Scroll Top

Omgaan met dyslexie in het onderwijs

De school speelt een belangrijke rol bij het herkennen van een lees- of spellingprobleem. Zij zijn verantwoordelijk voor het lees- en spellingonderwijs. Dit valt onder de basisondersteuning die iedere school moet bieden. In de schoolgids kun je vinden hoe de school van jouw kind omgaat met dyslexie  Scholen hebben ook zorgplicht.

Protocollen

Voor de basisschool zijn er protocollen ‘leesproblemen en dyslexie’. Er is een protocol voor groep 1 en 2, een apart protocol voor groep 3, groep 4 en een protocol ‘leesproblemen en dyslexie’ voor groep 5 tot en met 8. Ook is er een apart protocol voor het speciaal onderwijs. Op dyslexiecentraal vind je meer informatie over de protocollen.

Leidraden dyslexie voor ouders

Balans heeft op basis van de protocollen leidraden voor ouders gemaakt. Hierin vind je veel informatie over de extra hulp en ondersteuning voor kinderen met leesproblemen en dyslexie, hoe je als ouder kunt samenwerken met school wanneer je kind een leesprobleem heeft, informatie over hulpmiddelen en nog veel meer.  Alle informatie die op deze pagina staat, vind je ook in de leidraden voor ouders. Leidraad voor ouders, basisschool Leidraad voor ouders, basisschool – Printversie Leidraad voor ouders, voorgezet onderwijs Leidraad voor ouders, voorgezet onderwijs – Printversie

Extra ondersteuning op de basisschool

Op de basisschool krijgt je kind regelmatig een toets over het lezen en schrijven. Deze toetsen zijn niet bedoeld om te weten of je kind zijn best heeft gedaan. Maar wel om te weten of het voldoende geleerd heeft. Door regelmatig bij alle kinderen dezelfde toets af te nemen, kan de school zien wat je kind geleerd heeft in vergelijking met andere kinderen. En wat jouw kind sinds het vorige toetsmoment heeft geleerd. Deze voortgangstoetsen worden gebruikt om kinderen die veel moeite hebben met lezen te herkennen. Ongeveer een kwart van de kinderen krijgt op school extra ondersteuning bij het leren lezen en spelling. Ze krijgen deze ondersteuning omdat ze horen bij de 25% kinderen die minder goed gescoord hebben op de leestoetsen. Deze ondersteuning bestaat uit extra instructie (uitleg) en extra oefenen in de klas. Dit noemen ze op school ‘hulp op ondersteuningsniveau 2′. Niveau 1 is het gewone leesonderwijs wat alle kinderen krijgen. Op niveau 2 krijgen de kinderen extra oefening en hulp. Bij de meeste kinderen helpt deze extra ondersteuning op niveau 2 voldoende. Je kunt de leerkracht vragen hoe deze extra ondersteuning in de klas van jouw kind is geregeld. Voor ongeveer 10% van de kinderen is deze extra ondersteuning niet genoeg. De leerkracht of zorgspecialist van de school zal deze kinderen individueel of in kleine groepjes extra instructie geven en extra laten oefenen. Deze hulp is extra. Dit betekent dat je kind tot een uur per week extra les krijgt onder schooltijd. Vaak wordt er dan ook aan de ouders gevraagd om thuis extra te oefenen. Dit noemen we ‘hulp op ondersteuningsniveau 3’. Een kleine groep van de kinderen, ongeveer 4%, die naast het gewone onderwijs en het extra lees- en spellingonderwijs nog niet genoeg vooruit gaat kan mogelijk dyslexie hebben. Dit zijn dus de kinderen die met de hulp op ondersteuningsniveau 3 nog niet genoeg vooruit gaan. Signalen dat een kind leesproblemen heeft, kunnen bijvoorbeeld zijn:
  • Je kind vermijdt lezen en schrijven
  • Je kind heeft moeite met rijmen, liedjes en namen onthouden.
  • Je kind heeft moeite om de juiste woorden te vinden
  • Je kind gaat niet meer met plezier naar school
  • Je kind heeft vaak hoofdpijn of buikpijn
  • Je kind zegt dat hij zich ‘dom’ voelt in vergelijking met zijn vriendjes.
Loopt je kind achter op de andere kinderen in de klas met lezen en schrijven? Dan kan de leerkracht dat uitleggen als; je kind loopt een jaar achter’. Dat betekent niet dat je kind het afgelopen jaar niet geleerd heeft. Het betekent dat hij in de tijd dat hij op school zit, net zo veel heeft geleerd als kinderen gemiddeld een jaar eerder al kunnen. Het gemiddelde kind bestaat niet. Het is alleen een maat om te vergelijken. En zo te weten welke kinderen extra ondersteuning op niveau 2 en 3 nodig hebben.

