen zijn er meestal in groep 3. Hieronder staan een aantal signalen die mogelijk kunnen wijzen op dyscalculie bij kinderen op de basisschool. Hoe meer signalen, hoe groter de kans op dyscalculie. En als extra uitleg en oefenen niet voldoende helpt (hardnekkig probleem) dan is de kans groter dat een kind dyscalculie heeft. Om dyscalculie vast te stellen is altijd een onderzoek door een deskundige nodig.
  • Veel moeite met het aanleren en vlot toepassen (automatiseren) van optellen en aftrekken tot 20, de tafels en telhandelingen. Kinderen met deze problemen blijven heel traag en vaak tellend rekenen en/of maken veel rekenfouten bij eenvoudige sommen
  • Veel fouten bij het goed lezen en schrijven van getallen (bijv. 23 wordt 32)
  • Veel moeite met inzicht in getalopbouw (wat is de waarde van 3 in het getal 235?)
  • Moeite met de volgorde van stappen bij ingewikkelde berekeningen (bijvoorbeeld bij grote vermenigvuldigingen of optel-/aftreksommen met getallen hoger dan tien.)
  • Veel moeite met opdrachten waarbij ruimtelijk inzicht een grote rol speelt
  • Het niet kunnen onthouden van rekenregels, symbolen (zoals % en <) en formules.
  • Moeite met klokkijken
  • Niet goed schattend kunnen rekenen door moeite met het overzien van hoeveelheden
  • De rekenresultaten zijn vaak onvoorspelbaar en leiden tot onzekerheid waardoor het kind faalangstig kan worden, rekenangst kan ontwikkelen en een hekel aan rekenen krijgt
Wat als je deze signalen herkent? Het is belangrijk dat de school de rekenproblemen goed in kaart brengt. En in een plan verwerkt. Zodat duidelijk is dat de school speciaal op jouw kind gerichte hulp en ondersteuning biedt. Vraag naar dit plan en overleg hierover met de school. Evalueer de voortgang regelmatig. Dit is ook belangrijk voor als  uiteindelijk moet worden onderzocht of jouw kind dyscalculie heeft. Als het rekenen niet verbetert, ondanks voldoende en goede begeleiding, komt je kind in aanmerking voor een dyscalculietest. Lees hierover meer bij ‘Dyscalculie vaststellen’.

Als je kind naar de middelbare school gaat

Mogelijke signalen voor dyscalculie op het voortgezet onderwijs:
  • Veel problemen met breuken, decimalen, percentages, de waarde van getallen, meten en schatten
  • Een langzaam rekentempo en veel moeite met hoofdrekenen
  • Moeite met het uitspreken en het begrijpen van de getalwaarde van grotere en complexe getallen zoals getallen met cijfers achter de komma.
  • Moeite met het onthouden van rekenbegrippen (bijvoorbeeld ‘kwadraat’), rekenregels (zoals het vereenvoudigen van breuken) en symbolen (zoals x2)
  • Visueel-ruimtelijke problemen bijvoorbeeld bij het werken met tabellen en kaarten
  • Niet vlot kunnen omgaan met geld en dus niet vlot kunnen betalen bij de kassa
  • Moeite blijven houden met klokkijken en daardoor bijvoorbeeld niet snel genoeg vertrektijden op het station kunnen lezen
Wat als je deze signalen herkent? Het is belangrijk dat de school de rekenproblemen goed in kaart brengt. En in een plan verwerkt. Zodat duidelijk is dat de school speciaal op jouw kind gerichte hulp en ondersteuning biedt. Vraag naar dit plan en overleg hierover met de school. Evalueer de voortgang regelmatig. Dit is ook belangrijk voor als  uiteindelijk moet worden onderzocht of jouw kind dyscalculie heeft. Als het rekenen niet verbetert, ondanks voldoende en goede begeleiding, komt je kind in aanmerking voor een dyscalculietest.  Lees hierover meer bij ‘Dyscalculie vaststellen’.

Fasen van reken-wiskundige ontwikkeling

De reken-wiskundige ontwikkeling van leerlingen wordt in vier fasen onderverdeeld. Elke fase heeft een eigen kleurcode. In de volgorde van fase groen naar fase rood neemt de zorg toe. De leerling kan tijdens een bepaalde periode van zijn reken-wiskundige ontwikkeling tot de ene fase behoren en op een ander moment tot een andere fase.
·       FASE GROEN
Een normale rekenwiskundige ontwikkeling. De onderwijsbehoeften zijn niet specifiek.
·       FASE GEEL
Er doen zich in de ontwikkeling geringe reken-wiskundeproblemen voor op deelgebieden. Op die deelgebieden ontstaan specifieke onderwijsbehoeften.
·       FASE ORANJE
Er doen zich ernstige reken-wiskundeproblemen voor, die in principe door deskundige begeleiding oplosbaar zijn binnen de school. Er is sprake van specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van reken-wiskunde.
·       FASE ROOD
Er doen zich ernstige en hardnekkige reken-wiskundeproblemen voor, die in principe zijn te begeleiden binnen de school, maar waarbij mogelijk hulp van een specialist buiten de school nodig is. De specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van reken-wiskunde zijn structureel. Zie ook behandeling van dyscalculie. Deze fasen worden ook genoemd in het protocol ernstige reken en wiskundeproblemen en dyscalculie.

