Scroll Top

Yilmaz is dertien jaar. Hij houdt van gamen en wil later misschien observatiebioloog worden. Hij is super-anders omdat hij autisme heeft en TOS, een taalontwikkelingsstoornis. Hij heeft het boek ‘De Bende van Super-Anders’ gelezen. Hij vertelt ons wat hij daarvan vond en op welke manier hij zelf super-anders is.

Yilmaz met zijn moeder Yvonne en vader Mehmet

Yilmaz, hoe ben je aan het boek ‘De Bende van Super-Anders’ gekomen?

‘Mijn ouders hebben een Bed & Breakfast en daar sliepen gasten die over het boek vertelden. Toen hebben we het boek besteld via de website. Eerst las ik het samen met mijn moeder, daarna heb ik het zelf een paar keer gelezen.
Ik lees eigenlijk niet vaak boeken, maar deze is leuk omdat het over beperkingen gaat en die heb ik ook. In het boek gebruiken de hoofdpersonen hun beperkingen als een techniek om te winnen bij wedstrijden. Max zit in een rolstoel en wint bijvoorbeeld bij met armpje drukken.’

Wat voor dingen vind jij lastig vanwege je beperking?

‘Ik heb andere gedachten dan klasgenoten. Bijvoorbeeld: als iemand sarcastisch praat, neem ik het letterlijk en dan begrijp ik het verkeerd.
Naast autisme heb ik moeite met taal (TOS), maar Engels gaat juist heel goed en vind ik veel makkelijker. Ik lees graag Engelse ondertiteling in plaats van Nederlands.’

Wat kan jij super-anders?

‘Ik zie details goed. Normaal gaat de schoolbel altijd op de achttiende minuut. Maar op een dag ging hij pas op de twintigste minuut af. Toen heb ik dat gezegd tegen de leerkracht en hebben ze de bel gemaakt. Veel zien, leidt mij soms wel af. In het tekenlokaal op school bijvoorbeeld hangen schilderijen en daar kijk ik dan naar. Mijn eigen kamer is rustig en altijd opgeruimd.
Ik bedenk ook ezelsbruggetjes en trucjes om dingen te onthouden. Op school haal ik voor topografie tienen omdat ik me de plekken heel goed herinner. Ik denk bijvoorbeeld aan Utrecht als een olifant, door de vorm van de provincie.’

Heb je een favoriet karakter in het boek?

‘Ja, Jesse. Omdat hij ook autisme heeft en heel goed kan speuren. Dat kan ik zelf ook. Bij verstoppertje merk ik dat. Ik weet plekken waar meestal niemand naar kijkt omdat het een onlogische plek is.
En als anderen zich verstoppen luister ik eerst goed naar het geluid, want mensen praten vaak als ze zichzelf gaan verstoppen. En ik onthoud waar mensen zich vaker verstoppen en dan kijk ik daar eerst.’

Als je aan de minister van Volksgezondheid één tip mocht geven, wat zou je dan zeggen?

‘Als je een beperking hebt, dan ben je niet slechter dan de anderen. Je kunt andere dingen en daarom moeten mensen niet op je neerkijken.’

 

Heb jij al gehoord van De Bende van Super-Anders? Dit is een boek waarin hoofdpersoon Tino ontdekt dat hij door zijn slappe linkerbeen juist een extra sterk rechterbeen heeft gekregen. Daarmee wint hij een hinkelwedstrijd! Samen met zijn vrienden wil Tino laten zien dat je door je beperking juist extra goed wordt in andere dingen. In deze nieuwe rubriek interviewen we kinderen die het boek hebben gelezen en zelf super-anders zijn. Meer weten? Kijk op superanders.nl

Heb jij Super-Anders ook gelezen? En wil je geïnterviewd worden voor deze rubriek? Mail dan naar [email protected]

Dit artikel verscheen eerder in BalansKIDS 2 2023. Wil je ook ons magazine ontvangen? Word dan nu lid. Bekijk hier de voordelen.

Privacyvoorkeuren
Wanneer u onze website bezoekt, kan deze informatie opslaan via uw browser van specifieke services, meestal in de vorm van cookies. Hier kunt u uw privacyvoorkeuren wijzigen. Let op dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze website en de diensten die wij aanbieden.