Problemen bij de spelling

Kinderen met dyslexie maken vaak langdurig veel spellingfouten en hebben, om dat te voorkomen, veel steun nodig van spellingsregels. Het kan zijn dat ze één bepaald woord op een bladzijde op verschillende manieren spellen. Kinderen met dyslexie proberen vaak de spelling van specifieke woorden te onthouden. Dit is een enorme belasting voor het geheugen. Bovendien beklijft de kennis meestal niet, omdat ze het op een ongestructureerde manier in het geheugen opslaan. Iedere school maakt zelf zijn eigen dyslexiebeleid. Dat doen zij aan de hand van de protocollen ‘leesproblemen en dyslexie’. Iedere school moet zijn dyslexiebeleid ergens publiceren. In de schoolgids bijvoorbeeld of op de website van de school. Als ouder kun je dit lezen zodat je weet hoe de school van jouw kind met leesproblemen of dyslexie helpt. Vraag de leerkracht of zorgspecialist op school of zij de protocollen kennen en gebruiken.

Aanpassen van het onderwijs op de basisschool

Het is mogelijk een kind met leesproblemen of dyslexie extra te helpen met aanpassingen van het onderwijs. Bijvoorbeeld met ict-hulpmiddelen of mondeling toetsen in plaats van schriftelijk. Tot en met groep 4 worden deze aanpassingen meestal niet ingezet. Het is belangrijk dat kinderen eerst zo goed mogelijk leren lezen en schrijven. Daarom kan de leerkracht ook in de bovenbouw nog afraden om aanpassingen te gebruiken. Overleg altijd met de school, de zorgspecialist op school en als die er is de dyslexiebehandelaar. Er zijn twee soorten aanpassingen.
  • Compenserende aanpassingen zijn bedoeld om de problemen die je kind door het leesprobleem of dyslexie heeft weg te nemen of te verminderen. Denk dan aan meer tijd voor toetsen, mondeling toetsen, teksten in groter lettertype bij toetsen, computer gebruik in plaats van met de pen de toets maken.
  • Dispenserende aanpassingen zijn bedoeld om aan kinderen met dyslexie minder hoge eisen te stellen dan aan kinderen zonder dyslexie. Bijvoorbeeld voorleesbeurten overslaan, spellingfouten minder zwaar meerekenen, minder boeken lezen
Alle compenserende en dispenserende aanpassingen die zijn afgesproken voor jouw kind worden ook opgeschreven in het leerlingdossier. Je kunt jouw kind het beste helpen als je dat samen met school doet. Laat op school je betrokkenheid merken. Jij kunt als ouder vertellen wat de dyslexie betekent voor jouw kind. Of je kind onzeker wordt bijvoorbeeld. Of vaak klaagt over buikpijn of hoofdpijn. Of weerstand heeft tegen het oefenen met lezen thuis. School kan vertellen wat zij doen. Zo kun je samen je kind met dyslexie helpen. Denk je dat je kind niet voldoende wordt geholpen? Ga dan het gesprek aan met school. Kijk voor tips hierover in de leidraden voor ouders voor het basisonderwijs of voortgezet onderwijs (zie bovenaan deze pagina). Of bij ‘tips voor ouders bij het organiseren van passend onderwijs’ of bel onze advieslijn. Je kunt voor tips ook kijken op de website van Noelle Pameijer, schrijfster van het boek ‘Handelingsgericht werken’. Op haar website staan documenten die je kunt gebruiken om een gesprek met school voor te bereiden (onderste 3 documenten).