Adviezen voor het onderwijs aan kinderen met ernstige reken- en/of wiskunde problemen of dyscalculie 

Kinderen met dyscalculie zijn geholpen met bij gestructureerd onderwijs. Waarbij de rekenopgaven stap-voor-stap worden aangeboden. Er is veel extra oefening en herhaling nodig. Want deze kinderen hebben moeite met het automatiseren van het rekenen. Zoals het uit het hoofd leren van de tafels uit het hoofd.  Naast extra oefening is het ook belangrijk aandacht te besteden aan emotionele gevolgen van dyscalculie. Kinderen kunnen zich dom voelen, onzeker en faalangstig worden. Omdat ze zien dat het klasgenoten wel lukt om te rekenen. En het hun maar niet lukt, ook al oefenen ze veel extra. Probeer daarom thuis niet te veel extra te oefenen, maar doe praktische oefeningen zoals boodschappen doen (rekenen) of koken (meten en wegen). Zoek hulp bij het zorgteam van de school. Of, als dat niet voldoende helpt, bij een particulier werkende orthopedagoog of remedial teacher. Kijk ook wat er in de schoolgids staat over hoe de school handelt bij (vermoeden van) dyscalculie. Vaak is dit gebaseerd op het protocol ernstige reken en wiskundeproblemen en dyscalculie. Hulp bij dyscalculie valt onder de basisondersteuning. Iedere school zou dit dus in theorie moeten bieden. Zorg dat de begeleiding van je kind in een handelingsplan komt. En evalueer dit regelmatig met de school en je kind. Als de school aangeeft geen, of onvoldoende hulp te kunnen bieden, moet er een OPP (ontwikkelingsperspectiefplan) worden opgesteld, zodat de school extra ondersteuning kan aanvragen. Kijk voor tips voor de samenwerking met school ook bij Tips voor ouders bij het organiseren van passend onderwijs‘. 

Welke hulpmiddelen zijn er?

Een dyscalculieverklaring blijft altijd geldig. Deze verklaring kan een leerling recht geven op bepaalde hulpmiddelen. Zoals het gebruik van een rekenmachine. En extra tijd bij het maken van toetsen en schoolexamens. De school bepaalt uiteindelijk zelf welke voorzieningen worden toegestaan. Aan de dyscalculieverklaring kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. De school kan deze verklaring wel gebruiken om het kind de benodigde hulp te bieden. Ook moet de school natuurlijk wel een goede reden hebben om geen voorzieningen toe te staan. Vraag daar altijd naar. Zorg ervoor dat de ondersteuning die je kind nodig heeft, wordt vastgelegd in een plan waar je het als ouders mee eens bent. En evalueer dat plan regelmatig , zie Tips voor ouders bij het organiseren van passend onderwijs‘.  De maatregelen die jouw kind in de klas helpen, zijn niet standaard, maar afhankelijk van de specifieke moeilijkheden die het betreffende kind met rekenen heeft. Verschillende soorten maatregelen zijn mogelijk: Hulp voor kinderen met dyscalculie is minder goed geregeld dan voor  kinderen met bijvoorbeeld dyslexie. Wel heeft een school altijd [zorgplicht LINK naar balans pagina]. Wanneer je denkt dat je kind een rekenprobleem, of misschien wel dyscalculie heeft, is het belangrijk hierover te praten met de school. Maak samen met school een plan voor het bieden van extra instructie en oefening, maar ook voor het gebruik van hulpmiddelen. Dit is ook belangrijk om een onderzoek naar dyscalculie te krijgen.

Examen doen met dyscalculie

Leerlingen met dyscalculie kunnen, op grond van artikel 55 van het Eindexamenbesluit, in aanmerking komen voor dertig minuten extra tijd bij de eindexamens. Een dyscalculieverklaring [LINK naar balans pagina tekst hierover bij onderzoek] en de aanbevelingen in het door de onderzoeker opgestelde rapport, helpen het kind om een aantal extra voorzieningen te krijgen. De school bepaalt uiteindelijk zelf welke voorzieningen bij toetsen en schoolexamens zijn toegestaan. Ga hierover in gesprek met de school [zie Tips voor ouders bij het organiseren van passend onderwijs‘. ] Bij de eindexamens is het altijd zo dat de leerling moet kunnen laten zien dat hij de lesstof die bij een examen wordt getoetst, beheerst. Aan de inhoud van de examens mag dus niets aangepast worden. Meer informatie over toegestane hulpmiddelen bij examens staat op de website van het College voor toetsing en Examens.

Meer weten?

Heeft jouw kind (ernstige) rekenproblemen en vraag je je af of jouw kind dyscalculie zou kunnen hebben? Wil je eens praten met een ervaringsdeskundige? Neem dan eens contact op met onze Advieslijn (zie link voor openingstijden). Bereikbaar op nummer 030-2255050. Je kunt ook ons contactformulier invullen. Lees hier meer over dyscalculie, over het onderzoek naar dyscalculie en hoe je er thuis en in het onderwijs mee omgaat.
Privacyvoorkeuren
Wanneer u onze website bezoekt, kan deze informatie opslaan via uw browser van specifieke services, meestal in de vorm van cookies. Hier kunt u uw privacyvoorkeuren wijzigen. Let op dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze website en de diensten die wij aanbieden.