Een dyslexiehulpmiddel kiezen

Er zijn heel veel verschillende hulpmiddelen die bruikbaar zijn voor kinderen met dyslexie. Er zijn programma’s met veel mogelijkheden die vaak ook duurder zijn. Er zijn goedkopere programma’s en zelfs gratis te downloaden programma’s apps en tools. Welk hulpmiddel geschikt is voor jouw kind hangt af van waar jouw kind hulp bij wil. Is dit bijvoorbeeld alleen het voorlezen van teksten of is een tool die ondersteunt bij het maken van samenvattingen ook belangrijk. Op de website www.dyslexiehulpmiddelen.com staat een overzicht van veel hulpmiddelen met een keuzetool. Ook vind je op deze website ‘het adviesgesprek’. Dit zijn interviewvragen die de dyslexiespecialist of de leerkracht aan je kind kan stellen om zo helder te krijgen waar een kind graag een hulpmiddel bij zou willen gebruiken. Door ‘het adviesgesprek’ is je kind vaak ook gemotiveerder om een hulpmiddel te gebruiken omdat het zelf heeft aangegeven waar het hulp bij wil. Pas op met de aanschaf van dure hulpmiddelen zonder je eerst goed te oriënteren. Het duurste programma hoeft zeker niet het meest geschikt te zijn voor jouw kind. Sommige leveranciers hebben proefversies zodat je een programma een poosje kunt uit proberen of bekijken samen met je kind. Op sommige voortgezet onderwijsscholen heeft de school al een dyslexiehulpmiddel aangeschaft wat alle leerlingen met dyslexie kunnen gebruiken. Weet je al naar welke voortgezet onderwijsschool je kind gaat? Informeer hier dan naar zodat je daar rekening mee kunt houden met de keuze.

Gesproken schoolboeken

Gesproken schoolboeken zijn een handig hulpmiddel. Op deze pagina van Dedicon kun je de mogelijkheden bekijken en vind je tips en het verhaal van Tim.

Andere problemen naast de dyslexie

Kinderen met dyslexie kunnen naast hun lees- of spellingprobleem ook nog andere problemen hebben. Dit kan betekenen dat op school ook met die beperking rekening gehouden moet worden. Bijvoorbeeld omdat een kind concentratieproblemen heeft, moeite heeft met plannen en organiseren of erg impulsief of faalangstig is.

Problemen bij het schrijven

Kinderen met dyslexie schrijven vaak onleesbaar en maken veel doorhalingen. Bij leerlingen die wel leesbaar schrijven, valt het trage schrijftempo vaak op. Dit hoeft niet te betekenen dat een kind problemen heeft met de technische uitvoering van de motorische taak schrijven; het kan natuurlijk wel. DCD en dyslexie komen vaker samen voor bij een kind. De problemen met het schrijven kunnen ook komen doordat het kind zo veel aandacht nodig heeft voor de letters, woorden en zinnen bij het schrijven dat het niet meer lukt om ook nog leesbaar te schrijven.

Leesprobleem of dyslexie en hoogbegaafdheid

Over leesproblemen, dyslexie en hoogbegaafdheid is veel onduidelijkheid. Dit kan samen voorkomen. Het is dan belangrijk dat de school zowel rekening houdt met het leesprobleem als met de hoogbegaafdheid. In deze blog lees je tips van het Expertisecentrum Nederlands over wat je hier op school en thuis mee kunt doen,

Naar de middelbare school

Bij de keuze van een school voor voortgezet onderwijs kan de dyslexie van je kind een rol spelen. Hoe belangrijk die rol is, is voor iedereen verschillend. Je hebt net als andere ouders ook te maken met welk schooltype geschikt is voor jouw kind. Ook is het belangrijk dat een kind zich prettig voelt op een school. Praktische overwegingen spelen ook een rol. Denk bijvoorbeeld aan de reistijd. Daarnaast kijk je voor een kind met dyslexie ook naar hoe de school om gaat met de ondersteuning voor kinderen met dyslexie. Dit kun je opzoeken in de schoolgids maar ga hierover ook het gesprek aan met de school. Kijk hier voor meer informatie over de schoolkeuze. Wij hebben een Checklist-schoolkeuze gemaakt met vragen die je kunt stellen op de middelbare scholen om je te helpen met de schoolkeuze.

Leesproblemen of dyslexie op de middelbare school

Een kind met dyslexie heeft moeite met lezen en vaak ook met spellen. Bij bijna alle vakken op school is lezen belangrijk. Bij de talen, maar ook bij geschiedenis, aardrijkskunde, economie en zelfs bij rekenen en wiskunde. Doordat een kind met dyslexie moeite heeft met lezen, heeft het vaak ook meer moeite om de tekst te begrijpen dan een kind wat vlot leest. Dat komt doordat het lezen dan zoveel inspanning vraagt dat dit ten koste gaat van het begrijpen van wat je leest. Kinderen met dyslexie lopen vaak tegen een aantal problemen aan:
  • Ze vinden het lezen en begrijpen van lange teksten moeilijk
  • Ze moeten een tekst of vraag meerdere keren lezen om de inhoud te begrijpen
  • Ze lezen vragen verkeerd en geven daarom het verkeerde antwoord
  • Ze doen lang over het lezen en hebben te weinig tijd om een opdracht of toets te maken
  • Ze kunnen de goede spelling en uitspraak van woorden in vreemde talen niet onthouden
  • Ze kunnen de grammatica van de vreemde talen niet automatiseren en toepassen.
Automatiseren betekent dat je iets leert en daarna vanzelf doet, zonder nadenken. De meeste kinderen krijgen een dyslexieverklaring op de basisschool. Een dyslexieverklaring blijft altijd geldig. Bewaar deze dus goed en geef nooit het origineel aan de school. In de loop van de jaren dat je kind naar school gaat, op de middelbare school of andere vervolgopleidingen, kan de ondersteuning die jouw kind nodig heeft veranderen. Dan zijn er soms nieuwe testen nodig door een gekwalificeerde deskundige. Dat is dan om officieel vast te stellen welke ondersteuning jouw kind op dat moment nodig heeft en mag gebruiken bij bijvoorbeeld examens. De deskundige moet dat vastleggen in een verslag. Soms wordt pas op het voortgezet onderwijs duidelijk dat een kind misschien wel dyslexie heeft. Veel scholen voor voortgezet onderwijs nemen in de brugklas een signaleringstoets af. Ook in de hogere klassen kan nog blijken dat een leerling dyslexie heeft, als de leerling steeds meer en langere teksten moet lezen en zijn leesproblemen niet meer door heel hard werken of op andere manieren kan compenseren. Net als voor het basisonderwijs is er ook een protocol dyslexie voor het voortgezet onderwijs. Dit kun je hier gratis downloaden. De ontwikkeling van de (technische) lees- en spellingvaardigheid gaat nog door in het voortgezet onderwijs. Leerlingen met lees- en/of spellingproblemen of dyslexie hebben hier extra ondersteuning bij nodig. Het kan gaan om gerichte ondersteuning bij het lezen en spellen, maar ook om ‘empowerment’ en het (zelfstandig) omgaan met dyslexie. Iedere school maakt zelf zijn eigen dyslexiebeleid. Het dyslexieprotocol gebruiken ze daarbij als leidraad. Het is goed om als ouder te informeren naar het dyslexiebeleid op school en afspraken te maken over het communiceren hierover met school. Het is belangrijk dat ouders en school hierbij samenwerken. Op de website van Noelle Pameijer, schrijfster van het boek ‘Handelingsgericht werken’, staan documenten die je kunt gebruiken om een gesprek met school voor te bereiden (onderste 3 documenten). Wanneer je meer wilt weten is het daarom goed de leidraad voor ouders te lezen (zie bovenaan deze pagina).

Aanpassen van het onderwijs op de middelbare school

Op het voortgezet onderwijs zijn er compenserende en dispenserende aanpassingen mogelijk.
  • Compenserende aanpassingen zijn bedoeld om de problemen die je kind door het leesprobleem of dyslexie heeft weg te nemen of te verminderen. Denk dan aan meer tijd voor toetsen, mondeling toetsen, teksten in groter lettertype bij toetsen of computer gebruik in plaats van met de pen de toets maken.
  • Dispenserende aanpassingen zijn bedoeld om aan kinderen met dyslexie minder hoge eisen te stellen dan aan kinderen zonder dyslexie. Bijvoorbeeld voorleesbeurten overslaan, spellingfouten minder zwaar meerekenen, minder boeken lezen. Maar ook een vrijstelling voor een van de vreemde talen is een dispenserende maatregel.
In dit artikel van dyslexiecentraal lees je meer over vrijstelling van vreemde talen. Wat is er nodig voor de aanvraag van gedeeltelijke vrijstelling? En hoe wordt een aangepast lesprogramma vormgegeven? Alle compenserende en dispenserende aanpassingen die zijn afgesproken voor jouw kind worden ook opgeschreven in het leerlingdossier. De meeste scholen werken ook met een dyslexiekaart. Dit is een pasje waarop de afspraken staan die voor alle leerlingen met dyslexie gelden en waar ook de afspraken op staan die speciaal met jouw kind zijn gemaakt. Je kind kan de kaart op zijn tafel leggen bij toetsen zodat de leraar weet dat jouw kind dyslexie heeft. De kaart kan ook gebruikt worden tijdens een gesprek met een leraar over de aanpassingen die voor jouw kind gelden. Op de meeste voortgezet onderwijsscholen is er een dyslexiecoach of dyslexie coördinator die je kind en jullie als ouders hierbij kunnen helpen. Juist op het voortgezet onderwijs is het maken van afspraken belangrijk. Omdat je kind ieder lesuur een andere docent heeft die weer op zijn eigen wijze les geeft, kan dit maken van goede afspraken met alle docenten best lastig zijn. Vrijwel alle kinderen met dyslexie krijgen op de middelbare school bij toetsen en examens extra tijd. De meeste scholen bieden deze mogelijkheid aan. Het kan in de praktijk wel eens lastig zijn, omdat de extra tijd doorloopt in de volgende les of een pauze. Overleg hierover met school wanneer dit problemen geeft. Voor de meeste dispenserende maatregelen zijn er geen standaard regels. Je kind heeft daar niet automatisch recht op. De school bepaalt, in overleg met het kind en de ouders, welke vrijstelling verleend wordt. De school heeft daar geen toestemming van de onderwijsinspectie voor nodig, maar moet wel goed kunnen uitleggen welke vrijstelling ze geven en waarom. Ze moeten dit goed beschrijven en onderbouwen in het onderwijsperspectiefplan (OPP) van je kind. School moet een OPP maken voor alle kinderen die extra zorg en ondersteuning nodig hebben. Bedenk bij dispenserende maatregelen dat ze bij de behoefte van jouw kind moeten passen. En denk daarbij ook aan wat je kind later nodig zal hebben om het eindexamen te halen. Bij een vervolgopleiding, beroepskeuze of in het dagelijks leven. Een dispenserende maatregel waar veel onduidelijkheid over is, is de vrijstelling voor een vreemde taal zoals Duits of Frans. Kijk hier voor uitleg over deze vrijstelling en de mogelijkheden. Dit verschilt namelijk per schoolsoort. Voor het gebruiken van compenserende en dispenserende maatregelen bij de examens bestaan regels. Deze kun je lezen in de brochure ‘Kandidaten met een beperking’ van het College voor Toetsen en Examens (CvTE). De brochure wordt elk jaar opnieuw uitgegeven, de regels kunnen jaarlijks worden aangepast. Het centraal examen is een standaard examen, dat landelijk wordt afgenomen. Aanpassingen tijdens het examen maken het mogelijk voor leerlingen met ‘een beperking’ om te laten zien dat hij aan de eisen van het examen voldoet. Een leerling die veel moeite heeft met lezen, kan bijvoorbeeld bij een examen ‘tekstbegrip’ naar de tekst luisteren om de vragen over de tekst te kunnen beantwoorden. De regel is dat een examenkandidaat alleen aanpassingen mag gebruiken die hij tijdens zijn opleiding ook al gebruikte. Houd daar rekening mee met afspraken over het gebruik van hulpmiddelen in eerdere leerjaren. Je kunt het niet omkeren: dat een kind een aanpassing heeft gebruikt tijdens lessen en toetsen, geeft hem niet automatisch recht om deze aanpassing tijdens het examen te gebruiken. Bij het centraal examen is het niet toegestaan om aanpassingen te gebruiken die ervoor zorgen dat de eis waaraan de leerling moet voldoen, wordt veranderd.  Aan de te toetsen inhoud voor een examen mag dus niets veranderen. Voor een leerling met dyslexie gelden dezelfde regels voor de beoordeling van spelling als voor andere leerlingen. De school moet alle aanpassingen bij het centraal examen vooraf melden bij de onderwijsinspectie. Er hoeft dus geen toestemming gevraagd te worden.

Meer lezen?

Op deze pagina’s lees je meer over wat dyslexie is, hoe het wordt vastgesteld en welke behandelingen mogelijk zijn. Ook leggen we uit hoe je thuis om kunt gaan met dyslexie, wat er komt kijken bij studeren met dyslexie en welke richtlijnen en protocollen er zijn.

Advieslijn

Heb je vragen of zorgen over je kind met leesproblemen of dyslexie, of herken je kenmerken en wil je daar graag eens met een ervaringsdeskundige praten? Neem dan eens contact op met onze Advieslijn.
Privacy Preferences
When you visit our website, it may store information through your browser from specific services, usually in form of cookies. Here you can change your privacy preferences. Please note that blocking some types of cookies may impact your experience on our website and the services we offer.